De documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend. Afwijkingen hierop worden in de volgende paragrafen aangegeven.
Referentiekader
CROW publicatie 164d Handboek wegontwerp – Erftoegangswegen; CROW publicatie 203 Richtlijn Essentiële Herkenbaarhei dkenmerken.
Aandachtspunten
Fietsers op de parallelweg of via een apart fietspad conform het stroomschema in paragraaf 3.1.3.
Indien een parallelweg onderdeel uitmaakt van een fietsroute, dient de parallelweg voorzien te zijn van suggestiestroken of fietsstroken.
Sluipverkeer op parallelwegen dient voorkomen te worden.
Bochtverbreding toepassen op parallelwegen in de volgende gevallen:
Verhardingsbreedte smaller dan 5,00 m en boogstraal kleiner dan 25 m.
Verhardingsbreedte groter of gelijk aan 5,00 m en boogstraal kleiner dan 25 m.
Semi-bermverharding langs parallelwegen moet goed berijdbaar zijn door fietsers en bromfietsers.
Eigendoms-, beheer- en onderhoudsgrenzen worden weergegeven in Bijlage E.
Stroomschema keuze fietspad bij parallelweg
In Bijlage F is een stroomschema met toelichting opgenomen waarmee vastgesteld dient te worden of fietsverkeer op de parallelweg of via een vrijliggend fietspad moet worden afgewikkeld. Deze keuze hangt onder andere af van de verkeers- en fietsintensiteiten en de beschikbare ruimte.
Programma van eisen
Standaard dwarsprofiel conform CROW publicatie 203 Richtlijn Essentiële Herkenbaarheidkenmerken.
Type II (zonder markering) wordt niet toegepast als doorgaande parallelstructuur.
In onderstaande punten is het programma van eisen weergegeven voor het
dwarsprofiel van parallelwegen type I en II.
Type I (met markering, optie A, B1, B2 en C3 uit afwegingskader):
Maximumsnelheid: 60 km/h; Aantal rijstroken: 1;
Breedte rijloper: 2,50 m – 5,20 m; Markering: kantmarkering;
Verhardingsbreedte: minimaal 4,50 m; Obstakelvrije zone: 1,50 m;
Buitenberm: minimaal 1,50 m;
Type II (zonder markering):
Maximumsnelheid: 60 km/h; Aantal rijstroken: 1;
Breedte rijloper: gelijk aan verhardingsbreedte; Markering: geen;
Verhardingsbreedte: maximaal 4,50 m ; Buitenberm: minimaal 1,50 m.
 
Programma van eisen Parallelweg Type I
Type I met vrijliggend fietspad (optie A uit het afwegingskader, zie figuur 3.1 / 3.2 en tekening H003-1 in bijlage A):
Maximumsnelheid: 60 km/h; Aantal rijstroken: 1;
Rijloper 4,50 met 2x 0,40 uitwijkstroken; Verhardingsbreedte: 5,50 m;
Obstakelvrije zone: 1,50 m vanaf kant asfalt; Buitenberm: minimaal 1,50 m.
Figuur 3.1               Dwarsprofiel optie A uit het stroomschema, vrijliggend fietspad, eenzijdig in twee richtingen
Figuur 3.2               Dwarsprofiel optie A uit het stroomschema, vrijliggend fietspad, tweezijdig in een
richting
Type I met fiets- of suggestiestroken (optie B1 en B2 uit het afwegingskader, zie figuur
3.3 / 3.4 en tekening H003-1 in bijlage A):
Maximumsnelheid: 60 km/h; Aantal rijstroken: 1;
Rijloper 3,00 m met 2x 1,25 m fietsstroken (in rood asfalt met fietssymbool, zie figuur 3.3);
Rijloper 3,00 m met 2x 1,15 m suggestiestroken (zwart asfalt toepassen over de gehele breedte, zie figuur 3.4);
Verhardingsbreedte: 5,70 m;
Obstakelvrije zone: 1,50 m vanaf kant asfalt; Buitenberm: minimaal 1,50 m.
Figuur 3.3               Parallelweg met fietsstroken (optie B1 uit het afwegingskader)
Figuur 3.4               Parallelweg met suggestiestroken (optie B2 uit het afwegingskader)
Type I met suggestiestroken (optie C3 uit het afwegingskader, zie figuur 3.5 en
tekening H003-1 in bijlage A):
Maximumsnelheid: 60 km/h; Aantal rijstroken: 1;
Rijloper 2,50 m met 2x 1,15 m suggestiestroken (zwart asfalt toepassen over de gehele breedte, zie figuur 3.5);
Verhardingsbreedte: 5,00 m;
Obstakelvrije zone: 1,50 m vanaf kant asfalt; Buitenberm: minimaal 1,50 m.
Figuur 3.5               Parallelweg met suggestiestroken (optie C3 uit het afwegingskader)