Ruim vijftien procent van de Nederlandse
bevolking is nu 65 jaar of ouder. Volgens recente CBS-prognoses
(CBS, Statline, 2012) loopt het aandeel 65-plussers in de bevolking
op tot een vijfde in 2020 en tot een vierde in 2035 (Nidi rapport).
Nederland heeft daarbij te maken met een dubbele vergrijzing: we
worden niet alleen steeds ouder, maar het aantal 75-plussers stijgt
ook nog sneller dan het totale aantal ouderen.
Behalve van vergrijzing is er in Nederland ook
sprake van ontgroening. Al meer dan honderd jaar daalt het aandeel
van de jongeren in de totale bevolking, omdat vrouwen minder
kinderen krijgen en mensen langer leven. Na het midden van de jaren
zestig is het aantal geboortes fors gedaald. Verdergaande
individualisering, de emancipatie van vrouwen, een toenemende
arbeidsparticipatie van vrouwen en uitstel van het eerste kind
dragen bij aan een lager kindertal per vrouw. Onderstaande grafiek
geeft het percentage ouderen ten opzichte van het percentage
twintigplussers (CBS).
fiiguur 1
![]() Bron: CBS
Naast vergrijzing en ontgroening is er een derde
demografische trend: de ontwikkeling van het percentage allochtonen
in de bevolking. Tussen 2011 en 2024 stijgt dit percentage met
circa drie procent, van bijna 21 naar bijna 24 procent. Deze
stijging komt voor tweederde voor rekening van de niet-westerse
allochtonen (paper ROA). Deze groep niet-westerse allochtonen woont
niet evenredig verspreid over Nederland, maar is ruimtelijk
geconcentreerd. Bijna veertig procent woont in het westen van het
land, met name in de vier grote steden. Binnen de grote steden
wonen allochtonen vaak in specifieke wijken en buurten (CBS
2010:129). In Amsterdam was in 2011 de meerderheid van de inwoners
allochtoon.
De werkloosheid naar herkomst laat aanzienlijke
verschillen zien. Van de niet-westerse allochtonen in 2011 was ruim
dertien procent van de beroepsbevolking werkloos. Bij autochtonen
was dat ruim vier procent (CBS.nl). Onder invloed van de
economische crisis in grote delen van de wereld is het denkbaar dat
de internationale (arbeids)mobiliteit blijft toenemen. Nederland
blijft immers voor velen een beter alternatief dan het thuisland
(interview dominee Koney).
Verbonden met de demografische ontwikkeling is er
de verdergaande verstedelijking. Dit is een trend die de komende
jaren zal doorgaan. Demografen verwachten dat in 2050 tweederde van
de wereldbevolking in de steden zal wonen (Ode, mei 2012). Ook voor
Nederland voorspelt het CBS (persbericht oktober 2011) dat de groei
van de bevolking in de Randstadprovincies onverminderd door zal
zetten. Tussen 2010 en 2025 groeit de bevolking in de Randstad-
provincies naar verwachting met zevenhonderdduizend, het aantal
huishoudens met ruim vierhonderdduizend. Een groot deel van de
bevolkingsgroei vindt plaats in de grote steden. Zo groeit
Amsterdam met 110.000 inwoners.
Buiten de Randstadprovincies doet de groei zich
vooral voor in steden met bovenregionale voorzieningen, zoals
hogere onderwijsinstellingen. Een derde van de gemeenten in
Nederland krijgt te maken met een krimp van 2,5 procent of meer.
‘Voor de toekomst van Nederland is het belangrijk dat de
Randstad haar stedelijke functie kan vervullen en in staat is om de
kansen die hier zijn te benutten en om de mensen mee te nemen. Dit
hangt af van de kracht van het regionaal stedelijk bestuur en het
Rijk. Ik voel heel sterk die opgave’ (interview
Verkerk).
|
||||||||