De burger wil meer invloed hebben op de aanpak
van veiligheid en criminaliteit in de eigen wijk of buurt. Welke
zaken dienen bij voorrang te worden aangepakt? Hiermee zijn
inmiddels goede ervaringen opgedaan in bijvoorbeeld Rotterdam met
het project ‘De Buurt bestuurt’. Binnen de
politieorganisatie vraagt dit overigens om een goede samenwerking
tussen de verschillende politiemedewerkers in de verschillende
politieprocessen.
Beunders en Winsemius zien in hun papers een
groeiende rol van de politie op buurt- en wijkniveau, die de
belangen van de bevolking op lokaal niveau behartigt. Winsemius
merkt daarbij op dat de politie in haar samenwerking met burgers
het evenwicht zal moeten zien te vinden tussen loslaten en steunen.
‘(Groepen) burgers moeten, samen met ‘hun’
politiemensen, de ruimte krijgen om aan de frontlijn inhoud te
geven aan een grotere eigen verantwoordelijkheid. Zij moeten
daarvoor het eigenaarschap ervaren, maar tegelijk ook zeker zijn
van de rugdekking van hogerhand voor hun initiatieven. Als de
sterke hand noodzakelijk is, moet de politie bovendien nabij
zijn’. Beunders spreekt in dit verband van horizontalisering
met behoud van een verticale positie voor de politie.