De documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend. Afwijkingen hierop worden in de volgende paragrafen aangegeven.
 
Referentiekader
 
  • CROW publicatie 164c Handboek wegontwerp – Gebiedsontsluitingswegen; 
  • CROW publicatie 164d Handboek wegontwerp – Erftoegangswegen;
  • CROW publicatie 207, Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen;
  • CROW publicatie 228, Uitritten en uitritconstructies; 
  • CROW publicatie 68, Uitritten.
44             Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
Parallelweg
 
  1. Algemeen
Er wordt onderscheid gemaakt in vier typen uitritten: een uitrit voor een woning, een bedrijf of een landbouwperceel, en een calamiteitenontsluiting. De vormgeving van de uitrit is afhankelijk van het toe te passen ontwerpvoertuig. Het ontwerpvoertuig wordt per uitrit afzonderlijk bepaald. De maatvoering van de uitritten is bepaald op basis van rijcurves van het maatgevende voertuig, waarbij de voertuigen de gehele parallelweg mogen gebruiken om de inrit in te rijden. In tekening H003-2 in bijlage A zijn de situatietekeningen opgenomen.
 
  1. Programma van eisen
De uitrit moet in afwijkende verharding (soort en kleur) worden uitgevoerd.
De uitrit moet minimaal 3,50 m breed zijn en een bochtstraal van 3m (auto) of 5m (vrachtauto) hebben. Verder moeten deze opgesloten worden door 0,15 x 0,25 m band. De fundering is 0,30 m puingranulaat en 0,05 m stelzand. Dit is wel afhankelijk van de ondergrond.
Betonstraatstenen zijn van keiformaat, dikte 80 mm keperverband, kleur grijs. De belijning ter plaatste van uitritten is beschreven in hoofdstuk 3.3.
De volgende stralen en breedtes worden toegepast:

 
 
 
 
 
 
 
Straal
Breedte
Type uitrit
Ontwerpvoertuig
Lengte
uitrit
uitrit
Woning
Personenauto
4,74 m
- *
3,50 m
Bedrijf
Trekker met oplegger
17,15 m
8,00 m
4,50 m
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Landbouwperceel
Tractor met aanhanger
17,30 m
- *
6,50 m
Calamiteitenontsluiting
Vrachtauto
10,40 m
6,00 m
4,50 m
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
    1. Bij voorkeur wordt een hoek van 45 graden toegepast, i.p.v. een boogstraal
          Het zicht vanuit een uitrit op de weg dient niet belemmerd te worden door beplanting en/of obstakels.
          De vanwege wegverloop slecht opvallende uitritten kunnen door balises gemarkeerd worden.
          Balises dienen te voldoen aan de eisen van bebakeningelementen binnen de obstakelvrije zone.
          Figuur 3.12                 Voorbeeld van een balise
          45             Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
          Parallelweg
           
          1. Uitrit woning
          Het ontwerpvoertuig is een personenauto (lengte 4,74 m).
          De uitrit is minimaal 3,50 m breed en heeft afgeschuinde hoeken van 45 graden met een minimale lengte van 1,50 m.
          Het is wenselijk een strook van basalton toe te passen indien grotere voertuigen zoals tractoren gebruik maken van de uitrit, omdat de kans anders groot is dat de verharding kapot wordt gereden.
           
          1. Uitrit bedrijf
          Het ontwerpvoertuig is een trekker met oplegger (17,15 m).
          De uitrit is minimaal 4,50 m breed en heeft boogstralen van 8,0 m.
          De buitenkant van de verharding kan bestaan uit basaltonstrook. De wielen van de oplegger kunnen probleemloos over de basaltonstrook rijden.
           
          1. Uitrit landbouwperceel
          Het ontwerpvoertuig is een tractor met aanhanger (14,60 m).
          De uitrit is onverhard. Tegen de rijbaan van de parallelweg aan wordt een strook elementenverharding aangelegd, ter bescherming van de verharding. De strook heeft aan de buitenzijde een breedte van 6,50 m en afgeschuinde hoeken van 45 graden.
          Indien parallel aan de parallelweg een vrijliggend fietspad ligt, dient ook hier een strook van elementenverharding tegenaan te worden gelegd (breedte 6,50 m).
           
          1. Calamiteitenontsluiting
          Het is geen permanente uitrit maar alleen tijdens calamiteiten open. De uitrit dient daarom afsluitbaar te zijn en niet het uiterlijk hebben van een uitrit.
          Het ontwerpvoertuig is een vrachtauto (10,40 m).
          De uitrit is minimaal 4,50 m breed en heeft boogstralen van 6,0 m.
          Een Basaltonstrook kan als rammelstrook worden toegepast maar is in dit geval niet nodig, wel kunnen ze altijd worden toegepast.
          De afsluiting dient buiten de obstakelvrije zone geplaatst te worden. Ook in geopende toestand of bij opening mag de afsluiting niet in de obstakelvrije zone terecht komen.
          Eigendom, beheer en onderhoud van de afsluiting liggen bij de vergunninghouder van de uitrit.
          46             Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
          Parallelweg
           
          1. Toepassingskader groeperen uitritten
          Uitritten worden gegroepeerd wanneer het niet mogelijk is om parallelle voorzieningen langs het gehele traject te realiseren. Dan kan ook een gedeeltelijke parallelle voorziening ten behoeve van het groeperen van uitritten een aanzienlijke verbetering betekenen.
          Bij het groeperen van uitritten zijn van belang: comfort voor weggebruikers, belangen van eigenaren van percelen langs de weg (o.a. wettelijke kaders en richtlijnen geluid, lucht en trillingen) en economische overwegingen (geen waardevermindering door nieuwe weginrichting).
          Verkeer dient in principe in de rijrichting van de parallelle voorziening door te rijden over de hoofdrijbaan (dus geen oversteek van de hoofdrijbaan).
          Indien echter de dichtstbijzijnde keergelegenheid zich bevindt op meer dan 200 m van de aansluiting van de parallelle voorziening op de hoofdrijbaan, mag een oversteek over de hoofdrijbaan gemaakt worden.
          Wanneer een obstakelvrije zone niet mogelijk is, dienen afschermvoorzieningen te worden aangebracht tussen de hoofdrijbaan en de parallelle voorziening waarop de uitritten uitkomen.
          Het ontwerpvoertuig voor de aansluiting van de parallelle voorziening op de hoofdrijbaan is een vuilnisauto (lengte 9,50 m, wielbasis 4,80 m).
          Minimaal 20 m tussen begin parallelle voorziening en eerste uitrit.
          Figuur 3.13             Principeoplossing groeperen uitritten
          In tekening H003-3 in bijlage A is een standaardtekening voor het groeperen van
          uitritten opgenomen.