Kenmerk 1: informatiegestuurd Kenmerk 2: netwerkend werken Kenmerk 3: burgergericht Kenmerk 4: virtueel en fysiek Kenmerk 5: van wijk tot wereld Wat betekent dit voor de functie van rechercheur?
Voor de komende jaren heeft de Nationale Politie de ambitie om de effectiviteit van de aanpak van de criminaliteit te vergroten. Het vergroten van de slagkracht is een van de strategische thema’s van de Nationale Politie. De urgentie is hoog. In een krantenbericht in 2010 spreekt de huidige kwartiermaker van Oost-Nederland van een ‘dreigende crisis in de opsporing’. Hij stelt dat de politie te weinig misdrijven oplost en dat de pakkans bij sommige delicten, zoals bij vermogensdelicten en fraude, ver achter blijft bij het gemiddelde van 20 à 25 procent (geciteerd in lectorale rede Kop).
Om deze ambitie te realiseren kiest de Nationale Politie voor een probleemgerichte aanpak waarin zij samen met het bestuur en het OM allianties aangaat met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het dienstverleningsconcept krijgt in het opsporingsproces concreet invulling in de contacten met slachtoffers en burgers.
Een belangrijke ontwikkeling is de toename van het aantal ZSM-zaken. In de toekomst zal vijftig tot zeventig procent van de zaken niet meer voor de politierechter komen, maar op het politiebureau worden afgedaan (interview Leliveld).
De probleemgerichte aanpak en de gerichtheid op burgers en slachtoffers betekent dat in het opsporingswerk in de basispolitiezorg dezelfde kenmerken terug te vinden zijn als die we eerder genoemd hebben bij het werkproces handhaving en noodhulp. Ook hier gaat het om facetten van het werk die nu al actueel zijn. Tegelijkertijd is de opsporing een vak in beweging. Onder invloed van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en nieuwe technische mogelijkheden zullen zich steeds nieuwe werkwijzen en methoden aandienen.