HetbegripScenario_img1.gif Het begrip ‘Scenario’
De term ‘scenario’ is feitelijk onjuist, maar sluit mooi aan bij dit inmiddels  binnen de  opsporing ingeburgerde begrip. Synopsis is hier de juiste term,  maar om  verwarring te reduceren stellen we het begrip ‘scenario’ gelijk aan  de  aaneenschakeling van handelingen die zich voor, tijdens en na het  misdrijf mogelijk  hebben afgespeeld. Het is als het ware de film die  afgedraaid wordt.  Scenariodenken is in zijn algemeenheid bedoeld om  vooruit te kijken.  Scenariostudies zijn vaak toekomststudies. 
In het kader van moord en doodslag gaat het echter om een terugblik. Een  reconstructie van wat zich in het verleden heeft afgespeeld. Belangrijk is wat  er  fysiek gebeurde, maar ook wat er zich in het hoofd van de dader  afspeelde. Welk  motief had hij/zij, welke stoornis, waarom bijvoorbeeld  zoveel ‘overkill’?
Binnen deze reconstructieomgeving is er ook plaats voor mogelijke,  toekomstgerichte ontwikkelingen. Een vorm van eventualiteitplanning. Het  gaat er  dan om, antwoorden te hebben op vragen of situaties die zich  mogelijk voor  zouden kunnen doen.  Dat gaat dan om bijvoorbeeld wat te  doen als de dader  ineens een politiebureau binnenloopt en zich meldt. 
Hoe omvangrijk moeten de doorzoekingen zijn als een verdachte in beeld  komt?  Het opstellen van een verhoorplan, zeker als dat vanaf de start van  het onderzoek  gedaan is, is een vorm van toekomstplanning. 
Het is handig om, wanneer een scenario volledig uitgeschreven wordt, daar  de  bestanddelen en elementen van de betreffende mogelijke strafbare  feiten in op te  nemen. Dit volledig uitschrijven van een scenario is uiteraard  niet aan de orde in de  hectische fase aan het begin van een onderzoek.  Wanneer het echter langer gaat  duren, dan komt er een moment dat het  goed is om het scenario van  steekwoorden om te vormen naar een lopend  verhaal, een ‘script’.
Het opstellen van de scenario’s is een creatief proces waarbij het  verzamelen van  de scenario’s (op hoofdlijnen) voorop staat. Alle  deelnemers aan die  scenariovorming moeten dan over de volledige  informatie beschikken. Dat kan  gaan om details, waaronder  daderwetenschap.
In deze fase is het niet handig om al te discussiëren over de mate van  waarschijnlijkheid van bepaalde scenario’s. Eerst inventariseren, dan  discussiëren  over de haalbaarheid en prioritering van bepaalde scenario’s.
Een scenario kan nader in subscenario’s uitgewerkt worden wanneer een  scenario  op individueel, persoonsniveau beschreven moet worden. 
Stel dat het scenario is dat de moord gepleegd is door een (ex)werknemer.  Het  slachtoffer had een bedrijf met 10 werknemers. Dat kan betekenen dat  er na het  scenario dat de moord gepleegd zou kunnen zijn door een  (ex)werknemer er dan  tien individuele scenario’s volgen.
graphic
In dit verband zijn er nog twee aspecten van belang. 
Als eerste: er zijn binnen de verschillende hypothesen standaardscenario’s  mogelijk. 
Als er sprake is van de hypothese moord (of het is overduidelijk moord) dan  zijn  scenario’s als het ware in een format te zetten. Dat is het scenario dat  de moord  door iemand uit de ‘inner circle’ is gepleegd. Dit wordt ook  ondersteund door  statistieken waaruit naar voren komt dat circa 35% van  de levensdelicten in de  relatiesfeer van het slachtoffer gepleegd worden  (Nieuwbeerta & Leistra 2007).  Eveneens zijn er formats te maken van de  scenario’s ‘persoonsverwisseling’ en  ‘actieve levensbeëindiging door een  ander als vorm van ‘zelfmoord’’. 
Ten tweede: bij het beoordelen van de verschillende scenario’s en het  uitzetten  van de diverse onderzoekslijnen is het belangrijk uit te gaan van  vragen over  motief, gelegenheid en middel (in het Engels:  motivemeans  and opportunity). In  hoeverre heeft iemand een reden om het delict te  plegen, in welke mate was die  persoon in de gelegenheid en welke middelen  stonden ter beschikking en  wie er  voordeel kan hebben bij de gang van  zaken (‘qui bono’).?