De
documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend.
Afwijkingen hierop worden in de volgende paragrafen
aangegeven.
Referentiekader
Aandachtspunten
Sluipverkeer op parallelwegen dient voorkomen te
worden.
Bochtverbreding toepassen op parallelwegen in de
volgende gevallen:
Stroomschema keuze fietspad bij
parallelweg
In
Bijlage F is een stroomschema met toelichting opgenomen waarmee
vastgesteld dient te worden of fietsverkeer op de parallelweg of
via een vrijliggend fietspad moet worden afgewikkeld. Deze keuze
hangt onder andere af van de verkeers- en fietsintensiteiten en de
beschikbare ruimte.
Programma van eisen
In
onderstaande punten is het programma van eisen weergegeven voor
het
dwarsprofiel van parallelwegen type I en
II.
Type I (met markering, optie A, B1, B2 en C3
uit afwegingskader):
Buitenberm: minimaal 1,50 m;
Type II (zonder
markering):
Programma van eisen Parallelweg Type
I
Type I met vrijliggend fietspad (optie A uit
het afwegingskader, zie figuur 3.1 / 3.2 en tekening H003-1 in
bijlage A):
Figuur 3.1
Dwarsprofiel optie A uit het
stroomschema, vrijliggend fietspad, eenzijdig in
twee richtingen
Figuur 3.2
Dwarsprofiel optie A uit het
stroomschema, vrijliggend fietspad, tweezijdig in
een
Type I met fiets- of suggestiestroken (optie B1
en B2 uit het afwegingskader, zie figuur
3.3 / 3.4 en tekening H003-1 in bijlage
A):
Verhardingsbreedte: 5,70 m;
Figuur 3.3
Parallelweg met fietsstroken (optie B1 uit het
afwegingskader)
Figuur 3.4
Parallelweg met suggestiestroken
(optie B2 uit het afwegingskader)
Type I met suggestiestroken (optie C3 uit het
afwegingskader, zie figuur 3.5 en
tekening H003-1 in bijlage
A):
Verhardingsbreedte: 5,00 m;
Figuur 3.5
Parallelweg met suggestiestroken
(optie C3 uit het afwegingskader)
|
||||||