De
documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend.
Afwijkingen hierop worden in de volgende paragrafen
aangegeven.
Referentiekader
Programma van eisen
hectometerborden
Op
GOW type II worden rechts van de hoofdrijbaan in oplopende richting
hectometerborden geplaatst zonder Li of Re aanduiding. Bij GOW type
I worden de hectometerborden aan beide zijden van de weg geplaatst
met Li of Re aanduiding. Op de hectometerborden is de volgende
informatie te vinden (zie tekening H002-3, Standaardtekening
hectometerbord, in bijlage A):
Provincielogo;
Aanduiding
maximumsnelheid3;
Bij
GOW type I de aanduiding ‘Re’ wanneer
de
3 Hectometerborden worden in principe
zonder snelheidsaanduiding geplaatst. In de
volgende situaties worden de hectometerborden
wel voorzien van een
snelheidsaanduiding:
Altijd op het eerste hectometerbord na een
kruispunt;
Hectometerborden zijn tweezijdig bedrukt en het
gebruikte materiaal moet botsvriendelijk zijn. Zie hiervoor ook
figuur 2.14.
Figuur 2.14
Plaatsing hectometerborden afwijkende
snelheid
Dwarsrichting:
Hectometerborden worden in dwarsrichting loodrecht
op de as van de weg geplaatst op een afstand van minimaal 0,50 m
uit de kant van de (asfalt-)verharding óf op 1 m afstand,
gerekend vanaf de binnenkant van de kantstreep.
Hoogte:
De
onderkant van het hectometerbord bevindt zich op 0,60 m boven
maaiveld.
Programma van eisen
reflectorpalen
Langs
wegvakken worden aan beide zijden van de rijbaan reflectorpalen
geplaatst. Het betreft smalle verticaal staande paaltjes met een
witte kleur waarop rode en witte reflectoren zijn aangebracht.
Hierbij komt de rode reflector rechts van de rijbaan en de witte
aan de linkerkant. De plaatsing van de reflectorpalen wordt hierbij
afgestemd op de plaats van de hectometerpalen, zodanig dat aan
beide zijden van de hectometerpaal de afstand tot de reflectorpaal
50 m bedraagt. Zie hiervoor figuur 2.15. Staan er geleiderails, dan
kunnen de reflectoren daarop aangebracht worden en zijn paaltjes
niet nodig.
In
het geval van verlichte wegvakken kunnen reflectorpalen achterwege
worden gelaten, mits de rijstroken en redresseerstroken voldoende
breed zijn. In geval van bochten en discontinuïteiten dienen
te allen tijdereflectoren aanwezig te zijn, ook indien er openbare
verlichting aanwezig is.
Dwarsrichting:
Reflectorpalen worden in dwarsrichting loodrecht
op de as van de weg geplaatst op een afstand van minimaal 0,50 m
uit de kant van de (asfalt-)verharding óf op 1 m afstand,
gerekend vanaf de binnenkant van de kantstreep. Zie ook figuur
2.16.
Figuur 2.16
Plaatsing reflectorpalen,
dwarsrichting
Hoogte:
Wat
de hoogte betreft wordt een afstand van 0,50 m aangehouden tussen
onderkant reflector en maaiveld. Zie figuur
2.17.
Figuur 2.17
Plaatsing reflectorpalen,
hoogte
Overige bebording, bebakening en
markering
In
onderstaande punten is het programma van eisen weergegeven voor de
overige bebording en bebakening langs gebiedsontsluitingswegen
.
Starschilden:
In
onveilige bochten worden starschilden geplaatst. Dit zijn op een
paal gemonteerde witte schilden van 0,80 x 0,25 m met aan de
bovenzijde een rode chevronpijl wijzend in de richting van de
bocht. De starschilden worden in paren van 2 onder een hoek
geplaatst in de buitenbocht met een hart op hart afstand van 15 m.
De starschilden kunnen worden aangebracht in combinatie met
glasbolreflectoren in de kantstreep h.o.h. 6 m.
Mini-bochtschilden:
In
bochten waar geleiderail is geplaatst en behoefte bestaat aan meer
aanvullende bebakening ter geleiding, dienen mini-bochtschilden te
worden aangebracht boven op de geleiderail. De onderlinge afstand
bedraagt h.o.h. 7 m. Zie hiervoor figuur 2.18.
Figuur 2.18
Mini bochtschilden op
geleiderail
Wegdekreflectoren:
Wegdekreflectoren bieden ondersteuning voor
weggebruikers bij omstandigheden van een matig zicht. Het toepassen
van wegdekreflectoren is aan te bevelen als ondersteuning in de
situaties die exacte en snelle handelingen van bestuurders
vereisen. Zie een praktijkvoorbeeld in figuur
2.19.
Figuur 2.19
Wegdekreflectoren langs scheidingsband
turborotonde
Hieronder zijn de wegsituaties en
verkeersvoorzieningen weergegeven waarbij het gebruik van
wegdekreflectoren aan te bevelen is:
Gevaarlijke bochten;
Verdrijvingvakken;
Tijdelijke omleidingen bij werk in
uitvoering.
De
wegdekreflectoren dienen te voldoen aan de Europese norm
NEN-1463.
|
||||||