Profiel van vrije ruimte
Programma van eisen in de breedte
Minimale breedte rijbaan conform de dwarsprofielen in Hoofdstuk 2, 3 en 4; Onder of op kunstwerken kan de minimale obstakelvrije zone niet worden
gehaald en is een afschermvoorziening benodigd:
Afschermvoorziening op een brug, duiker of viaduct: geleiderail en kerende leuning (zie figuren 17.1 t/m 17.4);
Afschermvoorziening onder een viaduct of in een onderdoorgang: geleiderail (zie figuren 17.5 t/m 17.7).
De objectafstand is gelijk aan die bij afschermvoorzieningen in aardebaan, namelijk 1,0 m. Over korte afstand bedraagt de minimum objectafstand:

 
o
Bij 100 km/h:
0,60 m;
o
Bij 80 km/h:
0,60 m;
o
Bij 60 km/h:
0,50 m.
Programma van eisen in de hoogte
De normale doorrijdhoogte bedraagt 4,60 m voor motor- en
landbouwvoertuigen en is als volgt bepaald:

 
o
Hoogte ontwerpvoertuig
4,00 m;
o
Verticale bewegingen
0,25 m;
o
Verticale objectafstand
0,25 m;
o
Reservering
0,10 m.
Op erftoegangswegen geldt een minimum doorrijdhoogte van 4,25 m. Voor fietsverkeer geldt een doorrijdhoogte van minimaal 2,60 m.
Aandachtspunten
In een onderdoorgang kan de barrier worden opgenomen in de tunnelwand wanneer het plaatsen van een geleiderail niet mogelijk is.
Op kunstwerk wordt een ander type geleiderail toegepast dan in aardebaan (standaardtypen: VLP 1R 133-80 en VLP 1R 133-60).
In een onderdoorgang voor auto- en fietsverkeer verdient een getrapte opbouw van het dwarsprofiel de voorkeur. Het fietspad ligt hoger dan de rijbaan in verband met de geringere doorrijdhoogte.
170            Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
Kunstwerken
 
  1. Hellingen
Programma van eisen
Maatgevend is het aanbevolen hellingspercentage voor fietsers, zoals weergegeven in tabel 17.1.
Tabel 17.1   Hoogteverschil en aanbevolen hellingspercentages voor fietsers

 
Hoogteverschil
Aanbevolen
Maximale
[m]
hellingspercentage
hellingspercentage
1,00
7,5
8,0
2,00
4,7
8,0
3,00
3,2
6,5
4,00
1,8
4,2
5,00
1,2
2,0
Als fietsers niet maatgevend zijn, is het hellingspercentage maximaal 5%. De afrondingsstraal van de topboog (bolle boog) is afhankelijk van de
ontwerpsnelheid, waarbij het gewenste stopzicht voor autobestuurders maatgevend is.
De afrondingstraal in de voetboog (holle boog) is minimaal gelijk aan die in de topboog, gewenst is tweemaal zo groot.
Aandachtspunten
Het maximale hoogteverschil voor fietsers bedraagt 5,00 m, bij grotere hoogteverschillen dient halverwege een plateau (een vlak gedeelte met een lengte van 25,00 m) te worden aangelegd.
Bij hellingen met een hoogteverschil kleiner dan 5,00 m kan voor de fietsers ook halverwege een plateau worden toegepast. Hierdoor ontstaan er twee hellingen met een kleiner hoogteverschil, waardoor grotere hellingspercentages mogen worden toegepast.
Een helling vrij steil laten beginnen en vervolgens flauwer laten worden, komt het comfort voor fietsers ten goede.
Onder aan de helling dient zich geen kruispunt of scherpe bocht te bevinden.
Het samengestelde profiel van vrije ruimte dient op alle plaatsen waar verkeer kan rijden / stilstaan te voldoen aan de hierboven gestelde eisen, rekeninghoudend met de breedte, de hoogte, de hellingen, de toegepaste horizontale en verticale bogen, de verkantingen en de vorm van het kunstwerk.
171            Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
Kunstwerken
 
  1. Nieuwbouw
In onderstaande punten is het programma van eisen weergegeven voor het dwarsprofiel van gebiedsontsluitingswegen (type II) op kunstwerken met en zonder fietspad.
Gebiedsontsluitingsweg 1x2 type II over korte kunstwerken met een overspanning van meer dan 1,0 m en minder dan 5,0 m, met en zonder fietspad (figuur 17.1 en 17.2):
Constructief voldoen aan de zwaarste belastingsklasse; Vlucht- en bergingszone: 2,40 m;
Verhardingsbreedte: 7,50 m;
Totale doorrijdbreedte: 11,40 m;
Dwarsprofiel fietspad conform paragraaf 4.1.3: breedte 3,50 m, obstakelvrije zone 0,50 m.
Figuur 17.1   Dwarsprofiel GOW 1x2 type II over een kort kunstwerk (> 1,0 m en < 5,0 m)
Figuur 17.2             Dwarsprofiel GOW 1x2 type II over een kort kunstwerk (> 1,0 m en < 5,0 m) met fietspad
Gebiedsontsluitingsweg 1x2 type II over lange kunstwerken met een overspanning van
meer dan 5,0 m met en zonder fietspad (figuur 17.3 en 17.4):
Constructief voldoen aan de zwaarste belastingsklasse; Objectafstand: 1,00 m;
Verhardingsbreedte: 7,50 m;
Totale doorrijdbreedte: 8,60 m;
Dwarsprofiel fietspad conform paragraaf 4.1.3: breedte 3,50 m, obstakelvrije zone 0,50 m.
172            Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
Kunstwerken
Figuur 17.3   Dwarsprofiel GOW 1x2 type II over een lang kunstwerk (> 5,0 m)
Figuur 17.4             Dwarsprofiel GOW 1x2 type II over een lang kunstwerk (> 5,0 m) met fietspad
Gebiedsontsluitingsweg 1x2 type II onder korte kunstwerken: breder dan 1,0 m en smaller dan 5,0 m zonder fietspad (figuur 17.5):
Constructief voldoen aan de zwaarste belastingsklasse; Vlucht- en bergingszone 2,40 m;
Verhardingsbreedte 7,50 m;
Totale doorrijdbreedte 11,40 m.
Figuur 17.5   Dwarsprofiel GOW 1x2 type II onder kunstwerk breder dan 1,0 m en smaller dan 5,0 m
173            Handboek Ontwerpcriteria Wegen 4.0
Kunstwerken
Gebiedsontsluitingsweg 1x2 type II onder lange kunstwerken: groter dan 5,0 m met en
zonder fietspad (figuur 17.6 en 17.7):
Constructief voldoen aan de zwaarste belastingsklasse; Objectafstand: 1,00 m;
Verhardingsbreedte: 7,50 m;
Totale doorrijdbreedte: 8,60 m;
Dwarsprofiel fietspad conform paragraaf 4.1.3: breedte 3,50 m, obstakelvrije zone 0,50 m;
Fietspad verhoogd ten opzichte van GOW wegens beperkter benodigde doorrijdhoogte (hoogte afhankelijk van situatie) met afschermvoorziening aan de wegzijde;
Uit oogpunt van sociale veiligheid is een schuine wand langs het fietspad gewenst.
Figuur 17.6   Dwarsprofiel GOW 1x2 type II onder kunstwerk breder dan 5,0 m
Figuur 17.7   Dwarsprofiel GOW 1x2 type II onder kunstwerk breder dan 5,0 m met fietspad
Verhardingsopbouw op kunstwerken:
Op kunstwerken wordt een verhardingsopbouw toegepast die zo weinig mogelijk vocht
en dooizout doorlaat (zie tabel 17.2).

 
Tabel 17.2
Standaardverhardingsopbouw op kunstwerken
 
 
Laag
Type
Dikte
Toplaag
SMA-NL 8B
30 mm
 
 
Afstrooien met steenslag 1/3 (2,0 kg/m2)
 
 
 
 
AC 22 bind T2
60 mm
Onderlagen
Latexfalt Safegrip of vergelijkbaar
conform leverancier