Voorspellendescenarios.eentoekomstscenar_img1.gif 6. Voorspellende scenario’s: een toekomstscenario
Metafoor van de bergbeklimmer
Buiten de context van hypothesevorming en scenariodenken in TGO’s  vallen  de voorspellende scenario’s. Bij  dergelijke scenariostudies gaat  het niet  zozeer om het voorspellen van één toekomst, doch om het  schetsen van  mogelijke toekomsten. Interessant als het gaat om wat er  in de toekomst  zou kunnen plaatsvinden. Onderstaande  passage is  ontleend aan Wikipedia  en beschrijft het scenariodenken vanuit de  voorspellende invalshoek.
Herman Kahn, 1965
Scenariodenken is het ontwikkelen, vergelijken en anticiperen op mogelijke  toekomstscenario's.
De vader van het scenariodenken is  Herman Kahn . In de jaren vijftig van de  vorige eeuw was Kahn werkzaam bij de   RAND Corporation, een militair-  strategische denktank voor de strijdkrachten van de  Verenigde Staten. Kahn   ontwikkelde daar ‘future-now thinking’ als techniek om de actie-reactie- patronen  bloot te leggen die tot een   kernoorlog tussen de (toenmalige)  Sovjet-Unie en de  Verenigde Staten zouden kunnen leiden. In 1960  verscheen  “On Thermonuclear  War”. Kahn schetste daarin hoe een klein  conflict tussen de supermachten die  een kernoorlog  en mondiale  vernietiging zou kunnen escaleren. Kahn’s  toekomstbeelden van honderden  miljoenen doden werden  als voorspellingen  opgevat en wekten afschuw en  ongeloof op. Daarom benadrukte Kahn dat zijn  beschrijvingen  geen  voorspelling maar scenario’s waren. ‘They are only  scenario’s, intended to  be used as thinking tools, nothing  more.’
In 1967 publiceerde Kahn het toekomstonderzoek  The Year 2000 waarin hij  een  in vele opzichten bijzonder  nauwkeurig beeld schetst van de wereld die  wij nu  kennen. Hij voorspelt bijvoorbeeld het gebruik van computers  voor  alle zakelijke  en financiële informatievoorziening, gelduitgifte,  weersvoorspellingen,  misdaadbestrijding. Kahn  voorziet al in 1967 dat het  gebruik van de personal  computer wijdverbreider en makkelijker zal zijn  dan ‘bridgen of  autorijden’. In dit  toekomstonderzoek maakt Kahn gebruik  van scenario’s. Een scenario is een  hypothetische reeks  gebeurtenissen die  de aandacht vestigen op causale relaties  en beslissingsmomenten. Ze geven  antwoord op de  vraag hoe een  hypothetische situatie stap voor stap kan  ontstaan en op de vraag welke  interventiemogelijkheden  er zijn om de  ontwikkelingen te verhinderen, om te  buigen of juist te vergemakkelijken.  Op deze wijze konden   toekomstscenario’s  ingezet worden voor  overheidsplanning of besluitvorming in het bedrijfsleven op  de lange  termijn.
In Frankrijk ontwikkelden het Centre d’Etudes Prospectives  en de  Groupe  Futuribles in de jaren vijftig en zestig  scenario’s van een heel ander type.  Deze  scenario’s waren bedoeld als ‘wetenschappelijke utopia’s’ die als  blauwdruk  voor  de maatschappelijke ontwikkeling van Frankrijk moesten  dienen.  Toekomstonderzoekers gaven zo de  normatieve richting aan voor  politici en  beleidsmakers.
Scenariodenken werd beroemd bij het grote publiek door het rapport  ´Grenzen  aan de Groei ´ uit 1972 van de Club  van Rome . Met  modelberekeningen en  computersimulaties werden scenario’s ontwikkeld  die de lange termijn  effecten  van bevolkingsgroei, industrialisatie en  milieuschade in kaart brachten. De  conclusie van de Club van Rome  was  dat de mensheid snel moest ingrijpen om  een catastrofe te voorkomen.  Het grote publiek vatte de scenario’s  echter op als  onontkoombare  voorspellingen. Er ontstond een heftig debat waarin vooral de  computers en  het  rekenmodel het moest ontgelden. De schok die de scenario’s  teweeg  brachten zorgde voor milieubewustzijn en  inzicht de consequenties van  milieuverontreiniging op de lange termijn.
In de jaren zeventig veroorzaakte  Shell een radicale breuk met het  scenariodenken van de jaren vijftig en zestig.  Directeur van de Planning  Group,  Fransman  Pierre Wack , stelde dat de oude planningsystemen van  Shell waren  ontwikkeld voor een stabiele, vertrouwde wereld waar alles  ‘meer van hetzelfde  was’. Als de toekomst niet langer  stabiel of zeker is, is  iedere poging om die ene  juiste voorspelling te doen, gedoemd te  mislukken. Scenario’s  moesten niet de  zekerheden opzoeken, maar zich  richten op de onzekerheden en deze  structuren.
Bij het ontwikkelen van scenario’s over de toekomst van de olie-industrie  tot  2000 maakte Wack een onderscheid  tussen voorspelbare en onzekere  factoren.  Het team van Pierre Wack ontdekte tijdens de scenario- ontwikkeling dat   scenario’s geen simpele optelsommen mogen zijn van  overduidelijke  onzekerheden. Ook de fundamentele belangen  van de  belangrijkste spelers en  hun handelingsmogelijkheden moesten worden  opgenomen in de scenario’s. Zo  konden de scenario’s een basis vormen  voor strategische actie.
Een andere belangrijke les voor het team van Wack was dat de scenario’s  alleen  invloed hadden op het  management van Shell, als ze aansloten bij  het  referentiekader van de managers. Voor managers is het vaak  moeilijk  om hun  beeld van de werkelijkheid te veranderen. Peter Drucker stelt in dit  verband: ‘The  greatest danger  in times of turbulence is not the turbulence;  it is to act with  yesterday’s logic.’ De scenario’s moesten er toe leiden  dat  de managers bereid  waren hun eigen beeld bij te stellen en hun blik te  veranderen. Zo kunnen  managers van  hun eenzijdige kijk op de wereld  afkomen en zich een scherper  beeld van de werkelijkheid en de toekomst  vormen.  Door in de scenario’s aan te  sluiten bij het referentiekader van de  managers, werd het management  betrokken bij  de ontwikkeling.
In 1973 werd een scenario van Wack werkelijkheid door de  oliecrisis. Terwijl  andere oliemaatschappijen werden  verrast door de ontwikkelingen, was  Shell  voorbereid op wat komen kon. De economische winst van een goede  voorbereiding liep zelfs in de miljarden. Een nieuwe manier van planning die  niet  was gericht op planning and control,  maar was gebaseerd op een  grondige  analyse van onzekerheden, leek doorgebroken. Door het succes  van de Shell-   scenario’s kreeg de  scenariomethode veel navolging. Maar  men dacht dat Shell  met zijn scenario’s de oliecrisis had  ‘voorspeld’. Door  een gebrekkige toepassing  van de scenariomethode vanuit een control and  predict uitgangspunt,  nam het  gebruik van scenario’s weer even snel af als  het was opgekomen.
In de jaren negentig kent het scenariodenken een nieuwe bloeiperiode.  Scenario’s worden voor velen het ultieme  postmoderne instrument om  over de  toekomst te praten. Niet de waarheid en de juistheid van de feiten  staan  centraal, maar het communicatieproces en de dialoog tussen  mensen. Doel van  toekomstverhalen is het tot stand  brengen van goede  onderlinge communicatie  en het expliciet maken van de onderliggende  denkbeelden over de  toekomst.  Vanaf de jaren negentig ontstaan twee  nieuwe, verschillende visies op denken  over de toekomst.
In de ene visie zijn scenario’s uiteindelijk bedoeld om de toekomst beter te  kunnen voorspellen. De grote  onzekerheden die door nader onderzoek niet  gereduceerd kunnen worden, kunnen volgens deze visie met  kansberekeningen  worden becijferd. Deze methodiek gaat uit van een  maakbare samenleving.  Scenario’s bieden  managers en besluitvormers  optimale antwoorden op  strategische problemen.
In de andere visie gaat het bij scenario’s niet om het vinden van het juiste  antwoord. Er worden verschillende  mogelijke toekomstbeelden geschetst  om  percepties te veranderen en de geest te scherpen. Rationele analyse  kan  leiden  tot business-as-usual beslissingen. In situaties van grote  complexiteit vereisen  de juiste strategische keuzes  ook intuïtie en  creativiteit. In deze scenariovisie  wordt gebruik gemaakt van een  combinatie van twee methodes:  analytische  technieken zoals modellen en  risk assessments  en participatieve technieken  zoals strategiediscussies en  focus groups.
Steeds meer mensen beseffen dat de toekomst van maatschappelijke  problemen zeer complex is. De interactie van  verschillende dimensies en  processen lijkt vaak tot discontinuïteit te leiden. Tegenwoordig worden  scenario’s  daarom voor allerlei doeleinden en in verschillende contexten  gebruikt, van kleine  bedrijven en non- profit  organisaties tot gemeentes,  provincies en ministeries,  multinationals als Shell, KPN en internationale  organisaties als  de Wereldbank.
De nieuwste generatie toekomstonderzoekers richt zich niet alleen op  zekere  onzekerheden, maar ook op  onverwachte ontwikkelingen,  verrassingen, risico’s,  wild cards of ‘ early warning’: zwakke signalen in de  maatschappij die pas  herkend worden als ze al in werking zijn getreden. De  aanslagen op 11  september 2001  en de  SARS-uitbraak zijn twee  gebeurtenissen die in deze  nieuwe eeuw symbool staan voor een nieuw  gevoel van  kwetsbaarheid en  discontinuïteit. Sommige auteurs stellen dat  deze discontinuïteit kenmerkend is  voor deze tijd,  anderen bepleiten dat  onverwachte ontwikkelingen altijd al  hebben plaatsgevonden. Hoewel  analyses van complexe  ontwikkelingen in de  maatschappij het publieke  debat inmiddels hebben bereikt, zijn toepassingen in  de strategische  beleidsvorming nog relatief nieuw.
Terwijl managers meer en meer bekend raken met het scenariodenken, is  het  tegen de natuur van beleidsmakers en  politici in om na te denken over  gebeurtenissen die misschien helemaal nooit zullen plaatsvinden.  Discontinuïteit  bestaat uit gebeurtenissen die abrupt (rampen) of geleidelijk  (processen)  plaatsvinden, met voorziene of  onduidelijke en onvoorziene  gevolgen. Het  benadrukken van discontinuïteit heeft tot gevolg dat mensen  hebben het  gevoel  dat ze in drijfzand vastzitten en dat sommige  deskundigen weer de zekerheid  opzoeken. Er zijn  vooraanstaande experts  die pleiten voor het kritisch toepassen  van wetenschappelijke methoden.  Het geloof in de  voorspelbaarheid van de  samenleving is onder deze  toekomstonderzoekers weer nadrukkelijk aanwezig.
Een andere reactie van deskundigen is om te benadrukken dat veel  ‘onverwachte’ ontwikkelingen terug te plaatsen  zijn in patronen.  Peter  Schwartz  richt zich in zijn boek   Inevitable Surprises (2003) op  gebeurtenissen die voor  veel  mensen als verrassing worden ervaren, maar  vanuit maatschappelijke  patronen wel degelijk te voorspellen en zelfs  logisch zijn.