De documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend. Afwijkingen hierop
worden in de volgende paragrafen aangegeven.
Referentiekader
CROW publicatie 203 Richtlijn Essentiële Herkenbaarhei dkenmerken; CROW, Standaard RAW bepalingen 2010;
Nationaal pakket Duurzaam bouwen GWW; Besluit Bodemkwaliteit;
CROW publicatie 207 Richtlijnen voor bebakening en markering van wegen.
Aandachtspunten
Minimum asfaltbreedte 6,40 m;
Kantmarkering overgang wegvak – kruisingen; Belijning uitritten;
Toepassen ribbelmarkering;
Belijning bij afwijkende snelheden.Programma van eisen
In onderstaande punten is het programma van eisen weergegeven voor de belijning van gebiedsontsluitingswegen.
Materiaal:
Markering / belijning moet worden aangebracht in thermoplastisch materiaal, met een (KOMO) certificaat (alleen in tijdelijke situaties, korter dan 2 jaar, kan reflecterende wegenverf worden toegepast).
Hoeveelheid te gebruiken thermoplastisch markeringsmateriaal:
SMA: 8 kg/m2 (slofapplicatie), laagdikte 3 mm;
ZOAB:10 kg/m2 (slofapplicatie), laagdikte 3 mm;
DAB: 7 kg/m2 (slofapplicatie), laagdikte 3 mm;
ZSA kg/m2 (slofapplicatie), laagdikte 3 mm. Niet uitlogen, oplossen, afspoelen.
Niet schadelijk voor het milieu.
Vormgeving:
De belijning wordt uitgevoerd conform CROW publicaties 203 en 207. Indien landbouwverkeer gebruik maakt van de hoofdrijbaan dan wordt 9-3 belijning toegepast conform CROW publicatie 203, zie figuren 2.6 en 2.7. Indien landbouwverkeer gebruik maakt van de hoofdrijbaan geldt een inhaalverbod, waarbij het inhalen van landbouwverkeer is toegestaan (bord F01 met onderbord OB101 "inhalen [symbool tractor] toegestaan).
Hierop geldt de volgende uitzondering: indien onvoldoende inhaalzicht aanwezig is in het horizontale alignement (zoals bij bochten) en / of het verticale alignement (zoals bij viaducten en onderdoorgangen) moet een doorgetrokken asmarkering worden toegepast.
Figuur 2.6               Figuur 2.7
Belijning met doorgetrokken asmarkering               Belijning met 9-3 asmarkering
Voor verschillende wegbreedten gelden verschillende afmetingen tussen de belijning,
zie onderstaande tabel 2.1. De minimum asfaltbreedte bedraagt 6,40 m.

 
Tabel 2.1
 
 
Markering en rijstrookbreedtes gebiedsontsluitingsweg
 
 
 
 
totale
redres-
kant-
rijstrook
schei-
rijbaan-
schei-
rijstrook
Kant-
redres-
weg-
seer-
streep
 
 
dings-
schei-
ding-
 
 
streep
seer-
breedte
strook
 
 
 
 
streep
ding
streep
 
 
 
 
strook
7,50
0,30
0,15
2,75
0,15
0,80
0,15
2,75
0,15
0,30
7,00
0,30
0,15
2,75
0,15
0,30
0,15
2,75
0,15
0,30
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
6,90
0,30
0,15
2,75
0,10
0,30
0,10
2,75
0,15
0,30
6,80
0,30
0,15
2,75
0,10
0,20
0,10
2,75
0,15
0,30
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
6,70
0,25
0,15
2,75
0,10
0,20
0,10
2,75
0,15
0,25
6,60
0,20
0,15
2,75
0,10
0,20
0,10
2,75
0,15
0,20
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
6,50
0,15
0,15
2,75
0,10
0,20
0,10
2,75
0,15
0,15
6,40
0,15
0,15
2,70
0,10
0,20
0,10
2,70
0,15
0,15
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Kantmarkering overgang bij kruispunten:
Ter plaatse van een kruispunt wordt de kantmarkering doorgetrokken.
Voor de rijstrook/rijstroken naar het kruispunt toe begint de doorgetrokken kantmarkering bij:
Het begin van de voorsorteer-/opstelstroken;
Indien voorsorteer-/opstelstroken ontbreken: bij het begin van het puntstuk; Wanneer het puntstuk op meer dan 100 m voor het middelpunt van het
kruispunt ligt dan wordt 100 m voor het middelpunt van het kruispunt als beginpunt toegepast.
Voorbij het kruispunt eindigt de doorgetrokken kantmarkering bij:
Het einde van de verdrijfstrepen bij een invoeging of samenvoeging;
Indien geen middengeleider dan wordt de afstand van naar het kruispunt toe voor die tak aangehouden;
Indien wel een middengeleider en geen invoeging/samenvoeging: 20 m na het kruisingsvlak. Bij de aanwezigheid van een fietsoversteek geldt de 20 m vanaf de fietsoversteek. Indien einde puntstuk middengeleider eerder eindigt, dan wordt dit als einde doorgetrokken markering toegepast.
De doorgetrokken kantmarkering wordt toegepast bij alle kruispuntvormen:
voorrangskruising, rotonde en VRI.
In onderstaande figuur 2.8 is als voorbeeld de overgang ter hoogte van een puntstuk
van een rotonde weergegeven.
overgang
doorgetrokken kantmarkering
naar 3-3 kantmarkering t.h.v. puntstuk
Figuur 2.8               Voorbeeld belijning overgang kantmarkering rotonde
Belijning bij uitritten:
Een nieuwe uitrit op een gebiedsontsluitingsweg wordt niet toegestaan. Voor bestaande uitritten gelden de volgende eisen.
De asmarkering bij uitritten wordt als volgt vormgegeven:
Bij een doorgetrokken asmarkering wordt de asstreep ter hoogte van de uitrit 1-1 uitgevoerd (figuur 2.9);
Bij een onderbroken (9-3) asmarkering blijft de 9-3 asstreep ter hoogte van de uitrit ongewijzigd (figuur 2.10).
De ter plaatse aanwezige kantmarkering wordt ter hoogte van de uitrit doorgezet.
uitrit
uitrit
Figuur 2.9               Figuur 2.10
Belijning t.h.v. uitrit met doorgetrokken   Belijning t.h.v. uitrit met onderbroken
asmarkering             asmarkerin
Toepassing van ribbelmarkering
Bij het overrijden van de ribbelmarkering (ook wel ‘geprofileerde markering’ genoemd) wordt de bestuurder gewaarschuwd door middel van akoestische en dynamische (trilling voelbaar in het stuur) signalen. Over het algemeen wordt ribbelmarkering toegepast om de bestuurder te waarschuwen voor afwijkingen van het wegprofiel, met name de bermen.
Ribbelmarkering is toepasbaar in de volgende gevallen:
 
  • Krappe of zachte berm;
  • Steile taluds;
  • Weinig objectafstand tot onverwijderbare obstakels of watergangen.
Ribbelmarkering wordt in de omgeving van woningen vanwege het risico op geluidsoverlast niet toegepast.
Belijning bij afwijkende snelheden:
Op een Gebiedsontsluitingsweg type II met een plaatselijk geldende maximumsnelheid lager dan 80 km/u, wordt de belijning toch aangebracht conform GOW type II.
In tabel 2.2 en de figuren 2.11 A en B is per wegcategorie weergegeven op welke wijze de
kant- en asmarkering dient te worden toegepast.

 
Tabel 2.2
Kant- en asmarkering van wegvakken
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Wegcategorie
Kantmarkering
Asmarkering
Figuur
Gebiedsontsluitingsweg
Doorgetrokken
2.11 A
 
 
3-3
(zonder landbouwverkeer)
 
 
 
 
 
 
Gebiedsontsluitingsweg
9-3
2.11 B
 
 
3-3
(met landbouwverkeer)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
A                 B
Figuur 2.11             Kant- en asmarkering van wegvakken