![]() Tegelijkertijd wijst Terpstra op de
tegenstrijdigheden in de verwachtingen van burgers over de manier
waarop de politie zich gedraagt. ‘Enerzijds wil in Nederland
een groot aantal burgers dat de overheid hard en repressief
optreedt, tenminste zolang het de Ander betreft, die als
bedreigende buitenstaander wordt ervaren. Gaat het echter om
overlast of criminaliteit door personen die tot de eigen kring
worden gerekend, bijvoorbeeld de jeugd uit eigen straat of dorp,
dan heeft men heel andere wensen ten aanzien van de politie. Deze
moet dan vooral bereikbaar en beschikbaar zijn. Men wil dan een
herkenbare en benaderbare ‘agent’ die een open oor
heeft voor de zaken die in de directe omgeving spelen en daar
begrip voor heeft’. Als tweede hiermee samenhangend
verschijnsel noemt Terpstra de verwachtingen van burgers dat de
politie hard optreedt bij verstoring door groepen waarmee men zich
niet kan identificeren, maar voor zichzelf het recht op vrijheid of
avontuur claimen, ook als dat ten koste gaat van de veiligheid van
een ander.
In het algemeen kan gesteld worden dat burgers
enerzijds verwachten dat de politie optreedt en de
verantwoordelijkheid voor de veiligheid neemt. Tegelijkertijd neemt
het ontzag voor de politie af en komt het steeds vaker voor dat de
politie in haar taak wordt gehinderd. Zo neemt het aantal
geweldsincidenten tegen de politie toe en worden deze
tegelijkertijd steeds ernstiger (website:
geweldtegenpolitie.nl).
Sprekend over het dilemma ‘afstand houden
of verbinding leggen’ wijzen deelnemers tijdens de
expertmeeting op de verbindende rol van de politie. Hier ligt voor
hen de kracht van de politie. Een van de deelnemers noemt
verbinding houden ‘de levensader van de politie’.
|
||||||