Bij het ontwerpen van openbare verlichting dient rekening gehouden te worden met de onderstaande aspecten:
Verkeersveiligheid;
Duurzaamheid en milieu; Omgevingskwaliteit.
 
Verkeerveiligheid:
Verkeersveiligheid is een belangrijk aspect bij het wegbeheer en openbare verlichting kan daarbij een hulpmiddel zijn. De complexiteit van de wegsituatie bepaalt mede de keuze om verlichting aan te leggen.
De provincie kiest ervoor om de weginrichting zodanig vorm te geven dat er in een standaardsituatie geen openbare verlichting nodig is. De weggebruiker zal, bij donker, zonder dit hulpmiddel zijn of haar weg moeten kunnen vinden. De aanwezigheid van een fietspad, parallelweg, kruising, viaduct, tunnel of een doelgroepenstrook kan mede bepalend zijn bij de keuze voor wel of geen verlichting. Als het antwoord ja is, komt vervolgens de vraag aan de orde welke soort verlichting er moet worden aangelegd en welke sturingsmogelijkheden, dimbaar of dynamisch, er moeten zijn.
Met het keuzemodel openbare verlichting dient bepaald te worden of verlichting noodzakelijk is en welke maatregelen toepasbaar zijn.
Beleidsdoelstelling van de provincie is:
Alleen OVL aanbrengen als dit noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid.
 
Duurzaamheid en Milieu:
De provincie zet zich als wegbeheerder in voor duurzame aanleg en onderhoud van verkeersinfrastructuur. Dit omvat o.a. ook energiebesparing in openbare verlichting en verkeersregelinstallaties. Verder streeft de provincie naar een CO2-neutrale bedrijfsvoering en een 100% duurzame aanbesteding.
Concreet betekent dit voor de OVL:
Een weloverwogen keuze maken om verlichting aan te brengen; Beperken van de brandduur van de verlichting door te dimmen; Duurzaamheidseisen stellen aan de toegepaste materialen.
Duurzame materialen en systemen:
De provincie past nieuwe technieken toe (dimsystemen en led lampen) bij de aanleg van OVL en gebruikt duurzame materialen en systemen. Bij het toepassen van nieuwe technieken dient altijd goed beschouwd te worden of de energiebesparing en betrouwbaarheid daadwerkelijk gehaald kan worden.
Beleidsdoelstelling van de provincie is:
De provincie gebruikt voor de OVL duurzame materialen met een duidelijke meerwaarde voor de omgevingskwaliteit en heeft bij Duurzaam Inkopen voor OVL een hogere ambitie dan de minimum eisen van SenterNovem (energieprestatienorm ‘D’ en dimbare verlichting).
 
Omgevingskwaliteit:
Bij de keuze voor de technische uitwerking van de openbare verlichting speelt de omgevingskwaliteit voor een drietal aspecten een rol. Deze aspecten zijn:
Lichtvervuiling; Energieverbruik; Materiaalkeuze.
Lichtvervuiling:
Door technische aanpassingen en het toepassen van armaturen met lage lichtvervuiling (bijv. led lampen) of (actieve) wegmarkering in plaats van lichtmasten, is het mogelijk de lichtvervuiling door openbare verlichting te verminderen.
Beleidsdoelstelling
Bij de keuze voor openbare verlichting dient rekening gehouden te worden met lichtvervuiling door het toepassen van armaturen met lage lichtvervuiling (led lampen), dimbare verlichting of actieve wegmarkering aan te leggen.
Energieverbruik:
De provincie streeft naar het terugdringen van het energieverbruik. De doelstelling is om in 2020 een energiebesparing te realiseren van 17% ten opzichte van het verbruik in de openbare verlichting in 2008. Het toepassen van dimbare of dynamische verlichting is hierbij een hulpmiddel.
Beleidsdoelstelling:
De provincie bespaart 17% energie bij de openbare verlichting op een termijn van 12 jaar waarvan 10 % in de eerste 6 jaar.
Materiaalkeuze:
Materiaalkeuze bij de armaturen en lampen hebben invloed op het energieverbruik en de levensduur. Voor een keuze kunnen dus praktische overwegingen een rol spelen. OVL dient bijvoorbeeld zoveel mogelijk gecombineerd te worden met ander wegmeubilair zoals bewegwijzering of verkeerslichten, dit resulteert direct in besparing op materiaalgebruik.
De provincie heeft materialen voorgeschreven in de ‘uitgangspunten OVL ontwerpen en installaties’.