Gemeenten zijn bevoegd tot het instellen van
komgrenzen (per 1-1-1995).
Referentiekader
CROW
publicatie 135, Bebouwde komgrenzen;
CROW
publicatie 164c, Handboek wegontwerp –
Gebiedsontsluitingswegen;
CROW
publicatie 207, Richtlijnen voor de bebakening en markering van
wegen.
Algemeen
Voor
een overgang van de bebouwde kom op een gebiedsontsluitingsweg (van
80 km/h naar 50 km/h) worden twee standaardoplossingen
gegeven:
Een
middengeleider;
Verhoogde bermen met en zonder langsliggende
fietspaden.
Voor
het ontwerp van de inrichting van de overgang van de bebouwde kom
is een standaardtekening beschikbaar, zie tekening H005 in bijlage
A: Standaardtekening overgang bebouwde kom.
Programma van eisen
Middengeleider verhoogd en verhard uitvoeren (niet
overrijdbaar).
Plateaus worden niet toegepast als aanduiding van
de komgrens.
Aandachtspunten
Accentueren grens bebouwde
kom
Om de
overgang tussen de snelheidsregimes binnen en buiten de bebouwde
kom te benadrukken wordt voorgesteld de komgrenzen te accentueren.
Hierbij ligt de nadruk op de weggebruiker die de bebouwde kom
nadert, omdat deze te maken gaat krijgen met een
snelheidsverlaging.
De
minimale maatregel die nodig is bij het accentueren van de bebouwde
kom grens is het plaatsen van zogenaamde portaalborden aan
weerszijden van de rijbaan. Hoewel dit niet verplicht is worden
deze portalen naast het bebouwde kom bord ook voorzien van een bord
“50” (bord A1) om de nieuwe maximumsnelheid aan te
geven.
Als
de bebouwde komgrens niet bij een kruising is gelegen, wordt deze
op het wegdek ook ondersteund door middel van dwars op de
rijrichting geplaatste markeringen (de zogenaamde
“psycho-bremsen”) zoals weergegeven in de figuur
hieronder.
Figuur 5.1
Impressie uitbuigen bebouwde
komgrens
Het
is daarnaast wenselijk om een middengeleider aan te brengen en de
rijstrook die de bebouwde kom in gaat zodanig uit te buigen dat ook
een fysieke snelheidsremmer ontstaat.
Figuur 5.2
Bovenaanzicht overgang bebouwde
kom
|
||||||