De documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend. Afwijkingen hierop
worden in de volgende paragrafen aangegeven.
 
Referentiekader
CROW publicatie 164c Handboek wegontwerp - gebiedsontsluitingswegen; CROW publicatie 207 Richtlijnen voor bebakening en markering van wegen; CROW publicatie 254 Carpoolpleinen van beleid tot uitvoering;
Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990.
Programma van eisen
Uitbreiding onder de volgende condities:
De gemiddelde bezetting van een plein is meer dan 50% en;
De absolute maximale bezetting ligt minder dan 4 plaatsen onder de capaciteit.
Dan kan het plein worden uitgebreid met ongeveer 5 plaatsen.
Verkleining onder de volgende condities:
Als de gemiddelde bezetting van een plein minder dan 20% is.
Dan wordt er geadviseerd om na te gaan wat de maximale bezetting is om een afweging te maken betreffende een eventuele verkleining van (de capaciteit) van het plein. De kosten voor deze maatregel moeten worden afgewogen tegen eventuele voordelen.
Eventuele voordelen voor een verkleining van een carpoolplein zijn:
Ruimere parkeervakken en/of rijstrook realiseren (minder kans op parkeerschade);
Aanleg omliggend groen op provinciaal terrein (afstemmen op de gewenste functie).
Maatvoering
De afmetingen van de vakken en rijbaan dienen voldoende te zijn om de kans op parkeerschade tot een normaal niveau te beperken. De kans op schade aan auto’s door fietsen dient te worden beperkt door een aparte aan-en afvoerruimte en vrijstaande fietsvoorzieningen. Daarnaast dient de afstand tussen fietsklemmen en parkeerplaatsen zodanig te zijn dat bij het stallen of meenemen van een fiets de kans op schade aan auto’s gering is.
Parkeren hart op hart 2,50 m;
Diepte parkeervakken 5,00 m, in geval van overstek 4,50 m; Breedte rijbaan 6,00 m.
Figuur 15.1             Afmetingen parkeerstroken 90’ met de rijrichting
Toegankelijkheid en vluchtwegen
Een carpoolplein heeft bij voorkeur één in- en uitgang waardoor het aantal vluchtwegen (over de weg) wordt beperkt (zie figuur 15.2).
Sociale veiligheid
Het is wenselijk dat een carpoolplein niet te afgelegen ligt en dat het carpoolplein goed zichtbaar is vanaf de (provinciale) weg en de nabijgelegen woningen.
Zichtbelemmerende obstakels (zoals hoge struiken) zijn niet wenselijk. De auto’s worden bij voorkeur parallel aan de belangrijkste zichtrichting
(meestal haaks op de doorgaande weg) geparkeerd. Voldoende verlichting, géén dimbare verlichting
Figuur 15.2             Ontwerp carpoolplein waarbij rekening is gehouden met
een eventuele gefaseerde uitbreiding.