Op diverse plekken in de provincie ligt een gedeelte van de provinciale weg binnen de bebouwde kom. Dit houdt onder andere in dat de maximumsnelheid op deze trajectdelen 50 km/uur is. In de huidige situatie is aan het wegprofiel echter niet altijd te herkennen dat dit trajectdeel binnen de bebouwde kom ligt
Wegprofiel
Om de herkenbaarheid van de trajectdelen binnen de bebouwde kom te vergroten wordt hier een ander wegprofiel toegepast. Hiermee wordt beoogd dat weggebruikers hun gedrag beter aan de situatie aanpassen en hun snelheid omlaag brengen.
Het wegprofiel dat binnen de bebouwde kom wordt toegepast, kenmerkt zich door de volgende punten:
Kantopsluiting aan beide zijden rijbaan (in bepaalde situaties wordt hiervan afgeweken, bijv. bij het ontbreken van alternatieven voor afwatering);
Bolgestraatte middengeleider;
Openbare verlichting langs traject;
Fietspaden worden in rood asfalt uitgevoerd
Er zijn hierbij twee profielen die kunnen worden toegepast, afhankelijk van de verkeersintensiteit. Bij een lage verkeersintensiteit (onder de 5.000 mvt/etmaal) ligt de nadruk meer op verblijven en kan het profiel zonder dubbele asmarkering worden toegepast. Bij een hogere verkeersintensiteit (boven de 5.000 mvt/etmaal) ligt de nadruk meer op het verkeer en de doorstroming. Hierbij past een meer verkeerskundig profiel met een dubbele asmarkering.
Lage verkeersintensiteit
Hierbij is er veel interactie in het verkeer tussen aanwezige woningen, bedrijven enz. Dit vraagt om een ander profiel dan indien er een hogere verkeersintensiteit is. Het dwarsprofiel ziet er dan als volgt uit:
Figuur 5.3               Dwarsprofiel binnen de bebouwde kom   lage verkeersintensiteit met kantopsluiting
Figuur 5.4               Dwarsprofiel binnen de bebouwde kom   lage verkeersintensiteit zonder kantopsluiting
graphic
Figuur 5.5               Voorbeeld dwarsprofiel binnen de bebouwde kom bij lage verkeersintensiteit
Hoge verkeersintensiteit
Hierbij is er nauwelijks interactie in het verkeer. Dit vraagt om een ander profiel dan indien er een lagere verkeersintensiteit is. Het dwarsprofiel ziet er dan als volgt uit:
Figuur 5.6               Dwarsprofiel binnen de bebouwde kom   hoge verkeersintensiteit met kantopsluiting
Figuur 5.7               Dwarsprofiel binnen de bebouwde kom   hoge verkeersintensiteit zonder kantopsluiting
Figuur 5.8               Voorbeeld dwarsprofiel binnen de bebouwde kom bij hoge verkeersintensiteit
Markering
Ook op de wegvakken binnen de bebouwde kom dient de markering conform de Essentiële Herkenbaarheidkenmerken (EHK) aangebracht te worden. Door het toepassen van kantopsluiting is echter geen kantmarkering nodig.
Voor het aangeven van de as zijn er twee mogelijkheden:
Lage verkeersintensiteit
Om het verschil tussen binnen en buiten de bebouwde kom te benadrukken wordt er voor gekozen om naast het toepassen van een bolgestraatte middengeleider geen asmarkering toe te passen. Door de aanwezigheid van in- en uitritten ligt de focus op uitwisselen. De bolgestraatte middengeleider zorgt hier voor de herkenbare rijrichtingscheiding.
Hoge verkeersintensiteit
Om het verschil tussen binnen en buiten de bebouwde kom te benadrukken wordt er voor gekozen om naast het toepassen van een bolgestraatte middengeleider een dubbele doorgetrokken asmarkering toe te passen. De focus ligt hier op doorstromen en minder op uitwisselen. Hier zorgt de bolgestraatte middengeleider in combinatie met de dubbele asmarkering voor de herkenbare rijrichtingscheiding en een inhaalverbod.
Parkeervakken
Net als buiten de bebouwde kom is het ook binnen de kom onwenselijk om een gebiedsontsluitingsweg te voorzien van parkeervakken. In veel gevallen is het echter niet mogelijk reeds bestaande parkeervoorzieningen op te heffen (o.a. ivm aanwonenden).
Een lange parkeerstrook heeft als nadeel dat hierdoor het wegprofiel breder gaat lijken dan gewenst. Daarom worden te handhaven parkeervakken om de 5 tot 7 vakken onderbroken door een uitstulping. Het wegbeeld wordt hierdoor smaller, wat het minder uitnodigend maakt om hard te rijden. Daarnaast worden de parkeervakken in een afwijkende verharding uitgevoerd met streetprint (of elementenverharding) waardoor het onderscheid tussen rijbaan en parkeerstrook duidelijker wordt.
Inhaalverbod of inhalen toegestaan
Binnen de kom kan het door bijvoorbeeld aansluitingen en parkeervoorzieningen gewenst zijn om een inhaalverbod in te stellen. Het aanbrengen van een doorgetrokken dubbele asmarkering is al voldoende om het inhaalverbod kenbaar te maken. Bij vele onderbrekingen van de markering door uitritten enz. blijft er echter niets over van een doorgetrokken streep. Hier werkt een inhaalverbod alleen als er bebording wordt geplaatst. In de landelijke omgeving is de dubbele doorgetrokken asmarkering voldoende om het inhaalverbod van kracht te laten zijn.
Binnen de bebouwde kom kunnen vele aansluitingen en parkeervoorzieningen ervoor zorgen dat een inhaalverbod geen zin heeft. Indien er dan sprake is van een hoge verkeersintensiteit dient de dubbele asmarkering duidelijk te maken dat van rijstrook wisselen een gevaarlijke manoeuvre kan zijn. De normale markering in dit soort gevallen buiten de bebouwde kom is een dubbele 9-3 asmarkering. Binnen de bebouwde kom wordt dit ook toegepast zodat de lengte van de markering in
samenhang met de snelheid de bestuurder duidelijk maakt dat overschrijding van de asmarkering gevaar kan opleveren.4
Fietspad
Binnen de bebouwde kom zal het fietspad in rood asfalt worden uitgevoerd. Door standaard voor een rode kleur te kiezen wordt zowel de aanwezigheid van het fietspad als de ligging in een stedelijke omgeving benadrukt. Om het rijcomfort voor de fietsers te verbeteren worden de fietspaden in principe in asfaltverharding uitgevoerd. Als op basis van het keuzeschema in paragraaf 4.2.2 blijkt dat asfaltverharding niet mogelijk is worden rode tegels toegepast.
Perceelaansluiting
Binnen de bebouwde kom worden perceelaansluitingen zoveel mogelijk conform paragraaf 3.2 en tekening H003-2 vormgegeven. De verharding tussen rijbaan en fietspad wordt in een duidelijk afwijkende kleur en in afwijkend materiaal uitgevoerd. Daarbij kunnen haaientanden aan beide zijden van het fietspad worden toegepast.
Tussenberm
Bij beperkte ruimte tussen weg en fietspad wordt in de tussenberm een afscheiding in de vorm van een dubbele RWS-band toegepast. De tussenruimte tussen beide RWS banden wordt voorzien van elementenverharding om het karakter van een weg binnen de bebouwde kom te onderstrepen.
Figuur 5.9               Inrichting tussenberm bibeko
4 In Nederland zijn proeven gaande met een dubbele asmarkering in de vorm van 9-1 en zelfs van 11-1. Er is echter nog geen onderzoek naar het gebruik van deze markeringen in relatie tot de verkeersveiligheid. Tot die tijd gewoon de dubbele asmarkering 9-3 toepassen.