De documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend. Afwijkingen hierop worden in de volgende paragrafen aangegeven.
Referentiekader
Provincie Zuid-Holland, Standaardbestek VRI; Functionele Software Specificatie VRI.
 
Algemeen
Verkeersveiligheid:
Deelconflicten op provinciale kruispunten worden vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid niet toegestaan.
Conform het basisprincipe van duurzaam veilig waarbij grote verschillen in massa en/of snelheid vermeden moeten worden, wordt het langzaam verkeer op gebiedsontsluitingswegen ongelijkvloers afgewikkeld. Uitzondering hierop zijn bestaande kruisingen waar hiervoor de ruimte ontbreekt.
Verkeersafwikkeling:
Het verkeer op het kruispunt dient vlot te worden afgewikkeld. Het kruispuntontwerp dient dan ook zoveel rijstroken en opstelstroken te hebben dat aan onderstaande voorwaardes wordt voldaan:
Bij nieuwe kruispunten wordt al het verkeer afgewikkeld binnen een cyclustijd van 90s.
Langzaam verkeer wacht maximaal 90s op bestaande en nieuwe kruispunten.
Ontwerp:
De detaileisen waaraan de verkeersregelinstallatie hardwarematig en softwarematig moet voldoen zijn opgesomd de documenten zoals benoemd in het referentiekader. Van toepassing is de vigerende versie op het moment van het doen van de aanbieding, offerte of inschrijving.
Indien niet van het standaardbestek VRI gebruik wordt gemaakt volgens de RAW-systematiek met vooraf omschreven hoeveelheden, dan geldt het standaardbestek VRI als eisendocument. Alle hoeveelheden zijn dan ngh (niet genoemde hoeveelheden).
Alle in het project gebruikte materialen voor de verkeersregelinstallatie dienen te voldoen aan de eisen zoals omschreven voor het betreffende materiaal in hoofdstuk 2 van het standaardbestek VRI.
Prioritering verkeersdeelnemers
Algemeen
Aan lijnbussen wordt conditionele prioriteit gegeven;
Aan hulpdiensten wordt absolute prioriteit gegeven als het een spoedeisende rit betreft waarbij sirene en zwaailicht wordt gevoerd;
De fasenvolgorde en de groentijden worden zo ingesteld dat er een minimalisatie is van alle verliestijden (m.u.v. busprioriteiten);
De wachttijd voor fietsers en voetgangers mag niet langer zijn dan 90 s.;
Getracht wordt de wachttijd voor de doorgaande richtingen (provinciale weg) te minimaliseren. De wachttijd voor de doorgaande richtingen weegt zwaarder dan de wachttijd voor de overige richtingen;
Voor de zijrichtingen wordt een langere wachttijd geaccepteerd dan voor de doorgaande richtingen. Vanuit beleid wordt er op specifieke locaties in de regeling voorrang gegeven aan doelgroepen zoals vrachtverkeer en doorgaand verkeer;
VRI’s bij kruisingen met congestieproblemen worden voorzien van filelussen.
Prioritering openbaar vervoer en hulpdiensten:
Indien aan openbaar vervoer en/of hulpdiensten prioriteit wordt toegekend, betekent dit dat het betreffende voertuig op ruime afstand voor het kruispunt wordt gedetecteerd middels KAR (Korte Afstand Radio). Op het moment van inmelding krijgt het betreffende voertuig prioriteit in de regeling. Bij het openbaar vervoer is de mate van prioriteit afhankelijk van of de bus te vroeg, te laat of op tijd is.
Figuur 10.1             Tovergroen
Prioritering vrachtverkeer:
Op kruispunten met veel vrachtverkeer kan eraan gedacht worden om extra (prioritering) voorzieningen voor vrachtverkeer op te nemen. Een maatregel die hiervoor specifiek in aanmerking komt is “Tovergroen”. Voor het kunnen toepassen van “Tovergroen” gelden de volgende voorwaarden:
Het aandeel vrachtverkeer is meer dan 10 %;
Het meeste vrachtverkeer dient een rechtdoorgaande beweging te maken; Er moet voldoende restcapaciteit in de regeling zijn.
Fietsen en voetgangers:
Fiets- voetgangerrichtingen worden in principe alleen op aanvraag gerealiseerd;
Fiets- voetgangerrichtingen worden altijd conflictvrij gerealiseerd.
VRI’s in de nabijheid van beweegbare bruggen:
Brugopeningen in de nabijheid van een geregeld kruispunt hebben een belangrijke invloed op de afwikkeling op het kruispunt. Alle provinciale VRI’s nabij een beweegbare brug dienen voorzien te worden van een koppeling met de brug. De koppeling bestaat uit drie signalen:
 
Wens brug draaien;
 
Vri gereed;
 
Brug open (=landverkeersseinen aan).
Op basis van deze signalen draait de VRI een voorbrug programma, een brugprogramma en een nabrug programma.
VRI’s in nabijheid van toerit doseerinstallaties (TDI):
Staat de VRI in nabijheid van een TDI dan kan deze er mee gekoppeld worden en ontvangt de VRI de volgende drie signalen van de TDI.
 
TDI in bedrijf;
 
TDI doseert;
 
File op toerit.
Als TDI in bedrijf en TDI doseert, dan gaat VRI doseren richting toerit.
Als TDI in bedrijf, doseert en file op toerit, dan gaat VRI-richtingen blokkeren naar de toerit.
VRI's in nabijheid van spoorwegovergangen:
De VRI wordt gekoppeld met het A en B signaal van de AHOB. Als er een trein aankomt worden toevoerende richtingen geblokkeerd en afvoerende richtingen met prioriteit gerealiseerd.
VRI's op congestiegevoelige kruisingen:
Op richtingen met regelmatige congestie worden filelussen aangebracht. Dit kan stroomopwaarts of stroomafwaarts van het kruispunt zijn. In de software worden file-ingrepen opgenomen conform de functionele software specificatie. Afhankelijk van het type file worden richtingen gestimuleerd, gedoseerd of geblokkeerd om de file te laten verdwijnen of het kruisvlak vrij te houden als het verkeer niet kan afrijden.