De
documenten zoals genoemd bij het referentiekader zijn leidend.
Afwijkingen hierop
worden in de volgende paragrafen
aangegeven.
11.1.1.
|
Referentiekader
|
|
CROW publicatie 164c Handboek
wegontwerp - Gebiedsontsluitingswegen;
|
CROW
publicatie 164d Handboek wegontwerp -
Erftoegangswegen.
|
Voorkomen van
conflictafdekking;
Voorkomen van snelle opeenvolging van de cycli
waarnemen - verwerken - beslissen –
handelen;
Veiligheid fietsoversteek.
Programma van eisen
Voor
het ontwerp van een voorrangskruising is een standaardtekening
beschikbaar, zie
tekening H011 in bijlage A, Standaardtekening
voorrangskruising, overzichtstekening.
Het
kruispunt moet voorzien zijn van linksafstroken, indien er op de
hoofdrichting minimaal 50 voertuigen per dag
linksafslaan.
Breedte rijstroken is 3,10 m.
De
blokmarkering tussen de doorgaande rijstrook en linksafvak is 0,45
m. Een verhoogde middengeleider wordt toegepast indien een
belangrijke
fietsroute de provinciale weg
kruist.
Als
er geen middengeleider wordt toegepast worden de linksafvakken door
middel van markering aangegeven. Zie hiervoor de figuren 11.1 en
11.2.
Rechtsafstroken worden niet toegepast, in verband
met de kans op afdekongevallen. De situatie is alleen van
toepassing op ongeregelde voorrangkruispunten met zijwegen waarop
verkeer in de richting van het kruispunt is toegestaan. Voor halve
aansluiting waarbij het verkeer uit de zijweg door middel van een
eigen strook invoegt en de hoofdrijbaan niet kruist, is dit niet
van toepassing.
Het
kruispunt moet in alle richtingen berijdbaar zijn door trekkers met
opleggers van 16,50 m. Langere voertuigen (tot 22 m) moeten gebruik
kunnen maken van verhoogd overrijdbare
weggedeelten.
Figuur 11.1
Dwarsprofiel t.h.v.
linksafvak
35
m
65 m
Figuur 11.2
Linksafvak bij
voorrangskruispunt