Opzet Bigboard t.b.v. verantwoordingsdag.nl op basis van wat er in de mindmap is ingevuld

Beleidsdoelen

1

1 | Een Europa, met een stevig draagvlak onder de burgers, dat zich richt op terreinen waar het meerwaarde levert en zich niet begeeft op terreinen waar lidstaten het beter zelf kunnen regelen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

- Nieuwe opzet gemaakt voor systematische Nederlandse toetsing van nieuwe  voorstellen van de Europese Commissie op het gebied van subsidiariteit en  proportionaliteit.

- Potentiële betrokkenheid van nationale parlementen bij de Europese besluitvorming  is op Nederlands initiatief aanzienlijk vergroot door vastlegging van concrete  bevoegdheden in het Verdrag van Lissabon. - Succesvol onderhandelings-resultaat  mede o.b.v. NL initiatieven inzake de toekomstige ontwikkelingen van de EU met  ondertekening in december 2007 van het zogenaamde wijzigingsverdrag – het  Verdrag van Lissabon – door alle lidstaten.

2008

- Nederlandse ratificatie van het Verdrag van Lissabon.- Politiek akkoord over het EU- wetgevingspakket klimaat en energie. 

- Betrokkenheid burgers en rol nationale parlement kunnen vergroot worden door  toepassing van de verscherpte toets op subsidiariteit en proportionaliteit op nationaal  niveau.

- Het verdrag van Lissabon is door de TK goedgekeurd. - In december 2008 is een  politiek akkoord bereikt over het EU-wetgevingspakket klimaat en energie. -  Betrokkenheid van het parlement vergroot door strategische aanpak van de debatten  over de EU. - Het aandeel voorstanders van het Nederlandse EU-lidmaatschap is  gestegen van 42% naar 49% in het laatste kwartaal (SCP: Kwartaalbericht 2008/4).  Volgens de eurobarometer van 3 maart 2009 heeft 64% van de Nederlanders  vertrouwen in de EU. 

2009

-EU laat meerwaarde zien door handelend op te treden bij bestrijding economische  crisis en versterking internationale financiële architectuur. - Inwerkingtreding Verdrag  van Lissabon vergroot daadkracht en democratisch gehalte. - Zichtbaar extern  optreden EU - Hervorming en modernisering van de EU begroting- Afspraken over  energievoorzieningszekerheid - Opstellen JBZ Stockholmprogramma- Benoeming  Nederlander op invloedrijke post binnen nieuwe institutionele architectuur. -  Verhoogde publieke (passieve en actieve) burgerparticipatie bij EP-verkiezingen. -  Kernboodschappen van het kabinet over de EU. 

2010

- Zichtbare EU inspanningen t.a.v. energievoorzieningszekerheid.- Eerste resultaten  JBZ Stockholmprogramma- Versterkte coherentie tussen EU ontwikkelings- en  veiligheidsbeleid en werkbare inbedding van EU ontwikkelingsbeleid in institutionele  architectuur. 

2011

- Verhoogde aandacht voor energie in de EU relaties met de landen van de Zwarte  Zeeregio en de Kaspische Zeeregio. - Partnerschap- en samenwerkingsakkoorden  met ontwikkelingslanden en regio’s (incl. o.a. mensenrechten)

1 | Een Europa, met een stevig draagvlak onder de burgers, dat zich richt op terreinen waar het meerwaarde levert en zich niet begeeft op terreinen waar lidstaten het beter zelf kunnen regelen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Het bereiken van de doelstelling is grotendeels afhankelijk van de concrete  resultaten die Europa laat zien ten aanzien van actuele vraagstukken. De EU  heeft het afgelopen jaar daadkracht getoond in de financiële crisis, heeft een  politiek akkoord bereikt over het klimaat- en energiepakket en het migratiepact  aanvaard. Nederland heeft zich hiervoor ingezet. In 2008 is het Verdrag van  Lissabon, waarin de zorgen van de burger t.a.v. de toekomstige ontwikkelingen  van de EU zijn geadresseerd, met ruime meerderheid door de Tweede Kamer  goedgekeurd. Volgens de eurobarometer van 3 maart 2009 heeft een  onverminderd aantal van 64% van de Nederlanders vertrouwen in de EU. De  communicatie over Europa is verbeterd en de betrokkenheid van de Eerste en  Tweede Kamer is vergroot door strategischere aanpak van de debatten over de  EU. Het beleidsdoel ligt op koers.

2

2 | Een Europa dat zijn eigen criteria voor uitbreiding serieus neemt en strikt toepast.

Te realiserenGerealiseerd
2007

- Dankzij Nederlandse inzet zijn de (strikte) criteria voor toetreding van nieuwe  lidstaten tot de EU voor het eerst in een verdrag opgenomen (Verdrag van Lissabon,  december 2007)- Voor huidige kandidaat-lidstaten geldt dat een toetredingsdatum  pas wordt genoemd op het moment dat aan alle zogenaamde “Kopenhagen-criteria”  is voldaan. 

2008

- Eerlijke en strikte toepassing van de uitbreidingscriteria bij eventuele verdere  stappen in het EU-uitbreidingsproces. - Versterking van het Europees  nabuurschapsbeleid (ENP). 

Strikt maar rechtvaardig NL standpunt over EU-uitbreiding is ondanks grote druk (ten  aanzien van bijvoorbeeld Servië) consistent uitgedragen. Breed geaccepteerd NL  standpunt over EU-perspectief en financiële consequenties van het Oostelijk  Partnerschap (nabuurschap)

2009

- Strikte naleving van politieke en economische criteria bij het stabilisatie- en  associatieproces (de Kopenhagen criteria) en versterking banden tussen de  bevolking van de EU en de Westelijke Balkan. - Eerlijke en strikte toepassing van de  uitbreidingscriteria bij eventuele verder stappen in het EU-uitbreidingsproces. -  Verdere versterking van het Europees nabuurschapsbeleid (ENP). 

2010

- Eerlijke en strikte toepassing van de uitbreidingscriteria bij eventuele verder stappen  in het EU-uitbreidingsproces. - Strikte naleving van politieke en economische criteria  bij het stabilisatie- en associatieproces (de Kopenhagen criteria) en versterking  banden tussen de bevolking van de EU en de Westelijke Balkan. - Beslissende  voortgang in de onderhandelingen en/of begin van parlementaire ratificatieprocedure  van de (gemengde) akkoorden (incl. politieke clausules) van de EU met de Golf  Cooperation Council, India, Korea, Mercosur, Andes. Mogelijk ook Oekraïne,  Moldavië en Rusland. 

2011

- Aangehaakte samenwerking met de oostelijke buurlanden van de EU: m.n. t.a.v.  mensenrechten, vrijhandel, energievoorzieningszekerheid en visumliberalisatie. 

2 | Een Europa dat zijn eigen criteria voor uitbreiding serieus neemt en strikt toepast.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


In 2008 is het Nederlandse standpunt over een strikte en rechtvaardige EU-  uitbreiding consistent uitgedragen en is het Nederlands standpunt over EU-  perspectief en financiële consequenties van het Oostelijk Partnerschap  (nabuurschap) breed geaccepteerd. Hiermee zijn de beoogde resultaten voor  2008 gerealiseerd. Ook voor deze doelstelling geldt dat Nederland afhankelijk is  van de ratificatie van het Verdrag van Lissabon in de andere EU lidstaten.  Gezien de Nederlandse inzet, ligt de doelstelling op koers. 

3

3 | Dichterbij brengen van een oplossing voor de conflicten in het Midden-Oosten.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Nederland heeft zich sterk gemaakt voor effectieve steun aan het opgeleefde Midden- Oosten vredesproces en nauw contact gehouden met de belangrijkste regionale  spelers; Nederland nam deel aan de maritieme component van de UNFIL-missie. 

2008

Actieve rol binnen EU en bilateraal om oplossing Israelisch-Palestijnse conflict  dichterbij te brengen. (uit overzicht 2008)

Nederland heeft zowel binnen de EU als bilateraal een actieve rol gespeeld om een  oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict dichterbij te brengen;De  samenwerking met de Palestijnen is geïntensiveerd, m.n.a. export van agrarische  producten uit de Gazastrook gefaciliteerd. b. actief bijgedragen aan de succesvolle  conferentie van Berlijn ter ondersteuning van de Palestijnse civiele veiligheidssector.  c. bilaterale OS geïntensiveerd tot een bedrag van €72 mln. Nederland heeft  ingestemd met de vestiging van een speciaal Tribunaal voor de berechting van  verdachte van met name de moord op de Libanese ex-Premier Hariri;

2009

- Nederland heeft zich ingezet voor een algemene vredesregeling tussen Israël en  Palestijnen, resp., de Arabische wereld, niet alleen in relatie tot het Palestijnse  spoor, maar ook het Libanese en Syrische;- Nederland heeft Iran aangesproken op  de wijze waarop het de veiligheid en stabiliteit in het Midden-Oosten ondermijnt,  alsook op mensenrechtenschendingen;Nederland heeft bijgedragen aan het  operationeel maken van het Libanon Tribunaal in Den Haag in 2009

Lancering van een Nederlands-Deens initiatief om te komen tot een duurzaam staakt- het-vuren tussen Israel en Hamas, door verbeterde grensbewaking. 

2010

Nederland heeft zich ingezet voor een algemene vredesregeling tussen Israël en  Palestijnen, resp., de Arabische wereld, niet alleen in relatie tot het Palestijnse  spoor, maar ook het Libanese en Syrische; - Nederland heeft Iran aangesproken op  de wijze waarop het de veiligheid en stabiliteit in het Midden-Oosten ondermijnt,  alsook op mensenrechtenschendingen;

2011

Nederland heeft zich ingezet voor een algemene vredesregeling tussen Israël en  Palestijnen, resp., de Arabische wereld, niet alleen in relatie tot het Palestijnse  spoor, maar ook het Libanese en Syrische; - Nederland heeft Iran aangesproken op  de wijze waarop het de veiligheid en stabiliteit in het Midden-Oosten ondermijnt,  alsook op mensenrechtenschendingen;

3 | Dichterbij brengen van een oplossing voor de conflicten in het Midden-Oosten.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De invulling van deze doelstelling per jaar is afhankelijk van de ontwikkelingen in  de regio. Nederland heeft in 2008 een actieve rol gespeeld binnen de EU en  bilateraal om de oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict dichterbij te  brengen. Het is evident dat de bijdrage van Nederland bij de uiteindelijke  oplossing van het conflict in het juiste (internationale) perspectief moet worden  geplaatst. Gezien de Nederlandse inzet, ligt de voortgang van dit beleidsdoel op  koers. 

4

4 | Een moderne krijgsmacht die wereldwijd maatwerk kan leveren in grotere en kleinere crisisbeheersingsoperaties en bij het opbouwen van veiligheidsorganisaties in landen die we daarin willen ondersteunen.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

A. Personeel

- vulling 92%

- opstelling Actieplan werving en behoud met 5 kwantitatieve doelstellingen (zie  toelichting)

B. Operationeel / materieel

- Investeringspercentage van tenminste 20% (zie toelichting) (gerealiseerd 2008:  21,5%)

C. Inzet

- Blijven deelnemen aan missies wereldwijd en de usability (op basis van usability- index NAVO) boven de 40% inzetbaar houden (gerealiseerd 2007: 59% inzetbaar en  10% ingezet, 2008: 59%)

- Nakomen afspraken ikv ICMS

D. Project Verkenningen (zie toelichting)

- maart 2008 start project (PvA aangeboden aan TK)

- juli 2008 oriëntatiefase afgerond

2009

A. Personeel

- uitvoering Actieplan werving en behoud

B. Operationeel/materieel

- Investeringspercentage van tenminste 20%

C. Inzet

- blijven deelnemen aan missieswereldwijd en de usability (op basis van usability- index NAVO) boven de 40% inzetbaar houden

D. Project Verkenningen

- Mei 2009 uitvoeringsfase afgerond

- December 2009 eindrapport gereed

2010

A. Personeel

- Uitvoering Actieplan werving en behoud

B. Operationeel/materieel

- Investeringspercentage van tenminste 20%

C. Inzet

- Blijven deelnemen aan missies wereldwijd en de usability (op bais van usability- index NAVO) boven de 40% inzetbaar houden

- Nakomen afspraken ikv ICMS

2011

A. Personeel

- Vulling 100%

B. Operationeel/materieel

- Investeringspercentage van tenminste 20%

C. Inzet

- Blijven deelnemen aan missies wereldwijd en de usability (op bais van usability- index NAVO) boven de 40% inzetbaar houden

- Nakomen afspraken ikv ICMS

4 | Een moderne krijgsmacht die wereldwijd maatwerk kan leveren in grotere en kleinere crisisbeheersingsoperaties en bij het opbouwen van veiligheidsorganisaties in landen die we daarin willen ondersteunen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Het welslagen van de doelstelling is uitgewerkt in de beleidsbrief ´Wereldwijd  Dienstbaar´. Deze kan worden verdeeld in drie categorieën, die tevens dienen  als indicator om de voortgang in de uitvoering te meten: personeel, operationeel/  materieel en inzet . Het project Verkenningen is als vierde indicator toegevoegd.  Om 100% personele vulling in 2011 te bereiken is het actieplan ‘werving en  behoud’ opgesteld. Teneinde een indicatie te kunnen geven van de  inzetbaarheid van krijgsmachten hanteert de NAVO een zogenoemde ´usability´-  index, die het percentage inzetbare en ingezette grondeenheden van de  krijgsmachten weergeeft. De NAVO hanteert een norm van 40% inzetbaarheid.  In 2007 stond Nederland wat betreft inzetbaarheid op een vijfde plaats. Deze  doelstelling ligt op koers.

5

5 | Samenhang en effectiviteit van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid vergroten.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Nadruk op nauwere interdepartementale samenwerking: Dit kreeg onder andere vorm  door op basis van  “Een zaak van iedereen” een strategie te initiëren voor  vredesopbouw en ontwikkeling in fragiele samenlevingen;

2008

- 3D beleid verder uitbouwen, door nationaal en internationaal de krachten verder te  bundelen. 

- Relevante en effectiviteit van de VN zal verder verbeterd zijn

- Oprichting Eenheid Fragiliteit en Vredesopbouw. 

- 3D beleid is verder uitgebouwd door nationaal en internationaal de krachten verder  te bundelen. (zie toelichting)

- Nederlandse steun aan internationale fondsen vergroot de capaciteit als de VN en  de Wereldbank om de wederopbouw van post-conflictlanden en fragiele staten  mogelijk te maken. 

 - De Eenheid Fragiliteit en Vredesopbouw is opgericht. 

2009

- 3D beleid verder uitbouwen, door nationaal en internationaal de krachten verder te  bundelen. 

- Relevante en effectiviteit van de VN zal verder verbeterd zijn.

Nederland heeft verdere civilisering in Afghanistan bevorderd door een sterkere VN-rol  te ondersteunen. Nederland steunt wederopbouw Afghanistan door investeringen in  de energie, water en landbouwsectoren;Nederland zet zich vanuit de 3D-benadering  in Soedan in voor het vredesproces in Darfur. Daarnaast zal worden bijgedragen aan  de wederopbouw in Soedan; Nederland heeft in 2009 bijgedragen aan een effectievere  inzet van internationale organisaties, m.n. voor activiteiten in de kloof tussen  humanitaire hulp en wederopbouw en de beschikbaarheid van financiering voor  transitie na conflict;

2010

- 3D beleid verder uitbouwen, door nationaal en internationaal de krachten verder te  bundelen. - Relevante en effectiviteit van de VN zal verder verbeterd zijn. Nederland  heeft bijdrage geleverd aan vredesopbouw en stabiliteit in de negen prioritaire fragiele  staten door het bilaterale beleid verder te intensiveren conform de doelstellingen in de  strategie veiligheid en ontwikkeling in fragiele staten;

2011

- 3D beleid verder uitbouwen, door nationaal en internationaal de krachten verder te  bundelen. - Relevante en effectiviteit van de VN zal verder verbeterd zijn. Nederland  heeft het bilaterale beleid in prioritaire fragiele staten geïntensiveerd cf. de  doelstellingen in de strategie veiligheid ontwikkeling in fragiele staten; Het  Nederlandse geïntegreerde beleid voor inzet in postconflictgebieden en fragiele staten  is verstrekt en heeft geleid tot flexibelere inzet van financiële middelen, m.n. in de  vroege wederopbouwfase, en de oprichting van een pool van civiele deskundigen. 

5 | Samenhang en effectiviteit van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid vergroten.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Het 3D-beleid is verder uitgebouwd door nationaal en internationaal de krachten  verder te bundelen. In het oog springende voorbeelden zijn het verbeteren van  goed bestuur in Afghanistan en Uruzgan, waarmee eind 2008 is begonnen en de  actieve Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw in Zuid-Soedan en de  bemiddelingsactiviteiten voor het conflict in Darfur. Voorts vergroot de  Nederlandse steun aan internationale fondsen de capaciteit van internationale  organisaties als de VN en de Wereldbank om de wederopbouw van post-  conflictlanden en fragiele staten mogelijk te maken. In 2008 is de Eenheid  Fragiliteit en Vredesopbouw opgericht. De voortgang van dit beleidsdoel ligt op  koers.

6

6 | Duurzame economische ontwikkeling bevorderen en armoedebestrijding met kracht voortzetten en uitwerken in het project De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Project De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij starten.

Project De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij gestart.

2008
2009
2010
2011

6 | Duurzame economische ontwikkeling bevorderen en armoedebestrijding met kracht voortzetten en uitwerken in het project De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de voortgang van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Het project De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij is in 2007 gestart,  waardoor het beleidsdoel is gerealiseerd. De verdere voortgang wordt gevolgd bij  project 1 “De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij”.

7

7 | Een evenwichtig en uitgesproken inzet voor mensenrechten overal ter wereld.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Presentatie van de mensenrechtenstrategie “naar een menswaardig bestaan”

Oprichting van het Mensenrechtenfonds

Nederland herkozen als lid van de Mensenrechtenraad ovor de periode 2007-2010.  Nederland heeft een jaar het vice-voorzitterschap gehad; 

2008

Nederland zal een begin maken met de uitvoering van de mensenrechtenstrategie.  Door Nederland zal in de Mensenrechtenraad door middel van verklaringen, resoluties  of vragen aan speciale rapporteurs maximaal aandacht zijn gevraagd voor  voorkomende mensenrechtenschendingen in landen. Aanname door de Derde  Commissie van de VN van een door Nederland ingediende vervolgresolutie over  geweld tegen vrouwen;Vormgeving van een nieuw subsidiekader mensenrechten. 

Uitvoering van MR-strategie. Belangrijk deel van de 102 doelstellingen uit de strategie  behaald dan wel in voorbereiding. Door Nederland is in de Mensenrechtenraad  aandacht gevraagd voor voorkomende mensenrechtenschendingen in landen. VN:  aanname door AVVN van door NL ingediende resolutie over geweld tegen vrouwen en  van een mede door NL ingediende en uitonderhandelde resolutie inzake  godsdienstige onverdraagzaamheid. Door NL en Frankrijk geïnitieerde verklaring  tegen strafbaarstelling van homoseksualiteit;Uitvoering van het mensenrechtenfonds  voor wereldwijde projecten ter bevordering van mensenrechten. In totaal zijn ruim 300  projecten in bijna 60 landen uitgevoerd. 

2009

Voortzetting van uitvoering van MR-strategie. Voortgang in behalen van de 102  doelstellingen uit de strategie.Uitvoering van projecten middels Mensenrechtenfonds  (dat wordt opgehoogd naar 25 miljoen Euro). Goede inzet van de extra middelen die  ter beschikking komen in het mensenrechtenfonds.  Toename met 15% van landen  dat bereid is speciale rapporteurs te ontvangen (zogenaamde ‘staande uitnodiging’,  basiswaarde 51 landen, 2007)

2010

Voortzetting van uitvoering van MR-strategie. Voortgang in behalen van de 102  doelstellingen uit de strategie;Uitvoering van projecten middels Mensenrechtenfonds  (dat wordt opgehoogd naar 25 miljoen Euro). Goede inzet van de extra middelen die  ter beschikking komen in het mensenrechtenfonds. Beter gebruik van bestaande EU- instrumenten (EU-richtlijnen, inzet van permanente vertegenwoordiger  mensenrechten, dialogen met derde landen en gebruik van  mensenrechtenrapportages); creëren van nieuwe instrumenten zoals een permanent  overzicht van lobbyactiviteiten en mensenrechtentoets voor communautair beleid;  Organisatie vervolgbijeenkomst mensenrechten en terrorisme Oud Poelgeest  resulterend in aanbevelingen

2011

Verdere uitvoering van de mensenrechtenstrategie;Verdere uitvoering van projecten  middels mensenrechtenfonds;Uitreiking van de Mensenrechten-tulp aan  mensenrechtenverdediger en organisatie van internationale conferentie over  mensenrechten-verdedigers is geïnstitutionaliseerd; In 2011 zullen alle VN-lidstaten  een ‘universele periodieke toetsing’ door de MRR hebben ondergaan. Ook het  funcitoneren van de MRR wordt in 2011 herzien. 

7 | Een evenwichtig en uitgesproken inzet voor mensenrechten overal ter wereld.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


In 2008 heeft Nederland een begin gemaakt met de uitvoering van de  mensenrechtenstrategie. In de Mensenrechtenraad heeft Nederland maximaal  aandacht gevraagd voor voorkomende mensenrechtenschendingen in landen. De  VN heeft de door Nederland ingediende resolutie over geweld tegen vrouwen  aangenomen en is uitvoering gegeven aan het mensenrechtenfonds voor  wereldwijde projecten ter bevordering van de mensenrechten. De voortgang in de  uitvoering van dit beleidsdoel ligt op koers. 

8

8 | Actief bijdragen aan het tot stand komen van nieuwe ambitieuze internationale klimaatdoelstellingen voor na 2012.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Overeenstemming in Bali over roadmap voor nieuw mondiaal klimaatakkoord

2008

 Contouren financiële architectuur ter realisering klimaatdoelstellingen Poznan (dec)  vastgesteld 

 EU-klimaat- en energiepakket door Raad en EP goedgekeurd. 

 Programmering € 500 mln voor stimulering hernieuwbare energie in  ontwikkelingslanden (2009-2011)

 Initiatief NL in voorjaarsraad over financiële architectuur is opgepakt. 

 Door NL ingebrachte criteria voor financiële architectuur internationaal omarmd in  Poznan. 

 NL binnen EU hoofdonderhandelaar voor o.a. migratiedoelen. 

 Duurzaamheid criteria biobrandstoffen mondiaal steeds meer gedragen (‘Cramer  criteria = no competition with food).

 Klimaat- en energiepakket EC voor groot/herkenbaar deel gevoed door NL-inbreng;  pakket in december 2008 door ER en Parlement goedgekeurd. 

 Akkoorden over de richtlijnen Brandstofkwaliteit, CO2-uitstoot van personenauto’s en  strengere eisen aan vrachtwagenemissies. 

 Besluit onder de huidige ecodesign richtlijn tot versnelde uitfasering van verlichting  met een hoog energieverbruik (o.a. gloeilamp). 

 Programmering € 500 mln voor stimulering hernieuwbare energie in  ontwikkelingslanden in brief aan TK vastgesteld. 

2009

 Kopenhagen (dec) vaststelling van nieuwe mondiale klimaatafspraken, wo  doelstellingen voor na 2012 die ambitieus genoeg zijn om in de EU tot een 30%- reductiedoelstelling te besluiten. 

 Voorbereidende bijeenkomsten in Bonn. 

 NL organiseert inter. Conf. (sept) tbv mogelijkheden voor bedrijfsleven om positieve  leiderschapsrol richting Kopenhagen op zich te nemen. 

 Inform. Bijeenkomsten met koploperlanden ter voorbereiding van ovk Kopenhagen  met als focus financiële architectuur. 

 Overeenstemming in EU over inzet Kopenhagen en Internationale financiële  architectuur voor klimaatbeleid in maart (Milieuraad en EU-Voorjaarsraad)

 Ondersteuende acties voor draagvlak in ontwikkelingslanden. 

 Afronden van studie Wereldbank naar kosten en baten adaptatie voor meest  kwetsbare ontwikkelingslanden. 

2010

 Internationale uitwerking Kopenhagen in concrete mondiale mechanismen en  richtlijnen. 

 In EU wordt ter implementatie van het Kopenhagen Akkoord de 30%-doelstelling  doorvertaald in (voorstellen voor) concrete reductiemaatregelen en verdere  inspanningsverdeling tussen de lidstaten. NL zet daarbij ambitieus in. 

 In NL wordt Goedkeuringswet bij TK ingediend. 

2011

 Ratificatie Akkoord van Kopenhagen wordt door EC en lidstaten gezamenlijk in gang  gezet. 

8 | Actief bijdragen aan het tot stand komen van nieuwe ambitieuze internationale klimaatdoelstellingen voor na 2012.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Strikt genomen is de doelstelling zoals omschreven in 2009 integraal toetsbaar,  omdat dat in december van dat jaar in Kopenhagen met een akkoord (al dan  niet naar tevredenheid) wordt afgesloten. Het internationale klimaatbeleid komt  daarmee uiteraard niet tot stilstand, maar het accent zal verschuiven naar  uitwerking en implementatie. Ook in de jaren daarna zal Nederland actief  bijdragen aan het verwezenlijken van ambitieus beleid. Dat vertaalt zich in de  doelen 2010 – 2011. Valt het resultaat in Kopenhagen tegen, dan leidt dat tot  herbezinning op de tussendoelen 2010 – 2011. In 2008 zijn de door Nederland  ingebrachte criteria voor financiële architectuur internationaal omarmd in  Poznan. Gegeven de inspanningen en de resultaten die in 2008 zijn geboekt in  het licht van het beoogde eindresultaat, ligt dit beleidsdoel op koers. 

9

9 | Betere dienstverlening aan Nederlandse burgers en bedrijven in het buitenland.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Maatregelen zijn genomen om visumverlening aan bonafide zakenmensen efficiënter  te laten verlopen “Orange Carpet”Economische functie op een vijftal prioritaire posten  is uitgebreid met een extra medewerker en er is een begin gemaakt met de uitrol van  het geavanceerde klantbeheersysteem Trade-Connect.Nieuw beleid ten aanzien van  consulaire bijstand aan Nederlandse gedetineerden in het buitenland  geïmplementeerd.20 medewerkers van BZ zijn getraind voor het Snel Inzetbaar  Consulair Ondersteuningsteam (SCOT). 

2008

Notitie ‘ migratie en ontwikkeling’ 

Regulier overlegkader met alle relevante betrokken organisaties in de reisbranche is  tot stand gekomen.

Handhaving adequate consulaire dienstverlening bij een toenemende vraag en  gelijkblijvende middelen.

Nieuw Visum Informatiesysteem is op alle Ambassades en Consulaten Generaal  operationeel.

In EU-verband wordt vormgegeven aan het “lead state” concept bij consulaire crises  in derde landen om de dienstverlening aan de burger verder te verbeteren;

In samenwerking met o.m. het ministerie van Justitie zijn de prioriteiten op het  terrein van migratie door middel van het uitbrengen van de notitie “Internationale  Migratie en Ontwikkeling 2008 vastgesteld. Regulier overlegkader met alle relevante  betrokken organisaties in de reisbranche is tot stand gekomen. Adequate consulaire  dienstverlening bij een toenemende vraag en gelijkblijvende middelen. Nieuw Visum  informatiesysteem is op alle Ambassades en Consulaten Generaal operationeel.In  EU-verband wordt vormgegeven aan het “lead state” concept bij consulaire crises in  derde landen om de dienstverlening aan de burger verder te verbeteren. 

2009

Handhaving van adequate consulaire dienstverlening, bij een toenemende vraag en  gelijkblijvende middelen. 

5-8 pilots zijn ingesteld om te bezien in hoeverre door intensievere regionale  samenwerking op administratief en consulair gebied van posten in het buitenland, de  dienstverlening aan de burgers efficiënter en effectiever kan plaatsvinden; 

Biometrie in reisdocumenten en visa is op een dusdanige wijze ingevoerd dat de  aanvrager zo weinig mogelijk hinder ondervindt van de omschakeling

2010

De professionaliteit van de consulaire bijstand is vergroot door middel van de  introductie van een geautomatiseerd case management systeem;Evaluatie van pilots  van intensievere regionale samenwerking tussen ambassades afgerond. 

2011

(Verdere) implementatie van beleid dat ontwikkeld is in 2009 en 2010 op het gebied  van o.m:- consulaire dienstverlening;- internationaal ondernemen;- biometrie

9 | Betere dienstverlening aan Nederlandse burgers en bedrijven in het buitenland.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de voortgang van dit beleidsdoel ligt  op koers.


In 2008 zijn in samenwerking met ondermeer het ministerie van Justitie de  prioriteiten op het terrein van migratie door middel van het uitbrengen van de  notitie “Internationale Migratie en Ontwikkeling 2008” vastgesteld. Daarnaast is  een nieuw visum informatiesysteem op alle ambassades en consulaten- generaal operationeel geworden en wordt in EU-verband vormgegeven aan het  “lead state”concept bij consulaire crises in derde landen om de dienstverlening  aan de burger verder te verbeteren. De doelstelling ligt op koers. 

10

10 | Betere dienstverlening aan internationale organisaties en buitenlandse bedrijven die zich in Nederland vestigen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Concrete resultaten op het gebied van zetelovereenkomsten, fiscale privileges,  communicatie en informatievoorziening en huisvesting. Begin gemaakt met  ontwikkelen strategische visie op “Nederland Gastland” en het project “my first month  in the Netherlands” met het doel knelpunten voor de vestiging van expats weg te  nemen;Het Nederlandse aanbod voor de nieuwbouw van het Internationaal Strafhof is  geaccepteerd met de uitgangs-punten voor de projectorganisatie en de financiering.  De positie van Den haag als “Legal Capital of the World” is versterkt door positief te  reageren op het verzoek van de VN om het Speciaal Tribunaal voor Libanon in  Nederland te vestigen. 

2008

De onafhankelijke beleidsdoorlichting die mede op basis van tevredenheidsonderzoek  bij de internationale organisaties werd uitgevoerd, concludeert dat de waardering voor  Nederland als gastland aanzienlijk is toegenomen, vergeleken met de situatie in  2005;Door toegenomen professionele aandacht en intensieve werkcontacten met  andere betrokken instanties is de dienstverlening aan de internationale organisaties  verbeterd. 

Afronden van de beleidsdoorlichting “Nederlands als gastheer voor internationale  organisaties” en uitvoering van tevredenheidsonderzoek onder internationale  organisaties. Verdere verbetering van de dienstverlening aan de 33 internationale  organisaties in Nederland, onder meer via verbeterde communicatie met deze  doelgroep.De aanbevelingen van het project “My First month in the Netherlands” zijn  uitgevoerd waarmee de administratieve druk voor expats die zich in Nederland  vestigen is gereduceerd;De vestiging van het Speciaal Tribunaal voor Libanon. 

2009

De dienstverlening aan de 32 in Nederland gevestigde internationale organisaties is  verder verbeterd, onder meer via intensieve communicatie met deze  doelgroep;Realisatie van een overzichtelijk informatieportal ten behoeve van  geprivilegieerde en andere expats die zich in Nederland willen gaan vestigen (my  First Month in the Netherlands);Strategische visie is ontwikkeld op de toekomst van  Nederland als gastland voor internationale organisaties;Aandacht is uitgegaan naar  (her)huisvesting internationale organisaties. 

2010

Goede communicatie heeft plaatsgevonden met de organisaties op diverse  niveaus.Het besef  van het belang van goed gastheerschap voor internationale  organisaties en hun medewerkers in al zijn aspecten is toegenomen, en heeft zo  bijgedragen aan het op peil houden van de internationale concurrentiepositie van  Nederland als vestigingsland.

2011

Goede communicatie heeft plaatsgevonden met de organisaties op diverse  niveaus;Het besef van het belang van goed gastheerschap voor internationale  organisaties en hun medewerkers in al zijn aspecten is toegenomen, en heeft zo  bijgedragen aan het op peil houden van de internationale concurrentiepositie van  Nederland als vestigingsland.. 

10 | Betere dienstverlening aan internationale organisaties en buitenlandse bedrijven die zich in Nederland vestigen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


In 2008 is de beleidsdoorlichting “Nederland als gastheer voor internationale  organisaties” afgerond en is een tevredenheidsonderzoek onder internationale  organisaties uitgevoerd. Door middel van verbeterde communicatie met deze  doelgroep is de dienstverlening aan 33 internationale organisaties in Nederland  verbeterd. Voorts zijn de aanbevelingen van het project “My First Month in the  Netherlands” uitgevoerd waarmee de administratieve druk voor expats die zich in  Nederland vestigen is gereduceerd. Tot slot draagt de vestiging van het Speciaal  Tribunaal voor Libanon bij aan de doelstelling. Dit beleidsdoel ligt op koers. 

11

11 | Hoger onderwijs met meer kwaliteit en minder uitval.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Strategische agenda HO, onderzoek – en wetenschapsbeleid uitgebracht. 

2008

 Implementatie van de maatregelen uit de strategische agenda

 (a) Hoger ambitieniveau

 (b) versterking structuur onderwijs

 (c) versterking sectoren

 Implementatie maatregelen (heroverweging in 2011)

 (a) Meerjarenafspraken HBO-raad en VSNU over studiesucces met doelen in 2011,  2012, 2014 en 2017.

 (a) Nulmeting in Kennis in Kaart indicatoren bij meerjarenafspraken. 

 (a) Meerjarenafspraak (1e fase) met hogescholen (G4) over studiescuces allochtone  studenten. 

 (a) Start Sirius Programma ter bevordering van excellentie in de bacheloropleiding. 

 (b) Reactie op rapport Sorgdrager ‘Kwaliteit na de poort’ (kwaliteitsbekostiging)

 (b) Reactie op BaMa (harde knip)

 (b) Programma experimenten Graduate schools (promotieopleidingen)

 (b) Voorbereiding nieuw stelsel voor bekostiging. 

 (b) Beleidsreactie op Ruim Baan Voor Talent. 

 (c) Initiëren sectorplannen tav Natuur- en Scheikunde, Geesteswetenschappen, 3  TU’s en Kunstvakonderwijs)

2009

 (a) Afronding 2e fase meerjarenafspraak hogescholen (G4) studiesucces allochtone  studenten. 

 (a) Volgende fase Sirius Programma

 (a) Monitor Kennis in Kaart + kwalitatieve evaluatie door inspectie. 

 (b) Start pilots studiekeuzegesprekken (+ extra tranche voor zomer). 

 (b) Experiment Graduate schools (promotieopleidingen) in uitvoering

 (b) Evaluatie BaMa (harde knip) naar TK. 

 (b) Wetgeving nieuwe accreditatiestelsel naar TK. 

 (b) Voorbereiding nieuw stelsel voor bekostiging. 

 (b) Beleidsreactie tussenevaluatie associate degrees naar TK. 

 (c) Uitvoering sectorplannen

2010

 (a) tor Kennis in Kaart + kwalitatieve evaluatie door Inspectie. 

 (a) t SIrius Programma voor de masteropleidingen. 

 (b) Start programma Kwaliteit na de Poort. 

 (b) Wetgeving Ruim Baan voor Talent. 

 (b) Experimenten Graduate schools (promotieopleidingen) in uitvoering (PM)

 (b) Parlementaire behandeling wetgeving nieuw accreditatiestelsel. 

 (b) Voorbereiding nieuw stelsel voor bekostiging

 (c) Uitvoering sectorplannen

2011

 (a) Studieuitval (uit WO) en studie-switchen (binnen wo) in bachelor-2 en -3 halveren  in 2011. 

 Heroverweging arrangement meerjarenafspraken. 

 (b) Experimenten Graduate schools (promotieopleidingen) in uitvoering. 

 (b) Invoering nieuw bekostigingsstelsel gericht op kwaliteit van onderwijs.

 (c) uitvoering sectorplannen.

11 | Hoger onderwijs met meer kwaliteit en minder uitval.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Het kabinet heeft in 2008  afspraken gemaakt met universiteiten en hogescholen over reductie van uitval,  meer differentiatie (ambitieuze programma’s) en verbetering van de kwaliteit van  docenten. Tevens is extra geld toegevoegd aan de lumpsum. In de  meerjarenafspraken is een aantal indicatoren opgenomen met basiswaarden en  waar relevant streefwaarden voor 2011, 2014 en 2017. Ook is afgesproken een  aantal achtergrondvariabelen te monitoren, die samen een indruk geven van de  ontwikkeling van kwaliteit. De voortgang van de afspraken wordt jaarlijks gevolgd  via Kennis in Kaart (TK, 2008-2009, 31 288, nr. 49).

12

12 | Het versterken van de internationale reputatie van Nederlandse wetenschappelijke instellingen en onderzoeksinstellingen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 1.55 -  Promotiegraad (aantal promoties per 1000 pers in de leeftijdsgroep 25-34  jarigen)

 11,2% Aandeel vrouwelijke hoogleraren (10,3% in 2006)

 1,34 Nederlandse citatiescore (2003-2007, mondiaal top 3)

2008

 Verbetering en versterking promotiestelsel en vergroting relatief aantal promoties +  opstart pilot graduateschools naar voorbeeld VS. (voor alle jaren)

 12,5%  Aandeel vrouwelijke hoogleraren (op basis 2010)

 (2005-2008 mondiaal top 3) Nederlandse citatiescore

 (PM medio 2009 beschikbaar), naar verwachting 1,60. Promotiegraad (aantal  promoties per 1.000 pers in leeftijdsgroep 25-34 jarigen)

 (VSNU cijfers medio 2009 beschikbaar) Aandeel vrouwelijke hoogleraren. (tendens  is stijgend)

 (PM beschikbaar 2010 via het NOWT) Nederlandse citatiescore (tendens is  gelijkblijvend)

2009

 Verbetering en versterking promotiestelsel en vergroting relatief aantal promoties +  opstart pilot graduateschools naar voorbeeld VS. 

 13,7% Aandeel vrouwelijke hoogleraren (op basis 2010)

 (2005-2008 mondiaal top 3) Nederlandse citatiescore

2010

 Verbetering en versterking promotiestelsel en vergroting relatief aantal promoties +  opstart pilot graduateschools naar voorbeeld VS. 

 15% Aandeel vrouwelijke hoogleraren (op basis 2010)

 (2005-2008 mondiaal top 3) Nederlandse citatiescore

2011

 Verbetering en versterking promotiestelsel en vergroting relatief aantal promoties +  opstart pilot graduateschools naar voorbeeld VS. 

 Verdere vergroting aandeel vrouwelijke hoogleraren

 (mondiaal top 3) Nederlandse citatiescore

12 | Het versterken van de internationale reputatie van Nederlandse wetenschappelijke instellingen en onderzoeksinstellingen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Deze wordt gemeten aan de  hand van drie indicatoren: de promotiegraad, het aantal vrouwelijke hoogleraren  en de Nederlandse citatiescore. Deze indicatoren wordt beleidsinhoudelijk  ondersteund via de Vernieuwingsimpuls, het Aspasiaprogramma en het  Mozaïekprogramma. De grootschalige onderzoeksinfrastructuur wordt financieel  ondersteund uit enveloppenmiddelen en FES-gelden.

13

13 | Vergroting van de aantrekkelijkheid van Nederland voor kenniswerkers.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Beleidskader modern migratiebeleid ontwikkeld

2008

 Uitwerken beleidskader en blauwdruk modern migratiebeleid en aan TK zenden. 

 Opzetten proeftuinen en quick wins modern migratiebeleid. 

 Vereenvoudiging verlenging verblijfsvergunning regulier. 

 Beleidskader en blauwdruk modern migratiebeleid aan TK gezonden en behandeld.  

 Implementatie proeftuinen en quick wins modern migratiebeleid (lopen door tot in  2010)

 Vereenvoudiging verlenging verblijfsvergunning regulier is gerealiseerd

2009

 Wetgevingstraject (doorloop in 2010); 

 Implementatie en afronding proeftuinen en quick wins modern migratiebeleid; 

 Voorbereiden implementatie modern migratiebeleid (o.a. versterken toezicht en  handhaving). 

2010

Afronding wetgevingstraject

2011

Implementatie modern migratiebeleid (met gefaseerde inwerkingtreding). 

13 | Vergroting van de aantrekkelijkheid van Nederland voor kenniswerkers.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Deze doelstelling heeft nadere  uitwerking gekregen door de zoekperiode te verlengen met 1 jaar, de  inkomensgrens (voorafgestudeerden) te verlagen tot €25.000 per jaar en het  verkorten van de procedure door modernisering van het migratiebeleid.

14

14 | Het versterken van het innovatief vermogen van de Nederlandse economie.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 IPC-regeling in werking getreden

 Gestimuleerde private R&D-uitgaven: € 731 mln door WBSO; €189,7 mln totale R&D- uitgaven in innovatieprogramma’s. 

 3.375 MKB-bedrijven ondersteund met kennis door innovatievouchers. 

 Betrokken MKB-bedrijven bij samenwerking: in totaal 62 bedrijven betrokken in 40  pre-IPC’s en 3 IPC’s; en in totaal 1.000 deelnemers in 5 innovatieprogramma’s. 

2008

 Innovatiekredietregeling van start gegaan. 

 Vraagprogrammering TNO en GTI’s op basis van maatschappelijke vragen, opmaken  tussenstand richting 2010

 Gestimuleerde private R&D-uitgaven: € 731 mln door WBSO, € 54 mln door  innovatiekredieten; € 350 mln in innovatieprogramma’s. 

 3.780 MKB-bedrijven ondersteund met kennis door innovatievouchers. 

 860 MKB-bedrijven werken samen in IPC’s en in totaal 1.500 deelnemers in 8  innovatieprogramma’s. 

 Innovatiekredietregeling van start gegaan. 

 Vraagprogrammering TNO en GTI’s: tussenstand richting 2010 is opgemaakt. 

 Gestimuleerde private R&D-uitgaven: €756 mln. door WBSO, €68 mln. door  innovatiekredieten; €300 mln. in innovatieprogramma’s. 

3.195 MKB-bedrijven ondersteund met kennis door innovatievouchers. 

 1.050 MKB-bedrijven werken samne in IPC’s en in totaal 1.500 deelnemers (stand  per 30 juni) in 8 innovatieprogramma’s. 

2009

 Vraagprogrammering TNO en GTI’s op basis van maatschappelijke vragen,  oppakken geformuleerde verbetervoorstellen 

 Gestimuleerde private R&D-uitgaven: € 798 mln door WBSO, € 107 mln door  innovatiekredieten; € 450 mln in innovatieprogramma’s. 

 4.800 MKB-bedrijven ondersteund met kennis door innovatievouchers. 

 1.210 MKB-bedrijven werken samen in IPC’s en in totaal 2.000 deelnemers in 11  innovatieprogramma’s. 

2010

 Vraagprogrammering TNO en GTI’s is ingevoerd. 

 Gestimuleerde private R&D-uitgaven: € 831 mln door wBSO, € 136 mln door  innovatiekredieten; € 450 mln in innovatieprogramma’s. 

 5.600 MKB-bedrijven ondersteund met kennis door innovatievouchers. 

 1.560 MKB-bedrijven werken samen in IPC’s en in totaal 2.250 deelnemers in  innovatieprogramma’s 

2011

 Gestimuleerde private R&D-uitgaven: € 929 mln door WBSO, € 136 mln door  innovatiekredieten; € 450 mln in innovatieprogramma’s. 

 5.600 MKB-bedrijven ondersteund met kennis door innovatievouchers. 

 1.850 MKB-bedrijven werken samen in IPC’s e nin totaal 2.500 deelnemers in  innovatieprogramma’s 

14 | Het versterken van het innovatief vermogen van de Nederlandse economie.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De beoogde voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. De voortgang wordt  gemeten aan de hand van vier indicatoren gebaseerd op instrumentarium voor  bevorderen van innovatie in het MKB (WBSO, innovatiekrediet,  innovatievouchers en IPC’s) en de vraagprogrammering TNO en GTI’s. Het  overall resultaat van de indicatoren is ruimschoots positief, ondanks het feit dat  de realisatie in 2008 voor de ondersteuning van MKB-bedrijven met kennis door  innovatievouchers achterblijft bij het beoogde tussenresultaat en tevens terugvalt  ten opzichte van de realisatie in 2007. Overigens ligt het in de lijn der  verwachting dat de voortgang van deze doelstelling in de loop van 2009 onder  invloed komt van de economische recessie. Deze raakt immers het hart van de  reële economie (ondernemerschap, innovatie en investeringsniveau) en heeft  naar verwachting ook een specifieke doorwerking op sommige regio’s en  sectoren in Nederland (dit geldt tevens voor de beleidsdoelen 15, 17 en project  2). 

15

15 | Meer zelfstandige ondernemers met personeel en meer snelle groeiers in 2011.

Te realiserenGerealiseerd
2007

80% Benuttingspercentage BBMKB

 Via BBMKB in 2007 € 614 mln aan garanties voor ondernemersfinanciering 

 Advies van Raad voor Microfinanciering over aanpak microfinanciering. 

 Regeling beroepsonderwijs in bedrijf (BIB) 2007-2010 en 45 projecten (indicatief  4500 leerlingen)

2008

 Via BBMKB in 2008 € 584 mln aan garanties. 

 Kabinetsaanpak microfinanciering naar TK. 

 Brief aan TK met maatregelen om de doorgroei van kleine ondernemingen te  vergemakkelijken. 

 Oprichting van 6 Centres of Entrepreneurship in het ho en 22  ondernemerschapprojecten verdeeld over po, vo en vmbo

 55 samenwerkingsprojecten BIB (indicatief 5500 leerlingen)

 Via BBMKB in 2008 €601 mln. aan garanties. 

 Kabinetsaanpak microfinanciering naar TK. Oprichting Stichting Qredits en start  pilots met BBZ-regeling in aantal landsdelen. 

 Brief aan TK met maatregelen om de doorgroei van kleine ondernemingen te  vergemakkelijken. Aantal maatregelen geïmplementeerd in het Belastingplan voor  2009, zoals versoepeling BTW-aangifte. 

 Oprichting van 6 Centres of Entepreneurship in het ho en 22  ondernemerschapprojecten verdeeld over po, vo en mbo. 

 55 samenwerkingprojecten BIB (indicatief 5500 leerlingen). 

2009

 Via BBMKB in 2009 € 596 mln aan garanties. 

 Verhoging MKB-winstvrijstelling naar 10,7%

 500 microkredieten

 Groeiversneller: 100 bedrijven binnen 5 jaar door omzet van € 20 mln. 

 Netwerken pro-mbo voor ondernemerschapsonderwijs opgezet. 

 45 nieuwe samenwerkingsprojecten BIB (indicatief 5000 leerlingen) 

2010

 Via BBMKB in 2011 € 612 mln aan garanties. 

 1000 microkredieten en netwerk MF functioneert zelfstandig. 

 Oprichting van 4 tot 6 extra Centres of Entrepreneurship in het ho. 

 45 nieuwe samenwerkingsprojecten BIB (indicatief 5000 leerlingen)

2011

 Via BBMKB in 2011 € 612 mln aan garanties

 1500 microkredieten in 2011 (3000 over hele kabinetsperiode)

 100 bedrijven binnen periode van 5 jaar door de omzetgrens van € 20 mln

 Over de gehele kabinetsperiode 10-12 Centres of Entrepreneurship in het HO. 

 Over de gehele kabinetsperiode 190 projecten via Beroepsonderwijs in Bedrijf met  een indicatief bereik van circa 20.000 leerlingen. 

15 | Meer zelfstandige ondernemers met personeel en meer snelle groeiers in 2011.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers en wordt gemeten aan de hand  van drie indicatoren (ondernemersquote, aandeel snelgroeiende ondernemingen,  aankomend en jong ondernemerschap op basis TEA-index). In 2008 zijn alle  verwachte resultaten met betrekking tot de accenten uit het beleidsprogramma  (financiering, onderwijs en ondernemerschap/arbeidsmarkt, doorgroei van  bedrijven) gehaald. Deze accenten komen bovenop het reguliere  voorwaardenscheppende beleid (zie ook toelichting beleidsdoel 14).

16

16 | Minder regels, minder instrumenten, minder loketten.

Te realiserenGerealiseerd
2007

a. Vermindering van AL

a. -4% (nettoverlaging)

2008

a. Vermindering van AL 7% (nettoverlaging)

b. % bedrijfsvreemde kosten op 30 prioritaire domeinen (nalevingskosten)

c. Invoering Lex Silencio bij vergunningen

d. Lastenarme subsidies 

e. Invoering vaste verandermomenten

f. Antwoordvoorbedrijven.nl

g. Branchewijzers voor bedrijfstakken

h. Normenkader gemeenten

i. Beleving regeldruk door ondernemers 

a. 8% (nettoverlaging)

b. 7 pilots afgerond om meetmethodiek te testen. Ter waarde van € 150 mln

    concrete reductievoorstellen geïnventariseerd. Op 23 aanvullende 

    gebieden worden knelpunten geconcretiseerd.

c. 21 vergunningstelsels waarop LS werd toegepast (in 2007). Kabinet wil

    dit verdubbelen

d. 7 Subsidieregelingen zijn lastenarmer gemaakt. In 2009 wordt het gebruik

    van een subsidiekader wettelijk verplicht binnen de rijksoverheid.

e. Besluit invoering VVM per 1/1/09 op departementen, in okt 08 genomen.

f. 960.000 bezoekers per jaar.

g. 32 branchewijzers afgerond en ontsloten. 

h. Ontwikkeling Normenkader dienstverlening gemeenten in 2008 gestart,

    getest en afgerond. Toepassing vanaf 2009

i. Ontwikkeling 12 sleutelindicatoren gericht op regeldruk: minder,

   makkelijker, merkbaar (opgenomen in voortgangsrapportage aan TK)

2009

a. 11% (nettoverlaging)b. PM (volgende voortgangsrapportage)c. Toegepast bij 4  additionele vergunningenstelselsd. Substantieel deel van de subsidieregelingen van  ministeries voor bedrijven is lastenarm ingerichte. 2 vaste inwerkingtredingdata +  minimale invoeringstermijn van 3 mnd voor alle wetten, en amvb’s met directe  relevantie voor bedrijven en instellingen. Alle ministeries doen mee.

f. 1,1 mln bezoekers per jaar

g. 39 branchewijzers afgerond en ontsloten

h. Het normenkader wordt door ten minste 50 gemeenten toegepast

i. Beleving regeldruk door ondernemers

2010

a. 17% (nettoverlaging)

b.  PM (volgende voortgangsrapportage)

c.  Toegepast bij 10 additionele vergunningenstelsels

d.  Alle subsidieregelingen van ministeries voor bedrijven is lastenarm ingericht. 

e.  Mogelijke uitbreiding VVM naar lagere regelgeving. 

f.  1,3 mln bezoekers per jaar 

g.  54 branchewijzers afgerond en ontsloten

h.  Het normenkader wordt door tenminste 100 gemeenten toegepast. 

i.  Beleving regeldruk door ondernemers 

2011

a.  25% (nettoverlaging)

b.  PM (volgende voortgangsrapportage)

c.  Toegepast bij 21 additionele vergunningenstelsels.

d.  Gerealiseerd

e.  Mogelijke uitbreiding VVM naar lagere regelgeving. 

f.  1,5 mln bezoekers per jaar. 

g.  62 branchewijzers afgerond en ontsloten. 

h.  Het normenkader wordt door ten minste 200 gemeenten toegepast en door de  overige (uitvoerings-) organisaties uit de top 10 van organisaties waarmee bedrijven  i.v.m. regelgeving contacten onderhouden. 

i.  Beleving regeldruk door ondernemers. 


16 | Minder regels, minder instrumenten, minder loketten.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie ligt van dit beleidsdoel  ligt op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Op het terrein van de  administratieve lasten heeft het kabinet een heldere kwantitatieve ambitie  geformuleerd: netto 25% minder administratieve lasten voor bedrijven in 2011  (ten opzichte van peildatum maart 2007). Deze is inmiddels verbreed met een  aantal extra indicatoren welke ook zijn gewisseld met de Tweede Kamer bij de  Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven (TK 2008-2009, 29 515, nr. 269).

17

17 | Een slagvaardige aanpak van economische ontwikkeling in de top en grensregio’s.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 € 175 mln uitgelokte investeringen (PiD)

 380 betrokken partijen (PiD)

2008

 € 425 mln uitgelokte investeringen (PiD, SR)

 1250 betrokken partijen (PiD, EFRO/D3)

 50 grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden (EFRO/D3)

 €369 mln. uitgelokte investeringen

 767 betrokken partijen (stand na eerste tender)

 70 grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden

2009

 € 800 mln uitgelokte investeringen (PiD, SR, EFRO/D2)

 2250 betrokken partijen (PiD, EFRO/D2, EFRO/D3)

 120 grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden (EFRO/D3)

2010

 € 1.150 mln uitgelokte investeringen (PiD, SR, EFRO/D2)

 3500 betrokken partijen (PiD, EFRO/D2, EFRO/D3)

 220 grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden (EFRO/D3)

2011

 € 1.190 mln uitgelokte investeringen (EFRO/D2)

 4300 betrokken partijen (EFRO/D2, EFRO/D3)

 370 grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden (EFRO/D3)

verder

17 | Een slagvaardige aanpak van economische ontwikkeling in de top en grensregio’s.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op  koers.


De beoogde voortgang van dit beleidsdoel ligt, op basis van de formeel  vastgelegde informatie, nog niet op koers. De voortgang wordt scherp  gemonitord aan de hand van een drietal indicatoren (uitgelokte investeringen,  betrokken partijen en grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden). Bij twee  van de drie indicatoren blijft de formele realisatie in 2008 vooralsnog achter bij  het beoogde tussenresultaat (uitgelokte investeringen en betrokken partijen). Dit  wordt veroorzaakt doordat najaarstender van Pieken in de Delta op basis  waarvan de targets voor 2008 mede zijn bepaald, nog niet volledig is omgezet in  subsidiebeschikkingen. Op basis van de laatste gedetailleerde informatie over  de projecten onder deze tender, ligt het in de lijn der verwachting dat de targets  bij de volgende meting worden gehaald waarmee de doelstelling ‘groen’ kleurt.  (Zie ook toelichting beleidsdoel 14)

18

18 | Stapsgewijze invoering van een gedifferentieerde kilometerprijs naar tijd, plaats en milieukenmerken.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Kabinetsbrief over eindbeeld zonder grote fysieke tussenstap.

2008

 Kabinetsbesluit rol van marktpartijen bij Inning en dwanginvordering

 Kabinetsbesluit uitwerking publieke regie

 Wetsvoorstel Kilometerprijs naar Raad van Staten

 Brief Stas BZK nieuwe provinciaal belastinggebied

 Ondertekening uitvoeringsconvenanten mobiliteitsprojecten vanaf september.

Kilometerprijs: 

 Brief aan Kamer over Fiscale aspecten ABvM (mei 2008); 

 Basisrapportage uitwerkingsfase ABvM (mei 2008); 

 Partieel uit uitvoeringsbesluit en implementatieplan (juni 2008);

 Wetsvoorstel kilometerprijs bij RvS (november 2008);

 Het certificeringsproces en de aanbesteding is aangekondigd (december 2008). 

Mobiliteitsprojecten: 

 Brief over de aanpak mobiliteitsprojecten ABvM (juni 2008);

 De uitvoeringsconvenanten van Haaglanden (Spitsmijden A12) en Rotterdam  (Spitsmijden A15) zijn ondertekend (december 2008).

2009

Kilometerprijs:

 Aanbesteding

 Kabinetsbesluit milieuscenario’s basistarieven; 

 Kabinetsbesluit rol van marktpartijen bij Inning en dwanginvordering;

 Kabinetsbesluit uitwerking publieke regie; 

 Wetsvoorstel naar TK; 

 Brief Stas BZK nieuw provinciaal belastinggebied. 

Mobiliteitsprojecten: 

 Ondertekening uitvoeringsconvenanten mobiliteitsprojecten;

 Mobiliteitsprojecten operationeel. 

2010

 Besluit over nieuw provinciaal belastinggebied;

 Uitvoeringsbesluit ABvM (probalistische planning)

2011

Implementatiebesluit

18 | Stapsgewijze invoering van een gedifferentieerde kilometerprijs naar tijd, plaats en milieukenmerken.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. De invoering van de kilometerprijs  is een zeer complex proces met vele risico’s die in kaart zijn gebracht en  waarop actief gestuurd wordt. In de basisrapportage zijn de belangrijkste go/no- go-momenten aangegeven. Daarnaast zijn in de brief over het Partieel  Uitvoeringsbesluit verschillende onderwerpen genoemd die tussentijds  aanleiding geven tot een deelbeslissing (zoals de taken die binnen het domein  van meerdere dienstverleners kunnen worden opgepakt). Tevens is Anders  Betalen Voor Mobiliteit een groot project en vindt er toezicht op het project  plaats in het kader van de procedure regeling grote projecten. In 2008 is de  eerste voortgangsrapportage opgeleverd. In de tweede voortgangsrapportage die  begin 2009 aan de Tweede Kamer is gezonden, is vermeld dat de invoering van  het kilometerprijssysteem voor vrachtwagens per 2011 onwaarschijnlijk is. 

19

19 | Verbetering van de bereikbaarheid over weg en water door gerichte investeringen in het wegennetwerk en de binnenvaart.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Instelling commissie-Elverding

2008

 Mobiliteitsaanpak

 PvA bij kabinetsstandpunt Cie Elverding

 Besteding €19 mln uit enveloppe infrastructuur en vaarwegen

 Advies en kabinetsstandpunt Cie Elverding

 Indiening wetsvoorstel bestuurlijke lus

 Vernieuwde Spoedwet wegverbreding voor advies naar RvS (incl. lijst projecten. 

Investeringsprogramma is vertraagd

 Besteding €19 mln uit enveloppe infrastructuur en vaarwegen

 Advies en kabinetsstandpunt Cie Elverding

 Indiening wetsvoorstel bestuurlijke lus 

 “Wijziging Spoedwet wegverbreding en Tracéwet” ingediend bij TK

 Kabinetsreactie op het eindrapport “Passende Publieksparticipatie” naar TK

 Mobiliteitsaanpak 22 oktober gepresenteerd. Gebiedsgerichte uitwerking daarvan  naar TK. 

 1e tranche Quick Wins Binnenhavens (35 mln) toegezegd aan regio’s. 

2009

Mobiliteitsaanpak

 Besteding 44 mln euro uit enveloppe infrastructuur en vaarwegen

 Uitvoering Mobiliteitsaanpak (wegen, spoor/OV, vaarwegen)

Versnelling besluitvorming Infrastructurele projecten (Elverding)

 Behandeling EK van wetsvoorstel “Wijziging spoedwet wegverbreding en Tracéwet”

 Implementatiewetsvoorstel “Wijziging spoedwet wegverbreding en Tracéwet”; voor 30  projecten “de scherp in de grond” in deze kabinetsperiode; tenminste 10 projecten  gerealiseerd.

 Implementatie structurele versnelling en verbetering besluitvorming infrastructurele  projecten. 

 2e tranche Quick Wins Binnenhavens ( 27 mln)

2010

 Besteding 69 mln euro uit enveloppe infrastructuur en vaarwegen (zie tabel)

 Uitvoering Mobiliteitsaanpak (wegen, spoor/OV, vaarwegen)

 Uitvoering Kabinetsstandpunt Elverding; realisatie Spoedwetprojecten

2011

 Besteding 93 mln euro uit enveloppe infrastructuur en vaarwegen (zie tabel)

 Uitvoering Mobiliteitsaanpak (wegen, spoor/OV, vaarwegen)

 Uitvoering kabinetsstandpunt Elverding: realisatie spoedwetprojecten

19 | Verbetering van de bereikbaarheid over weg en water door gerichte investeringen in het wegennetwerk en de binnenvaart.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de realisatie ligt van dit beleidsdoel  niet op koers


De voortgang van dit beleidsdoel ligt niet op koers omdat de voorgenomen  doelen voor 2008 niet volledig zijn gerealiseerd. De oorzaak hiervan ligt in een  vertraagde uitvoering van het investeringsprogramma als gevolg van afronding  van het wetgevingstraject “Wijziging Spoedwet wegverbreding en Tracéwet”.  Inmiddels heeft de Eerste Kamer met dit wetsvoorstel ingestemd en ligt het in  de lijn der verwachting dat de doelstelling bij een volgende meting goed op koers  zal liggen.

20

20 | Groeiambitie van 5% per jaar voor het openbaar vervoer per spoor.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Actieplan Groei op het spoor

 Opzet en uitvoering Actieplan

Groeicijfer

 Gerealiseerde groei in 2007 (op hoofdrailnet NS) = 3,0%

2008

Actieplan Groei op het spoor

 Uitvoering Actieplan

Programma Hoogfrequent Spoor

 Besluit vermogensconversie NS t.b.v. hoogfrequent spoor (4,5 mld)

2009

Actieplan Groei op het spoor

 Uitvoering Actieplan 

 Midtermreview

Programma Hoogfrequent Spoor

 Uitvoeren kandidaat planstudies

Groeicijfer

 Groeiambitie 5%

2010

Actieplan Groei op het spoor

 Uitvoering actieplan

Programma Hoogfrequent Spoor

 Kabinetsbesluit uitvoering planstudies

Groeicijfer

 Groeiambitie 5%

2011

Actieplan Groei op het spoor

 Uitvoering actieplan

Programma Hoogfrequent Spoor

 Start uitvoering maatregelen OV-SAAL (no regret pakket)

Groeicijfer

 Groeiambitie 5%

20 | Groeiambitie van 5% per jaar voor het openbaar vervoer per spoor.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  niet op koers. 


De realisatie van dit beleidsdoel ligt niet op koers. De groei in de eerste helft van  2008 was 5,4% reizigerskilometer, in de tweede helft van 2008 was dat 2,7%.  De totale gemiddelde groei in 2008 was 4,1%. De lagere reizigersgroei in de  tweede helft van 2008 is mede veroorzaakt door minder reisbehoefte door de  verslechterde toestand van de Nederlandse economie

21

21 | De overheid wil uiterlijk in 2010 duurzaamheid als zwaarwegend criterium meenemen in al haar aankopen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Duurzaamheidscriteria gereed en door rijksinkopers toegepast voor 16 van 80  productgroepen (20%) naar zowel milieu- als sociale aspecten.

2008

 Duurzaamheidscriteria 60 van de 80 productgroepen (75%)

 Monitoring toepassing bekende duurzaamheidscriteria

 Voor 5 productgroepen is een cradle tot cradle-gunningscriterium geformuleerd op  basis van de koploperprestaties. 

 Duurzaamheidscriteria gereed voor 39 van de 80 productgroepen (-50%). Van 17  productgroepen zijn de concepten gereed. 

 Tweejaarlijkse monitoring toepassing bekende duurzaamheidscriteria heeft  plaatsgevonden. Resultaten worden nu bewerkt. 

 Voor 6 productgroepen is een Cradle to Cradle-gunningscriterium geformuleerd.

2009

 Duurzaamheidscriteria gereed voor alle 80 productgroepen uiterlijk begin 2009  (100%)

 Toepassing criteria door alle rijksinkopers. 

 Bijdrage duurzaam inkopen is uit te drukken in concrete duurzaamheidseffecten. 

 Voor 10 productgroepen hebben de criteria een eerste herzieningsronde doorlopen. 

 Voor 25 productgroepen zijn Cradle tot Cradle-gunningscriteria geformuleerd. 

2010

 Ook provincies, gemeenten en waterschappen hebben hun doelstelling mbt  duurzaam inkopen gerealiseerd: 75% duurzaam inkopen door gemeenten (100% in  2015) en 50% duurzaam inkopen door provincies en waterschappen. 

 Vervolgmeting toepassing criteria ivm voortdurende ontwikkeling van diensten en  producten. 

 Voor 40 productgroepen hebben de criteria een eerste herzieningsronde doorlopen. 

 Voor 40 productgroepen zijn Cradle to Cradle-gunningscriteria geformuleerd 

2011

21 | De overheid wil uiterlijk in 2010 duurzaamheid als zwaarwegend criterium meenemen in al haar aankopen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  niet op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt niet op koers omdat de voorgenomen  doelen voor 2008 (duurzaamheidscriteria voor tenminste 75% van de  productgroepen) niet volledig zijn gerealiseerd (realisatie is 49%). Inmiddels kan  gemeld worden dat de vertraging in de realisatie over 2008 op het onderdeel  duurzaamheidscriteria in het eerste kwartaal van 2009 geheel is ingelopen.  Daarmee ligt deze doelstelling bij een volgende meting weer op koers.

22

22 | Het stimuleren van duurzame consumptie en productie.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 1e tranche fiscale vergroening doorgevoerd om duurzaam gedrag te stimuleren.

 Raamovereenkomst verpakkingen en zwerfafval ondertekend.

 Eén uitvoeringsorganisatie die namens bedrijfsleven uitvoering geeft aan  producentenverantwoordelijkheid Besluit verpakkingen.

 Monitorsysteem Zwerfafval ontworpen.

2008

 Nota voedsel en  consument uitgebracht (KADO: duurzaamheidsaspecten  vleesconsumptie

 Aanpassen Besluit verpakkingen aan doelstelling kunstof uit Raamovereenkomst. 

 Kabinetsaanpak Duurzame ontwikkeling vastgesteld

 Kabinetsbrief over 2e tranche fiscale vergroening naar TK gezonden

 Vliegticketbelasting levert 1,4 Mton CO2-reductie op.

 Milieudifferentiatie BPM ingevoerd 

 Differentiatie lease-auto’s doorgevoerd (14 en 25% bijtelling).

 Voorziene opbrengst verpakkingenbelasting verhoogd tov CA tbv  reservering op  VROM-begroting voor Afvalfonds 

2009

 2e tranche fiscale vergroening via belastingplan 2009 ingevoerd.

 CO2-belasting (ipv bpm)

 Verlaging van het mrb-tarief voor zeer zuinige auto’s en aardgasauto’s. 

 Belastingvrijstelling voor auto’s op waterstof. 

 Naast het 14%-tarief een 2de verlaagde bijtellingtarief voor leaseauto’s van 20%

 Raamovereenkomst leidt tot 32% materiaalhergebruik kunsstof verpakkingsafval. 

 Evaluatie Impulsprogramma Zwerfafval.  

 Evaluatie Besluit verpakkingen.

2010

 Cradle-to-cradle slaat aan bij onderwijs en bedrijfsleven. Innovatieve producten  komen op de markt.

 Raamovereenkomst leidt tot 38% materiaalhergebruik kunstof verpakkingsafval. 

 Openbare ruimte is zichtbaar en meetbaar schoner dan in 2007 (minder zwerfafval).

2011

 Cradle-to-cradle gedachte concreet geïmplementeerd in gebouwen, in tenminste  twee ketenprojecten met als gevolg een aantoonbare reductie van milieubelasting.

 Raamovereenkomst leidt tot 42% materiaalhergebruik kunststof verpakkingsafval in  2012

22 | Het stimuleren van duurzame consumptie en productie.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  niet op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt niet op koers omdat de voorgenomen  doelen voor 2008 (duurzaamheidscriteria voor tenminste 75% van de  productgroepen) niet volledig zijn gerealiseerd (realisatie is 49%). Inmiddels kan  gemeld worden dat de vertraging in de realisatie over 2008 op het onderdeel  duurzaamheidscriteria in het eerste kwartaal van 2009 geheel is ingelopen.  Daarmee ligt deze doelstelling bij een volgende meting weer op koers.

23

23 | Het bevorderen van een tijdig en op de vraag afgestemd aanbod van ruimte voor kwalitatief goed ingepaste bedrijfslocaties en 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen per jaar.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Bedrijventerreinen

 Agenda bedrijventerreinen 2008-2009 naar Tweede Kamer

 Intentieafspraken met VNG, IPO aanleg minder nieuwe/meer te herstructureren  bedrijventerreinen

 Instelling Taskforce-Noordanus 

Woningbouw / verstedelijking

 Beleidsdoelstelling woningproductie nader vastgesteld op 80.000-83.000 per jaar (ipv  80.000-100.000)

 87.000 woningen gebouwd (CBS maart 2008)

2008

Bedrijventerreinen

 Eindrapport Noordanus en kabinetsreactie naar TK

 Start pilots herstructurering bedrijventerreinen. 

 Beslissing SER-ladder in AMvB Ruimte opnemen


Woningbouw / verstedelijking

 83.000 woningen gebouwd. 

Bedrijventerreinen

 Eindrapport Taskforce-Noordanus en kabinetsreactie naar TK. 

 Pilots bedrijventerreinen van start. 

 Beslissing SER-ladder in AMvB Ruimte opnemen. 

 Bestuurlijke ronde langs provincies om lagere behoefteraming en toepassing SER- ladder te bespreken. 

 € 400 mln. Vrijgemaakt voor inhaalslag herstructureringsopgave 6.500 ha in de  periode 2009-2013. 

 Bestuurlijk afsprakenkader Bedrijventerreinen 2010-2020 met IPO en VNG  afgesloten. 

 Opties Kenniscentrum Bedrijventerreinen in kaart gebracht. 

Woningbouw / verstedelijking

 87.000 woningen gebouwd (def. Cijfers april 2009) 

 1e fase verstedelijkingsbeleid (Biref aan TK, aanpak Verstedelijkingsprogramma’s) 

2009

Bedrijventerreinen

 Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 met alle provincies en de VNG afgesloten  met oog op kwantitatieve doelstelling vanaf 2010. 

 Afspraak decentralisatie voor bedrijventerreinen uit Bestuursakkoord Rijk-provincies  (EZ)

 Uitvoeringsstrategie Advies Taskforce (Her)ontwikkeling met IPO/VNG opgesteld. 

 Pilots herstructurering bedrijventerreinen toegekend. 

Woningbouw / verstedelijking

 80.000 – 83.000 woningen gebouwd (aandeel uitbreiding binnenstedelijk: Randstad  40%, overig NL 25-40%)

 Verstedelijkingsafspraken 2010-2019 gemaakt. 

2010

Bedrijventerreinen

 Op 1.000 ha bedrijventerreinen is dit jaar de herstructurering gestart. 

 Provinciale herstructureringsprogramma’s zijn opgeleverd en rijksmiddelen zijn  toegekend. 

Woningbouw / verstedelijking

 Woningproductie bouwprognose 72.000-77.000 met behoud streven om zoveel  mogelijk in de buurt te blijven van de beleidsmatig gewenste 80.000-83.000 woningen  per jaar (aandeel uitbreiding binnenstedelijk: Randstad 40%, overlig NL 25-40%)

 Eindverantwoording afgelegd over woningbouwafspraken 2005-2010

 Verstedelijkingsafspraken in uitvoering

2011

Bedrijventerreinen

 Op 1.000 ha tot 1.500 ha bedrijventerreinen is dit jaar de herstructurering gestart. 

 Doorlooptijd herstructurering met 5% ingekort (2014 10%, 2020 20%)

 Bedrijfslocatiemonitor (BLM) vernieuwd. 

 Pilots Noordanus afgerond en geëvalueerd. 

 Kwaliteitspilots afgerond en geëvalueerd. 

Woningbouw / verstedelijking

 Woningproductie bouwprognoses 72.000-77.000 met behoud streven om zoveel mogelijk  in de buurt te blijven van de beleidsmatig gewenste 80.000-83.000 woningen per jaar  (aandeel uitbreiding binnenstedelijk: Randstad 40%, overig NL 25-40%)

 Verstedelijkingsafspraken in uitvoering. 

23 | Het bevorderen van een tijdig en op de vraag afgestemd aanbod van ruimte voor kwalitatief goed ingepaste bedrijfslocaties en 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen per jaar.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Dit beleidsdoel is nader geconcretiseerd als het gaat om de ambities ten  aanzien van bedrijventerreinen (1.000 à 1.500 ha per jaar vanaf 2010;  doorlooptijd herstructurering bedrijventerreinen van 7-10 jaar verkort met 10% in  2014 en met 20% in 2020) en woningbouw (80.000-83.000 woningen per jaar).  De voortgang ligt op koers als het gaat om het beoogde resultaat over 2008  (Eindrapport Taskforce Noordanus inzake herstructurering bedrijfslocaties en  kabinetsreactie hierop naar TK, 86.096 woningen gebouwd). De inspanningen in  de komende jaren zullen fors moeten zijn om de ambities voor het einde van de  kabinetsperiode te kunnen realiseren. Verwacht mag worden dat deze  doelstelling in negatieve zin effect zal ondervinden van de kredietcrisis en de  daarmee gepaard gaande economische ontwikkelingen. Als onderdeel van het  aanvullende beleidsakkoord ‘Werken aan toekomst’  heeft het kabinet  maatregelen genomen.

24

24 | In 2011 moeten Nederlanders meer tevreden zijn over het landschap, zijn groene gebieden gerealiseerd, is het platteland vitaler en dynamischer en wordt geïnvesteerd in natuurgebieden.

Te realiserenGerealiseerd
2007

a. Tevredenheid landschap: 7,3

b. Realisatie groen: 6.328 ha verwerven – 11.067 ha inrichten.

c. Ontwikkeling sociaal economische vitaliteit (3jrl meting)1. Tevredenheid  voorzieningen platteland/stad: 6,5/6,42. Tevredenheid woonomgeving  platteland/stad: 7,1/6,63. Kans op werk platteland/stad: 71,3% - 67,6%

d. Investeren in natuurgebieden: 73.410 ha (2007-2013)

a. Tevredenheid landschap: 7,3

b. Realisatie groen: 457 ha Recreatie om de Stad (RodS) veworven, 329 ha ingericht.

c. Ontwikkeling sociaal economische vitaliteit1. Tevredenheid voorzieningen  platteland/stad: 6,5/6,42. Tevredenheid woonomgeving platteland/stad:  7,1/6,63. Kans op werk platteland/stad: 71,3% - 67,6%

d. Investeren in natuurgebieden: 593.491 ha

2008

a. Tevredenheid landschap: 7,3

b. Realisatie groen: PM

c. Ontwikkeling sociaal economische vitaliteit: (≥ x)

d. Investeren in natuurgebieden: 65.954 (2007-2013)

Voortgangsrapportage ILG

a. Tevredenheid landschap: 7,4

b. Realisatie groen: PM

c. Ontwikkeling sociaal economische vitaliteit: PM

d. Investeren in natuurgebieden 600.947 ha (in beheer)

Voortgangsrapportage ILG

2009

a. Tevredenheid landschap: 7,3

b. Realisatie groen: PM

c. Ontwikkeling sociaal economische activiteit (≥ x)

d. Investeren in natuurgebieden: PM

Voortgangsrapportage ILG

2010

a. Tevredenheid landschap: 7,3

b. Realisatie groen: PM

c. Ontwikkeling sociaal economische activiteit (≥ x)

d. Investeren in natuurgebieden: PM

Voortgangsrapportage ILG

2011

a. Tevredenheid landschap: 7,5 (8,0 in 2020)

b. Realisatie groen: 16.000 ha RodS verworven en ingericht

c. Ontwikkeling sociaal economische vitaliteit: behoed tevredenheid voorzieningen,  woonomgeving en kans op werk t.o.v. de stad. 

d. Investeren in natuurgebieden: 61.599 ha (2014-2018) / 666.901 ha (in beheer 2013)  + 728.500 ha (2018)

24 | In 2011 moeten Nederlanders meer tevreden zijn over het landschap, zijn groene gebieden gerealiseerd, is het platteland vitaler en dynamischer en wordt geïnvesteerd in natuurgebieden.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op  koers. 


De beoogde voortgang van dit beleidsdoel ligt niet op koers. De voortgang wordt  gemeten aan de hand van een viertal indicatoren: tevredenheid van burgers over  het landschap (7,4 in 2008, 8 in 2020 SCP), recreatie om de stad (16.000 ha in  2011 als onderdeel van het ILG), vitaliteit van het platteland (sociaal  economische vitaliteit gebaseerd op de 3 jaarlijkse Enquête Woononderzoek)  en investeringen in natuurgebieden (eveneens als onderdeel van het ILG). Op  twee van de vier indicatoren is geen realisatie over 2008 bekend.

25

25 | In 2011 worden productiedieren en gezelschapsdieren beter behandeld en moet 5% van de stallen integraal duurzaam en diervriendelijk zijn, waarbij voldaan wordt aan dierenwelzijnseisen die verder gaan dan de huidige wettelijke eisen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Nota Dierenwelzijn in TK

Percentage naleving bestaande welzijnsnormen = 70%

Nota Dierenwelzijn in TK

2008

1. % duurzame stallen: - 

2. % naleving welzijnsnormen: 70

3. Acties Nota Dierenwelzijn: -

1. Ontwikkeling monitoringsinstrument (gereed voorjaar 2009)

2. Info niet tijdig beschikbaar (zie toelichting)

3. 7 acties

2009

1. % duurzame stallen: - monitor gereed + o-meting- 1,2 (resteert 3,8)

2. % naleving welzijnsnormen: 73

3. Acties Nota Dierenwelzijn: 14

2010

1. % duurzame stallen: 2,8 (resteert 2,2)

2. % naleving welzijnsnormen: 77

3. Acties Nota Dierenwelzijn: 21

2011

1. % duurzame stallen: 5,0 (resteert - *))

2. % naleving welzijnsnormen: 80

3. Acties Nota Dierenwelzijn: 26


*) met perspectief op grootschalige verdergaande toepassing na 2011

25 | In 2011 worden productiedieren en gezelschapsdieren beter behandeld en moet 5% van de stallen integraal duurzaam en diervriendelijk zijn, waarbij voldaan wordt aan dierenwelzijnseisen die verder gaan dan de huidige wettelijke eisen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De realisatie van dit beleidsdoel ligt op koers. Op dit moment zijn er ca.  105.000 stallen in Nederland. Een streefwaarde van 5% betekent dat hiervan in  2011 tenminste 5.250 stallen integraal duurzaam moeten zijn. De verwachting is  dat dit een vliegwielfunctie heeft voor verdergaande groei. Voorwaarde is dat  nieuwe stalconcepten worden ontwikkeld en geoptimaliseerd en dat  ondernemers hierin flink gaan investeren. Dit kost enige tijd, onder meer  vanwege de doorlooptijd van vergunningprocedures. Er wordt een  monitorinstrument opgesteld om de realisaties van jaar tot jaar te kunnen  volgen. Dit instrument en de nul-meting zijn gereed in het voorjaar van 2009. Het  kabinet hanteert een streefwaarde van 80% in 2011 voor naleving van de  regelgeving op het terrein van dierenwelzijn (70% in 2008). Jaarlijks wordt bezien  of een andere interventiestrategie nodig is. De uitkomst van het project  “programmatisch handhaven”zal vanaf 2009 van invloed zijn op de wijze van  handhaven en mopgelijk ook op de streefwaarde van het kabinet.

26

26 | Klimaatbestendige inrichting van Nederland waarbij water een meer bepalende factor is bij ruimtelijke afwegingen, inclusief locatiekeuzes. Meer ruimte voor herstel van natuurlijke processen (bodem, water & natuur).

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Nationale adaptatiestrategie door MR vastgesteld. 

2008

 Start Kennis voor Klimaat (€ 50 mln FES)

 Pilots Ontwerpen met Water afgerond 

 Uitvoering pilots klimaatbuffers gestart (komende jaren voort te zetten via  stimuleringsregeling)

2009

 Nationale Adaptieagenda, waarin aankondiging (o.a.):

  - Herijking wet- en regelgeving

  - Besluit Adaptiefonds

  - Besluit Stimuleringsprogramma

  - Afspraken bedrijfsleven

  - Herijking MKBA- en verdisconteringssystematiek 

 Opstellen “Klimaatwijzer” klimaatbestendige inrichting

 Start 2e Tranche Klimaatbuffers 

 Iconen (5) voor klimaatbestendige inrichting

 Verstedelijkingsafspraken

2010

 Opstellen uitgangspunten en randvoorwaarden klimaatbestendige inrichting  (Ruimtelijke Hoofdstructuur); 

 AMvB Klimaat

2011

 Benodigde aanpassingen in wet- en regelgeving doorgevoerd

 Ruimtelijke reserveringen gerealiseerd 

 Start realisatie waterwoonwijk. 

26 | Klimaatbestendige inrichting van Nederland waarbij water een meer bepalende factor is bij ruimtelijke afwegingen, inclusief locatiekeuzes. Meer ruimte voor herstel van natuurlijke processen (bodem, water & natuur).

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Een groot deel van de activiteiten  die onder dit beleidsdoel en de beleidsdoelen 27 en 28 vallen liggen in elkaars  verlengde en worden (gezamenlijk) uitgevoerd door VROM, VenW en en/of LNV.  Een klimaatbestendige inrichting van Nederland is één van de grootste  ruimtelijke opgave en de grootste opgave voor het waterbeheer in de 21-ste  eeuw. Een actieve opstelling en samenwerking van en door velen bij de  overheid, het bedrijfsleven, de wetenschap en bij maatschappelijke instellingen  is noodzakelijk. De Nationale Adaptatiestrategie en –agenda komt in 2009 in al  zijn facetten tot volle ontplooiing.

27

27 | Duurzaam waterbeleid als schakel tussen ecologie en economie. Nederland (weer) aan de internationale top van innovatieve deltatechnologie.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Watervisie: kaders voor het waterbeleid

Actualisering Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

Instelling Deltacommissie (Commissie Veerman)

2008

 Uitvoering Innovatieprogramma’s Building with Nature en Flood Control

 Advies en kabinetsreactie Deltacommissie

 Concept Nationaal Waterplan

 Brief TK over watertoets

 Brief afwegingskader klimaatbestendigheid naar TK 


Beleid & Uiitvoering

 Advies Deltacommissie

 Kabinetsreactie op advies Deltacommissie

 Concept-Nationaal Waterplan (o.m. stroomgebiedsbeheerplannen, Ruimtelijk plan  Noordzee, Beleidskader-IJsselmeer, nieuwe veiligheidsaanpak)

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor Rivier

Institutioneel

 Oprichting Deltares

 Oprichting European Water Partnership

 Start samenwerking t.b.v. sectorbreed impulsprogramma (Dutch Delta Design 2012)

Innovatie

 Vaststelling Regeling Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water (75 miljoen) en  uitschrijven 1e tender (35 mln))

 Kabinetsbesluit voor uitvoering Innovatieprogramma’s Building with Nature en Flood  Control.

2009

Beleid & Uitvoering

 Indiening Ontwerp Deltawet

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier.

 Voorbereiden HWBP 3 (gebaseerd op resultaat derde toetsing (2011))

Verwerken inspraak/consultatie & definiteif maken Nationaal Waterplan

Institutioneel

 Go/no go-besluit sectorbreed impulsprogramma (Dutch Delta Design)

 Bepaling rol en functie Deltaregisseur

Innovatie

 Uitvoering 1e tender KRW-innovaties + publicatie 2e tender (40 mln)

 Ontwikkeling indicator voor waterexport/innovatie

 Uitvoering innovatieprogramma’s Flood Control en Building with Nature


2010

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier

 Voorbereiden HWBP 3 (gebaseerd op resultaat derde toetsing (2011))

 Inwerkingtreding Deltawet

 Start tweede trance NOI-innovatieprogramma’s deltatechnologie.

 Uitvoering programma Dutch Delta Design

2011

 Rapportage aan Kamer over Derde toetsing primaire waterkeringen + voorbereiden  HWBP 3

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier

27 | Duurzaam waterbeleid als schakel tussen ecologie en economie. Nederland (weer) aan de internationale top van innovatieve deltatechnologie.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers en kan niet los gezien worden van  de doelstellingen 26 en 28. Een drietal indicatoren helpen om de voortgang  richting het einde van de kabinetsperiode te kunnen volgen. Deze hebben  betrekking op beleid en uitvoering (waaronder advies van en kabinetsreactie op  de Deltacommissie), de institutionele kaders (oprichting Deltares en European  Water Partnership) en innovatie (uitwerking Kaderrichtlijn Water en uitvoering  innovatieprogramma’s Building with Nature en Flood Control).

28

28 | Versnelling kustverdediging en versnelde aanpak van de versterking van de bij de tweede wettelijke toetsing afgekeurde primaire waterkeringen. Vernieuwd denken over water veiligheid een plaats geven in het systeem voor bescherming tegen overstromingen.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

 Uitvoering Innovatieprogramma’s Building with Nature en Flood Control

 Advies en kabinetsreactie Deltacommissie

 Concept Nationaal Waterplan

 Brief TK over watertoets

 Brief afwegingskader klimaatbestendigheid naar TK 

Beleid & Uiitvoering

 Advies Deltacommissie

 Kabinetsreactie op advies Deltacommissie

 Concept-Nationaal Waterplan (o.m. stroomgebiedsbeheerplannen, Ruimtelijk plan  Noordzee, Beleidskader-IJsselmeer, nieuwe veiligheidsaanpak)

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor Rivier

Institutioneel

 Oprichting Deltares

 Oprichting European Water Partnership

 Start samenwerking t.b.v. sectorbreed impulsprogramma (Dutch Delta Design 2012)

Innovatie

 Vaststelling Regeling Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water (75 miljoen) en  uitschrijven 1e tender (35 mln))

 Kabinetsbesluit voor uitvoering Innovatieprogramma’s Building with Nature en Flood  Control.

2009

Beleid & Uitvoering

 Indiening Ontwerp Deltawet

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier.

 Voorbereiden HWBP 3 (gebaseerd op resultaat derde toetsing (2011))

Verwerken inspraak/consultatie & definiteif maken Nationaal Waterplan

Institutioneel

 Go/no go-besluit sectorbreed impulsprogramma (Dutch Delta Design)

 Bepaling rol en functie Deltaregisseur

Innovatie

 Uitvoering 1e tender KRW-innovaties + publicatie 2e tender (40 mln)

 Ontwikkeling indicator voor waterexport/innovatie

 Uitvoering innovatieprogramma’s Flood Control en Building with Nature


2010

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier

 Voorbereiden HWBP 3 (gebaseerd op resultaat derde toetsing (2011))

 Inwerkingtreding Deltawet

 Start tweede tranche NOI-innovatieprogramma’s deltatechnologie

 Uitvoering programma Dutch Delta Design

2011

 Rapportage aan Kamer over Derde Toetsing primaire waterkeringen + voorbereiden  HWBP 3

 Uitvoering HWBP 1+2, Maaswerken en Ruimte voor de Rivier

28 | Versnelling kustverdediging en versnelde aanpak van de versterking van de bij de tweede wettelijke toetsing afgekeurde primaire waterkeringen. Vernieuwd denken over water veiligheid een plaats geven in het systeem voor bescherming tegen overstromingen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers en kan niet los gezien worden van  de doelstellingen 26 en 27. De voortgangspresentatie van dit beleidsdoel is  daarom gelijkluidend aan dat van beleidsdoel 27.

29

29 | Het realiseren van een beperkt aantal complexe, samenhangende ruimtelijke opgaven van nationale betekenis.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Selectie 23 projecten Nota Ruimtebudget

 MR-besluitvorming bijdrage Nota Ruimtebudget aan twee geselecteerde projecten.  Hiermee zijn ze naar de uitvoeringsfase gegaan. 

 Reiswijzer Gebiedsontwikkeling

2008

 MR-besluitvorming bijdragen uit Nota Ruimte-budget aan 7 geselecteerde projecten.  In totaal bevonden 9 projecten zich eind 2008 in de uitvoeringsfase. In twee projecten  is Cradle-to-cradle in het ontwerp meegenomen. Voor 7 van de 9 projecten zijn  werkzaamheden gestart. 

 Beleidsbrief Hoeksche Waard aan TK. 

 Nieuwe wet Ruimtelijke Ordening in werking getreden. 

 Opdracht aan planbureaus verleend voor ontwikkeling handleiding MKBA’s bij  gebiedsontwikkeling. 

 Randstadvisie 2040.

2009

 MR-besluitvorming over doorgang van de resterende 16 projecten naar de  uitvoeringsfase en bij positief besluit, de hoogte van de bijdrage uit het Nota  Ruimtebudget. De besluitvorming van het project Den Haag Internationale Stad,  onderdeel World Forum kan mogelijk niet in 2009 plaatsvinden, dat wordt dan 2010.  Voor het onderdeel Scheveningen Boulevard is de bijdrage reeds in 2008 toegekend. 

 Start werkzaamheden Scheveningen Blvd., Eindhoven A2-zone. 

 Kennisontwikkeling

2010

 Mogelijk besluitvorming in de MR over de laatste 2 projecten in 2010. 

 AMvB Ruimte in werking getreden. 

2011

 Met de bijdragen uit het Nota Ruimtebudget kan de uitvoering van een beperkt aantal  complexe projecten van start. De projecten dragen bij aan de ruimtelijke prioriteiten  van het kabinet.

29 | Het realiseren van een beperkt aantal complexe, samenhangende ruimtelijke opgaven van nationale betekenis.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Het jaar 2009 wordt een  belangrijk jaar voor de gebiedsprojecten. In dit jaar zal de MR naar verwachting  voor alle geselecteerde projecten op basis van een MKBA hebben besloten of  een bijdrage uit het Nota Ruimtebudget legitiem is. Bovendien zal de MR eind  2009 op basis van de business cases de hoogte van alle bijdragen hebben  vastgelegd. Over de selectie van de projecten in de TK geïnformeerd via een  brief (TK 26 435, nr 192). Twee keer per jaar wordt aan de TK over de voortgang  van de Nota Ruimtebudget gerapporteerd. Bovendien wordt de TK (op eigen  verzoek) geïnformeerd als de ministerraad voor een project een bijdrage heeft  vastgesteld. 

30

30 | In 2011 worden jeugdigen en hun ouders snel en goed ondersteund.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Beleidsbrief vormgeving CJG’s naar TK.

 Dekkingsgraad Zorg- en Advies teams: PO 60%; VO 92%; MBO 75%

 Beleidsbrief vormgeving CJG’s naar TK.

 Dekkingsgraad Zorg- en Advies teams: PO 60%; VO 92%; MBO 75%

2008

 Streefcijfer: 50 gemeenten met een CJG.

 Bundelen van geldstromen

 Tenminste 71 gemeenten met een inlooppunt en samenwerkingsverband in lijn met  het basismodel CJG (stand eind 2008)

 Relevante geldstromen gebundeld in Brede doeluitkering CJG.

2009

 Streefcijfer: 125 gemeenten met een CJG.

 Dekkingsgraad Zorg- en Adviesteams: PO 72%; VO 94%; MBO 82%.

 De gehele jeugdgezondheidszorg werkt met het EKD. 

 Wettelijke verplichting voor alle gemeenten om aangesloten te zijn op de landelijke  verwijsindex.

  Steunpunt wordt actief per januari 2009, vernieuwde monitoring is in voorbereiding,  eerste resultaten worden verwacht in het voorjaar van 2009. Wetgevingstraject is  gestart.

 

 Wijziging van wet op de jeugdzorg (in verband met introductie VIR) ingediend bij TK

2010

 Streefcijfer: 300 gemeenten met een CJG.

2011

 Elke gemeente heeft een CJG.

 Dekkingsgraad ZAT’s: 100% in alle sectoren

30 | In 2011 worden jeugdigen en hun ouders snel en goed ondersteund.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang in de uitvoering van dit beleidsdoel ligt op koers. Het aantal  gemeenten dat feitelijk werkt met een inlooppunt en samenwerkingsverband in  lijn met het basismodel CJG ligt ongeveer de helft hoger dan was beoogd voor  2008 (min 71 in plaats van 50). De komende jaren gaat het aantal te  ontwikkelen CJG’s verder omhoog, zodat het doel – elke gemeente een CJG - in  2011 gehaald kan worden. 

31

31 | De wachttijden voor de geïndiceerde jeugdzorg blijven beperkt tot maximaal negen weken na indicatiestelling en kinderbeschermingsmaatregelen kunnen snellre worden ingezet.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Reductie van 4100 naar 3850 wachtenden (> 9 weken).

2008

Start onderzoek naar achtergronden van wachtenden op jeugdzorg (urgentie).

Onderzoek verzonden aan Tweede Kamer. Vastgesteld dat in 2010 in 75% van de  gevallen binnen twee maanden na melding een uitspraak over de  kinderbeschermingsmaatregel volgt.  Reductie van 3.850 naar 3.400 wachtenden (>9  weken). 

2009

Nieuwe normen voor wachttijden.

60% van de gevallen wordt volgens de normen van Beter Beschermd afgehandeld.


2010

80% van de wachtenden binnen 6 weken geholpen.

75% van de gevallen afgehandeld volgens de normen van Beter Beschermd.


2011

90% van de wachtenden binnen 6 weken geholpen.

50% van de wachtenden binnen 4 weken geholpen.

75% van de gevallen afgehandeld volgens de normen van Beter Beschermd.


31 | De wachttijden voor de geïndiceerde jeugdzorg blijven beperkt tot maximaal negen weken na indicatiestelling en kinderbeschermingsmaatregelen kunnen snellre worden ingezet.

Aangepast doel => 9 weken wachttijd wel het maximum blijft, maar waarbij  tevens  flexibiliteit bestaat in wachttijd voor lastige gevallen (de laatste 10%) en  minder  lastige zaken.


Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Dit beleidsdoel ligt op koers. Beoogd was om het doel –wachttijdbeperking tot  maximaal 9 weken- uiterlijk te behalen aan het einde van de kabinetsperiode.  Daarbij bestaat tevens enige flexibiliteit in wachttijd voor lastige gevallen (de  laatste 10%) en de minder lastige zaken. Met de provincies zijn inmiddels  afspraken gemaakt dat eind 2009 de wachttijden langer dan 9 weken zijn  weggewerkt. 



32

32 | Bestrijding van kindermishandeling door versterking van preventie, signalering en ingrijpen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Aantal regio’s dat met de RAAK-aanpak werkt: 4

 45% van de professionals beschikt over een meldcode.

 50.575 eerste contacten met de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling  (AMK’s).

 Aantal regio’s dat met de RAAK-aanpak werkt: 4

2008

 Er zijn circa 30 CJG’s operationeel.

 Begin 2008 is in 70 procent van de gemeenten een CJG in ontwikkeling, in diverse  fases.

 Tenminste 71 gemeenten met een inlooppunt en samenwerkingsverband in lijn met  het basismodel CJG.

 De voortgang bij invoering van de verplichte meldcode is aan de TK gemeld in de  brief van 20 november 2008 (TK 2008-2009, 28 345, nr. 72)

2009

 Wetgevingstraject invoering verplichte meldcode gestart. 

 55.000 eerste contacten met de AMK’s.

125 gemeenten met een CJG. 

 Aantal regio’s dat met de RAAK-aanpak werkt: 15.

2010

 Wetgevingstraject invoering verplichte meldcode afgerond.

 65.000 eerste contacten met de AMK’s. 

 300 gemeenten met een CJG. 

 Aantal regio’s dat met de RAAK-aanpak werkt: 25.

2011

 Van de professionals beschikt 100% over meldcode

 70.000 eerste contacten met de AMK’s. 

 Elke gemeente heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin. 

 Aantal regio’s dat met de RAAK-aanpakt werkt: 35 (landelijk dekkend)

32 | Bestrijding van kindermishandeling door versterking van preventie, signalering en ingrijpen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Dit beleidsdoel ligt op koers. Naast beschikbaarheid van het aantal operationele  CJG’s is het gebruik van een meldcode van belang. Deze vormt een essentieel  element bij de bestrijding van kindermishandeling. Uit het rapport “meldcodes  kindermishandeling” (dat ook bron is voor het cijfer uit 2008) blijkt dat  professionals die een meldcode gebruiken circa driemaal vaker in actie komen  met betrekking tot vermoedens van kindermishandeling. De voortgang bij  invoering van de verplichte meldcode is aan de TK gemeld in de brief van 20  november 2008 (TK 2008-2009, 28 345, nr. 72). 

33

33 | Het kabinet wil een substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie. Van 70% nu moet deze toe groeien naar 80% in 2016. In deze kabinetsperiode zal een belangrijke stap in die richting worden gezet.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Het kabinet wil een substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie. Van 70% nu  moet deze toe groeien naar 80% in 2016. In deze kabinetsperiode zal een  belangrijke stap in die richting worden gezet. 

Indicator: Stijging van de bruto-participatiegraad naar 80% in 2016.De  participatiegraad wordt gemeten door de werkenden en de werkzoekenden naar  banen van meer dan 12 uur in de leeftijd van 20 t/m 64 jaar (gemeten in personen) af  te zetten tegen de desbetreffende bevolkingsgroep. 


2008

 Participatiegraad 75% CEP 2009

 Convenant Rijk-VNG (100.000 banen)

 Beleidsondersteunende maatregelen:   - Actieteam 45+  - Installatie en werkplan  Taskforce Deeltijd+  - Stimulering totstandkoming regionaal arbeidsmarktbeleid  -  Uitfasering overdraagbaarheid algemene heffingskorting

 Zwangerschapsregeling zelfstandigen

2009

 CPB raming participatiegraad 76%Beleidsondersteunende maatregelen

- Premiekorting oudere langdurig werklozen

- Doorwerkbonus- IACK (inkomensafhankelijke combinatiekorting)- IAK  (inkomensafhankelijke verhoging arbeidskorting)- Flexibilisering AOW

2010

Participatiegraad raming CPB 75%


2011

 Participatiegraad 80% (in 2016)  (verwachte structurele ontwikkeling 76%)

33 | Het kabinet wil een substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie. Van 70% nu moet deze toe groeien naar 80% in 2016. In deze kabinetsperiode zal een belangrijke stap in die richting worden gezet.

Indicator: Stijging van de bruto-participatiegraad naar 80% in 2016.De  participatiegraad wordt gemeten door de werkenden en de werkzoekenden naar  banen van meer dan 12 uur in de leeftijd van 20 t/m 64 jaar (gemeten in  personen) af  te zetten tegen de desbetreffende bevolkingsgroep. 


Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De horizon voor deze doelstelling ligt in 2016. Gezien de realisaties tot nu toe,  de raming van het CPB, c.q. CEP-cijfers en de maatregelen die het kabinet  heeft getroffen om de doelstelling van 80% participatie (gebaseerd op bruto- partcipatiegraad) in 2016 dichterbij te brengen, kan geconcludeerd worden dat  dit doel op koers ligt over 2008. De participatiegraad wordt gemeten door de  werkenden en de werkzoekenden naar banen van meer dan 12 uur in de leeftijd  van 20 t/m 64 jaar (gemeten in personen) af te zetten tegen de betreffende  bevolkingsgroep. De realisaties over 2007 en 2008 zijn respectievelijk 74% en  75%. De verwachting is dat de realisatie vanaf 2009 beïnvloed zal worden door  de economische ontwikkelingen. 


34

34 | 200.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen deze kabinetsperiode extra aan de slag geholpen worden.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Stand Coalitieakkoord: Uitkeringsvolume 1193*

2008

 Uitkeringsvolume 1121 (daling van 72.000 t.o.v. 2007)

 Convenant Rijk-VNG (100.000 banen)

 Beleidsondersteunende maatregelen:   - Brugbanen gedeeltelijke  arbeidsongeschikten  - PvA re-integratie aan TK aangeboden + uitgevoerd

2009

 Beleidsondersteunende maatregelen  - Geïntegreerde dienstverlening UWV/CWI en  gemeenten in regio  - Invoering Wet Investering in Jongeren (tot 27 jaar)  - Verder  uitrol mentaliteitscampagne “Ik kan”  - Uitwerking maatregelen n.a.v. Commissie De  Vries (Wsw)

 Uitwerken maatregelen n.a.v. crisis   - Reactie op economische crisis door  aanpassing regeling WTV  - Uitwerken afspraken met sociale partners over van werk  naar werk-trajecten, scholing  - Opzetten van 30 mobiliteitscentra

 Raming uitkeringsvolume 1160 (daling van 33.000 t.o.v.  2007)

 Beleidsondersteunende maatregelen  - Regeling loonkostensubsidies in UWV- domein en wetsvoorstel STAP  - Invoering participatiebudget  - Aanpassing begrip  passende arbeid in WW en aanscherping sanctiebeleid. 

2010

 Werkregeling Wajong

 Verdere uitrol mentaliteitscampagne “Ik kan”

 Verdere uitrol geïntegreerde dienstverlening UWV/CWI en gemeenten in de regio

 Raming uitkeringsvolume 1300 (stijging van 107.000 t.o.v. 2007)


2011

 200.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk. 

 Verder uitrol mentaliteitscampagne “Ik kan” 

 Verdere uitrol geïntegreerde dienstverlening UWV/CWI en gemeenten in de regio. 

 Raming uitkeringsvolume 1327 (stijging van 134.000 uitkeringsjaren t.o.v. 2007

34 | 200.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen deze kabinetsperiode extra aan de slag geholpen worden.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op  koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt momenteel niet op koers in het licht van  het beoogde resultaat in 2011. De voortgang wordt gemeten aan de hand van  het volume van werkloosheids-, arbeidsongeschiktheids- en bijstandsuitkeringen  in uitkeringsjaren (X 1000). Voor 2007 (uitkeringsvolume 1193) en 2008  (uitkeringsvolume 1121/- 72.000 personen t.o.v. 2007) is dan ook sprake van  een daling van het uitkeringsvolume. Tot eind 2008 lag deze doelstelling op  koers, maar wordt sindsdien echter zwaar beïnvloed door de conjunctuur. De  huidige prognose voor de economie en de daaruit voortvloeiende stijging van de  WW-uitkeringen maken het bereiken van de doelstelling, ondanks de positieve  impulsen van het ingezette beleid, voor de komende jaren zeer moeilijk. 

35

35 | Substantiële uitbreiding van het aantal vrijwilligers en van het aantal mantelzorgers in 2011.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 3 mln mantelzorgers

 44% van Nederlanders is vrijwilliger

 3 mln

 44%

2008

 De basisfuncties vrijwilligerswerk en mantelzorgers zijn geformuleerd;

 Diverse acties voortvloeiend ui beleidsbrief Voor elkaar;

 Trendmeting (POLS) deelname aan vrijwilligerswerk door het CBS; rapportage volgt  in 2009; 

 Meer dan 42% van alle Nederlanders doet vrijwilligerswerk; 

 Ten minste 2,4 mln Nederlanders verleent mantelzorg.

 Basisfuncties zijn geformuleerd;

 Diverse acties uit beleidsbrief ‘Voor elkaar’ zijn gestart (zie toelichting)



 ≥42%

 ≥2,4 mln

2009

 Nul-meting en rapportage monitor/evaluatie van de Makelaarsfunctie Vrijwilligerswerk  en Maatschappelijke Stages (met OCW);

 i.om. SCP wordt bezien wanneer nieuwe metingen worden uitgevoerd voor het aantal  mantelzorgers

2010

 Uitvoering trendmeting (POLS deelname aan vrijwilligerswerk door het CBS; 

 Meer dan 42% van alle Nederlanders doet vrijwilligerswerk;

 Ten minste 2,4 mln Nederlanders verleent mantelzorg. 

2011

 Uitvoering TBO (trendmeting vrijwilligerswerk) door het SCP;

 Kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie beleidsbrief Voor elkaar;

 Meer dan 42% van alle Nederlanders doet vrijwilligerswerk;

 Ten minste 4,2 mln Nederlanders verleent mantelzorg

35 | Substantiële uitbreiding van het aantal vrijwilligers en van het aantal mantelzorgers in 2011.

Aangepast doel => Ten minste behoud aantal mantelzorgers en uitbreiding  aantal  vrijwilligers


Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen': de beoogde voortgang ligt op koers


De realiteit laat zien dat het aantal vrijwilligers (≥42% van de Nederlanders) en  mantelzorgers (≥2,4 mln Nederlanders) dreigt af te nemen. Het kabinet richt de  focus daarom vooralsnog op tenminste het behoud aan aantal mantelzorgers en  uitbreiding van het aantal vrijwilligers. Goede en voldoende ondersteuning en  begeleiding zijn nodig om huidige vrijwilligers en mantelzorgers te behouden en  nieuwe groepen voor dit werk te winnen. Gegeven deze context ligt de  doelstelling op koers.

36

36 | Het kabinet geeft een nieuwe impuls aan het emancipatiebeleid en aan het homo-emancipatiebeleid.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 57% arbeidsparticipatie vrouwen

 17% vrouwen in topposities rijk (2006)

 3% beloningsverschil man- vrouw (2006)

 45% economische zelfstandigheid vrouwen (2006)

 85% sociale acceptatie homoseksuelen (nulmeting SCP)

2008

 Toenemende arbeidsparticipatie vrouwen

 Toenemend aantal vrouwen in topposities rijk 

 Afname beloningsverschil man- vrouw 

 Groeiende economische zelfstandigheid vrouwen 

 Geen achteruitgang sociale acceptatie homoseksuelen

 59% arbeidsparticipatie vrouwen

 19,7% vrouwen in topposities rijk (2006)

 1,7% beloningsverschil man- vrouw (cijfers volgen najaar 2009)

 46% (naar verwachting, definitieve cijfers CBS 2009) economische zelfstandigheid  vrouwen 

 93% sociale acceptatie homoseksuelen (Gebaseerd op gegeven SCP/COM  intromarkt, definitieve cijfers CBS volgen in 2010)

2009

 60-62% arbeidsparticipatie vrouwen

 20-22% vrouwen in topposities rijk 

 2-4% beloningsverschil man- vrouw 

 48-52% economische zelfstandigheid vrouwen 

 84-86% sociale acceptatie homoseksuelen

2010

 Toenemende arbeidsparticipatie vrouwen

 Toenemend aantal  vrouwen in topposities rijk 

 Afname beloningsverschil man- vrouw 

 Groeiende economische zelfstandigheid vrouwen 

 Geen achteruitgang sociale acceptatie homoseksuelen

2011

 >65% arbeidsparticipatie vrouwen

 25% vrouwen in topposities rijk 

 2% beloningsverschil man- vrouw 

 60% economische zelfstandigheid vrouwen 

 >85% sociale acceptatie homoseksuelen

36 | Het kabinet geeft een nieuwe impuls aan het emancipatiebeleid en aan het homo-emancipatiebeleid.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang in de uitvoering van deze doelstelling ligt op koers en wordt  gemonitord aan de hand van cijfers van het CBS en SCP. Daarnaast worden 2- jaarlijks cijfers gepubliceerd in de Emancipatiemonitor. Het kabinet heeft qua  input van beleid ter vormgeving van de nieuwe impuls voor zowel het  emancipatiebeleid in algemene zin als het homo-emancipatiebeleid veel  inspanningen gedaan. Deze inspanningen krijgen inmiddels doorwerking op  internationaal (best practice EC) en lokaal niveau (inmiddels voeren 123  gemeenten een actief homobeleid). 

37

37 | Verhogen van de kwaliteit van onderwijs onder meer door basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs naadloos op elkaar en op het hoger onderwijs aan te laten sluiten.

Te realiserenGerealiseerd
2007

A. 15,1% 15-jarige leerlingen met lage leesvaardigheid (PISA survey 2006 1x/3 jr)

B. 0% dekkende infrastructuur van regionale verbanden voor zorgleerlingen

C. -21% reductie taalachterstand van doelgroepleerlingen aan het einde van  basisschool t.o.v. 2001 (2005)

D. 46% BOL, 56% BBL gediplomeerden dat aangeeft dat hun opleiding voldoende  basis was om te starten op de arbeidsmarkt. 

2008

A. Uitbrengen kwaliteitsagenda’s po, vo en bve gericht op duurzame verbetering  prestaties taal en rekenen. (Indactoren en streefwaarden opgenomen in begroting  2009)

B. Verbeteren van kwaliteit en organisatie van onderwijs aan leerlingen die extra  ondersteuning nodig hebben. 

C. -30% reductie taalachterstand van doelgroepleerlingen aan het einde van  basisschool t.o.v. 2001 + ondersteunende maatregelen. 

D. PM% gediplomeerden dat aangeeft dat hun opleiding voldoende basis was om te  starten op de arbeidsmarkt.

A. Alle voor 2008 voorgenomen acties zijn uitgevoerd of in gang gezet. 

B. Op basis van de verleende startsubsidies passend onderwijs (dekkende  infrastructuur van regionale verbanden voor zorgleerlingen = regionale netwerken) is in  2008 ca 50% gerealiseerd (47 van de 82  regio’s). 

C. PM realisatiecijfers komen in maart 2009 beschikbaar. Gewichtenregeling  aangepast. 

D. PM realisatie 2008 komt in april 2009 beschikbaar n.a.v. jaarlijks onderzoek ROA.

2009

A. Jaarlijkse monitor prestaties taal en rekenen naar TK. (PISA Survey 2009)

B. 20% dekkende infrastructuur van regionale verbanden voor zorgleerlingen

C. PM% reductie taalachterstand van doelgroepleerlingen aan het einde van  basisschool t.o.v. 2001

D. PM% gediplomeerden dat aangeeft dat hun opleiding voldoende basis was om te  starten op de arbeidsmarkt.

2010

A. 8% 15-jarige leerlingen met lage leesvaardigheid (EU Lissabon doelstelling)

B. PM% dekkende infrastructuur van regionale verbanden voor zorgleerlingen

C. -30% reductie taalachterstand van doelgroepleerlingen aan het einde van  basisschool t.o.v. 2001

D. PM% gediplomeerden dat aangeeft dat hun opleiding voldoende basis was om te  starten op de arbeidsmarkt.

2011

A. Verbetering taal en reken prestaties bo, vo en bve t.o.v. 2005. 

B. 100% dekkende infrastructuur van regionale verbanden voor zorgleerlingen

C. -40% reductie taalachterstand van doelgroepleerlingen aan het einde van  basisschool t.o.v. 2001

D. 60%BOL, 60% BBL  gediplomeerden dat aangeeft dat hun opleiding voldoende  basis was om te starten op de arbeidsmarkt.

37 | Verhogen van de kwaliteit van onderwijs onder meer door basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs naadloos op elkaar en op het hoger onderwijs aan te laten sluiten.

Op de Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van deze doelstelling ligt op koers. Er wordt gemeten aan de hand  van een viertal indicatoren die betrekking hebben op respectievelijk taal en  rekenen (inclusief PISA-survey), de verbetering van kwaliteit en organisatie van  onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, de reductie van  taalachterstand van doelgroepleerlingen aan het einde van basisschool, en het  percentage gediplomeerden dat aangeeft dat hun opleiding voldoende basis was  om te starten op de arbeidsmarkt. Daarbij worden de ontwikkelingen gevolgd  van ondersteunend beleid op het gebied van taal en rekenen, gewichtenregeling  primair onderwijs, de onderwijstijd, zeer zwakke scholen, passend onderwijs,  competentiegericht onderwijs in mbo, aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt mbo  en leven lang leren.

38

38 | Voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel, nu en in de toekomst.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 1200 fte openstaande vacatures voor leraren en managers in po, vo en be

 Actieplan ' LeerKracht van Nederland' opgesteld 

2008

 <2.200 (<1%) fte openstaande vacatures voor leraren en managers in po, vo en bve. 

 Akkoord sluiten met sociale partners over uitvoering Actieplan ‘Leerkracht van  Nederland’

 1.450 vacatures. Dit is het gemiddelde van de eerste drie kwartalen van 2008. Dat  zijn er ruim 200 meer dat er gemiddeld in de eerste drie kwartalen van 2007  openstonden. Er van uitgaande dat in het vierde kwartaal 2008 het aantal  openstaande vacatures vergelijkbaar zal zijn met die in dezelfde periode in 2007, is  er in 2008 sprake van een stijging van ruim 200 openstaande vacatures. Er zijn nog  geen cijfers bekend van het vierde kwartaal van 2008. De gegevens over heel 2008  zullen hierdoor pas in de zomer van 2009 bekend worden. 

 Akkoord gesloten met sociale partners over uitvoering Actieplan ‘LeerKracht van  Nederland’

2009

 <2.200 (<1%) fte openstaande vacatures voor leraren en managers in po, vo en bve. 


2010

 <2.200 (<1%) fte openstaande vacatures voor leraren en managers in po, vo en bve. 


2011

 <2.200 (<1%) fte openstaande vacatures voor leraren en managers in po, vo en bve. 


38 | Voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel, nu en in de toekomst.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen': de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van deze doelstelling ligt op koers. De realisatie over 2008 (1.450  fte) toont aan dat het aantal openstaande vacatures in fte voor leraren en  managers in po, vo en bve weliswaar is gestegen ten opzichte van 2007 (1.200  fte), maar nog altijd ruim beneden de bandbreedte van <2.200 fte voor de duur  van de kabinetsperiode blijft (<1% openstaande vacatures).

39

39 | Het realiseren van een sluitend systeem voor kinderopvang voor 0-4-jarigen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

A. % doelgroepleerlingen onder 2 en 3 jarigen dat deelneemt aan vve-programma

B. % doelgroepleerlingen onder 4 en 5 jarigen dat feitelijk deelneemt aan een vve- programma

C. Gelijktrekken leidster/kind ratio in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

A. 57% doelgroepleerlingen onder 2 en 3 jaar doet mee aan vve programma

B.  68% doelgroepleerlingen onder 4 en 5 jarigen dat feitelijk deelneemt aan vve  programma

2008

A. PM% doelgroepleerlingen onder 2 en 3 jarigen dat deelneemt aan vve-programma

B. PM% doelgroepleerlingen onder 4 en 5 jarigen dat feitelijk deelneemt aan een vve- programma

C. Voorbereiding wetgeving

A. 62% doelgroepleerlingen onder 2 en 3 jaar doet mee aan vve programma

B.  63% doelgroepleerlingen onder 4 en 5 jarigen dat feitelijk deelneemt aan vve  programma

C. Wetsvoorstel naar TK.

2009

A. 70% doelgroepleerlingen onder 2 en 3 jarigen dat deelneemt aan vve-programma

B. 70% doelgroepleerlingen onder 4 en 5 jarigen dat feitelijk deelneemt aan een vve- programma

C. Parlementaire behandeling wetsvoorstel + start ondersteuningstraject. 

A+B. Ondersteunende wetgeving ingediend bij TK, Landelijk kwaliteitskader  ontwikkeld, evenals voorbeeldmodellen voor harmonisatie.

2010

A+B Afronding toetsingskader GGD en inspectie mbt peuterspeelzalen en vve. 

C. Inwerkingtreding wetsvoorstel (Leidster/kind ratio 1:8). 

2011

A+B. 100% doelgroepleerlingen dat feitelijk deelneemt aan een vve-programma

C. Gerealiseerd. 

39 | Het realiseren van een sluitend systeem voor kinderopvang voor 0-4-jarigen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op  koers.


De voortgang van deze doelstelling ligt niet op koers. De rode score heeft twee  oorzaken. Ten eerste zijn voor 2008 alleen realisatiecijfers opgenomen en geen  streefwaarden. De streefwaarden zijn benoemd voor 2009 (tussenstreefwaarde)  en 2011 (eindstreefwaarde). Ten tweede is het cijfer voor ‘percentage  doelgroepleerlingen onder 4- en 5-jarigen dat feitelijk deelneemt aan een vve  programma gedaald van 68% in 2007 naar 63% in 2008. Intussen wordt er hard  gewerkt aan realisatie:

- Voor voorschoolse educatie (2- en 3 –jarigen) komt het wetsvoorstel  Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie waarin is vastgelegd dat  gemeenten de verantwoordelijkheid krijgen om aan alle kinderen die dat nodig  hebben, voorschoolse educatie aan te bieden. Dat wetsvoorstel ligt bij de Raad  van State en bereikt dit voorjaar de Tweede Kamer.

- Voor vroegschoolse educatie (4- en 5-jarigen) is na de daling van het  percentage direct overleg gevoerd met het veld. Dit heeft in september 2008  geleid tot een convenant met de PO-raad, VNG, en besturen- en  onderwijsvakorganisaties (Agenda Focus op vroegschoolse educatie). Daarin is  vastgelegd om in 2011 te komen tot 100% aanbod van de doelgroepkinderen.  Bovendien is er een stimuleringsmaatregel vroegschoolse educatie ingesteld  (€20 mln extra voor de scholen) en is er een ondersteuningstraject voor scholen  gestart.

40

40 | Het fors uitbreiden van het aantal brede scholen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

969 brede scholen gerealiseerd 

691 in ontwikkeling

2008

ca. 200 meer brede scholen t.o.v. 2007

1200 (verwachting o.b.v. groei voorgaande jaren, de eerste  cijfers die volgen  zullen zijn over 2009)

2009

Ca. 200 meer brede scholen t.o.v. 2008

2010

75% van 1660 brede scholen 

2011

1200 brede scholen

40 | Het fors uitbreiden van het aantal brede scholen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de beoogde voortgang ligt op koers. 


In de loop van deze kabinetsperiode wordt het aantal brede scholen  stapsgewijze uitgebreid. In het huidige, vrij forse, tempo zullen er in 2011 circa  4.000 brede scholen zijn ten opzichte van circa 1.000 in 2007). De doelstelling  ligt daarmee op koers.

41

41 | Een maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Plan van aanpak maatschappelijke stage in november gepresenteerd


2008

% van de leerlingen van alle vo-scholen loopt een maatschappelijke stage

96%

2009

> 75%

2010

> 75%

2011

> 75%

41 | Een maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Het invoeren van de maatschappelijke stage op de scholen voor het vo en bij de  betrokken organisaties loopt volgens plan. Zo heeft 96% van de scholen  subsidie aangevraagd voor de maatschappelijke stage. Hiermee anticiperen  scholen op het feit dat de stage vanaf het schooljaar 2011-2012 verplicht wordt.  In 20 ‘pilotprojecten’ wordt de uitvoering van de maatschappelijke stage  nauwgezet gevolgd met het oog op een soepele invoering. Aan deze projecten  doen in totaal 50.000 leerlingen mee die elk 30 uur stage lopen.

Het aantal scholen dat een stage (vrijwillig) aanbiedt neemt toe, evenals het  aantal stages dat door leerlingen wordt gelopen. Het aantal sectoren  waarbinnen stages worden aangeboden is uitgebreid naar ‘goede doelen’ en er  is meer variatie ontstaan in stageactiviteiten.

42

42 | Het geleidelijk invoeren van gratis schoolboeken in het voortgezet onderwijs met ingang van schooljaar 2008/2009, en volledig per schooljaar 2009/2010.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

Wetsvoorstel gratis schoolboeken aangenomen, inwerkingtreding 1-8-2009

 Wetsvoorstel gratis schoolboeken aangenomen, inwerkingtreding 1-8-2009

 Uitdeling tegemoetkoming schoolboeken in dec 2008

2009

100% invoering van gratis schoolboeken per schooljaar 2009-2010.

2010
2011

42 | Het geleidelijk invoeren van gratis schoolboeken in het voortgezet onderwijs met ingang van schooljaar 2008/2009, en volledig per schooljaar 2009/2010.

Aangepast doel =>  Het volledig invoeren van gratis schoolboeken in het  voortgezet onderwijs met ingang van schooljaar 2009/2010


Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. De Wet gratis schoolboeken is  op 29 mei 2008 in het Staatsblad gepubliceerd. De uitbetaling van de  tegemoetkoming schoolboeken heeft in december 2008 via de Sociale  Verzekeringsbank en de IB-groep (voor leerlingen vanaf 18 jaar) plaatsgevonden.  Ter ondersteuning van de Europese aanbesteding is de Taskforce Gratis  Schoolboeken, met helpdeskfunctie, opgericht. Om de invoering van de gratis  schoolboeken ook op de lange termijn goed te laten verlopen, hebben de  verschillende betrokken partijen een convenant afgesloten.

43

43 | Meer ruimte voor gemeenten voor gericht armoedebeleid.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Maatregelen en afspraken Deelakkoord Participatie SZW-VNG (bestuursakkoord)

2008

 Bestuurlijke (prestatie-) afspraken met deel van gemeenten om participatie van  kinderen in arme gezinnen te bevorderen. 

 Wetsvoorstel dereguleren langdurigheidstoeslag en uitbreiden mogelijkheden  gerichte ondersteuning gezinnen met schoolgaande kinderen aan TK aanbieden. 

 Handreiking gemeentelijk armoedebeleid uitbrengen. 

 Verdere uitwerking maatregelen Commissie Bakker. Extra middelen  armoedebestrijding SHV toegevoegd aan GF (ruim €200 mln 2007-2011)

 2 x €40 mln. Extra toegevoegd aan GF (2008 en 2009) om participatie van  kinderen in arme gezinnen te bevorderen. 

 Innovatieve projecten gestart gericht op nieuwe mogelijkheden van gemeentelijk  armoedebeleid.

 Bestuurlijk (prestatie-) afspraken ruim 200 gemeenten (bevordering participatie  van kinderen in arme gezinnen)

 Handreiking gemeentelijk armoede-beleid uitgebracht. 

 Wetsvoorstel dereguleren langdurigheidstoeslag (ev) aan TK aangeboden  (inwerkingtreding 1/1/09). 

 Quickscan samenwerking gemeenten en voedselbanken. 

€50 mln toegevoegd aan GF (eenmalige eindejaarsuitkering minima van €50). 

 Opstelling Nationaal Actieplan Armoedebestrijding en Participatiebevordering  2008 (NAP 2008)

2009

 (Juridisch en praktisch) mogelijk maken bestandskoppeling in het kader van niet- gebruik. 

 Resultaten onderzoek naar omvang en achtergronden van armoede en sociale  uitsluiting bij kinderen. 

 Analyse van de achtergronden en omvang van armoede onder werkenden. 

 Ondersteunen van gemeenten bij het tegengaan van niet-gebruik en vormgeven  van integraal armoedebeleid.

 Langdurigheidstoeslag. 

2010

 Landelijke en lokale activiteiten ikv Europees Jaar tegen armoede. 

 Onderzoek naar lange-termijn effecten van armoede op kinderen  (littekenonderzoek)

 Ondersteunen van gemeenten bij het tegengaan van niet-gebruik en vormgeven  van integraal armoedebeleid. 

2011

 Een landelijk één- meting (stand van zaken begin 2010) waarin de verschillen met  2008 worden vastgesteld in het kader van Kinderen doen mee! 

 Nationaal Actieplan Armoedebestrijding en Participatiebevordering. 

43 | Meer ruimte voor gemeenten voor gericht armoedebeleid.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Deze doelstelling ligt goed op koers. De focus ligt de komende jaren op de ‘op  participatiebevordering gerichte armoedebestrijding’. De in het  beleidsprogramma en bestuursakkoord afgesproken maatregelen zijn in gang  gezet. Aan de hand van de actuele inzichten (monitor bestuursakkoord,  gestarte of te starten onderzoeken en innovatieprojecten) zal de komende jaren  de noodzaak van nieuwe maatregelen worden bezien. Dit is een continue  proces.

44

44 | Het tot een minimum beperken van de wachtlijsten voor schuldhulpverlening in 2011.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Extra middelen kabinet voor schuldhulp-verlening (zie doel 43)

 Afspraken in het deelakkoord Participatie SZW-VNG (terugdringen aantal  huishoudens met problematische schulden en verbetering effectiviteit van SHV)

 Start onderzoek naar  effectiviteit  minnelijke SHV (o.a. inzicht in omvang en  achtergrond van de wachtlijstproblematiek)

Start Innovatieprogramma WWB (IPW). 

2008

 Maatregelen op grond van bevindingen onderzoek effectiviteit SHV en IPW. 

 Implementeren monitor afspraken deelakkoord. 

 Kabinetsstandpunt nav onderzoek effectiviteit SHV over de maatregelen tav o.a.  wachtlijstenproblematiek.

 Afronding IPW en nemen van mogelijk daaruit voorvloeiende maatregelen. 

 Het onderzoek effectiviteit SHV is medio 2008 afgerond.

 Kabinetsstandpunt op grond van onderzoeksresultaten geformuleerd over  aanvullende maatregelen tav o.a. de wachttijdenproblematiek. 

 Implementatie monitoring afspraken bestuursakkoord. 1e meting monitor  betalingsachterstand: Inzicht verkregen in het aantal mensen met  betalingsachterstanden. 

2009

 Uitwerken/implementeren + ondersteuning uitvoering maatregelen uit kabinetsbrief  sept 2008, o.a. nav onderzoek effectiviteit. 

 Verdiepend onderzoek achtergronden van huishoudens met  betalingsachterstanden. 

 Uitwerking amendement Spekman (II 2008/09, 31700 xv, nr. 33). 

 2e meting monitor betalingsachterstanden. 

2010

 Ondersteuning uitvoering maatregelen kabinetsbrief van september 2008. 

 3e meting monitor betalingsachterstanden. 

 Inwerkingtreding van de wet op basis waarvan minnelijke schuldhulpverlening een  taak van de gemeenten wordt. 

2011

 Ondersteuning uitvoering maatregelen kabinetsbrief van september 2008.

 Ondersteuning van gemeenten bij de implementatie van de wet op basis waarvan  minnelijke schuldhulpverlening een taak van de gemeenten is. 

 4e monitor betalingsachterstanden.

 Start van het opnieuw uit te voeren verdiepend onderzoek naar inzicht in de  achtergronden van huishoudens met betalingsachterstanden. 

44 | Het tot een minimum beperken van de wachtlijsten voor schuldhulpverlening in 2011.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. De staatssecretaris heeft in een  brief aan de TK van 15 september 2008 op basis van onderzoek naar de  effectiviteit van de schuldhulpverlening een aantal concrete maatregelen  aangekondigd, met onder andere als doel om de wachtlijsten tot het minimum  te beperken. Het stelsel van schuldhulpverlening bestaat uit een minnelijk en  een wettelijk traject. De rijksoverheid is systeemverantwoordelijk voor het  functioneren van het stelsel als geheel

45

45 | Kwaliteit van de zorg zichtbaar verhogen in 2011 ten opzichte van 2006.

 Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van een viertal  indicatoren. Op alle vier ligt de doelstelling op koers. Ambitie van het kabinet is  veilige zorg te leveren van een kwalitatief hoog niveau door het zichtbaar en  meetbaar maken van prestaties van zorgaanbieders en het oordeel van de  cliënten over deze prestaties. In 2008 zijn verschillende zaken in gang gezet:

- vergroten van de veiligheid in ziekenhuizen, zoals door het invoeren van een  veiligheidsmanagementsysteem. 

- de voorbereidingen m.b.t. het inzichtelijk maken van de kwaliteit van  ziekenhuizen zijn succesvol afgerond, zodat in 2009 kwaliteitsinformatie  beschikbaar kan komen op kiesBeter.nl.

- het ontwerp en de implementatie van zorginhoudelijke indicatoren en een CQ- index (Consumer Quality Index) ligt voor alle AWBZ-sectoren goed op schema

- de Wet cliëntenrechten in de zorg, waarbij zeven rechten voor cliënten worden  geborgd, is in 2008 voorbereid en inmiddels in consultatie gegaan. 

De doelstelling is aangepast in overleg met de Tweede Kamer (TK 31 444 XVI,  nr. 3 en 7, en TK 31 016, nr. 9)

46

46 | Meer patiëntgerichte zorg door vernieuwing zorgconcepten en innovatie.

Te realiserenGerealiseerd
2007

- Regionale pilots invoering EMD/WDH

- Bouw landelijke infrastructuur EPD (o.a. LSP)

- Regionale pilots uitgevoerd

- Landelijke infrastructuur EPD gebouwd en getest

2008

- Administratieve lastenvermindering van € 1,49 mln

- Wet (BSN) in de zorg in werking

- Regionale pilots EMD/WDH

- Eerste aansluitingen op LSP realiseren

- Oprichting Stagefonds

- 5000-6000 extra handen aan het bed (instroom)

- Oprichting van het Zorg Innovatie Platform (ZIP)

- € 1,49 mln

- Wet is op 1 juni 2009 in werking getreden

- Pilots EMD/WDH uitgevoerd

- Bijna 100 zorgaanbieders zijn ultimo 2008 aangesloten op LSP

- Stagefonds opgericht en ten uitvoer gebracht. 

- Ruim 6000 extra mensen

- Zorg Innovatie Platform opgericht

2009

- Administratieve lastenvermindering van € 40,2 mln

- Parlementaire behandeling Wet op EPD. 

- ≥3300 zorgaanbieders aangesloten op EPD

- Aantal werkenden in de zorg ≥2008 

2010

- Administratieve lastenvermindering van € 41,25 mln

- Verplichting voor zorgaanbieders voor deelname aan het EPD

- 100% aansluiting van huisartsenpraktijken/posten, ziekenhuizen en apothekers  op het EPD

- Aantal werkenden in de zorg ≥2009

2011

- Administratieve lastenvermindering van € 23,3 mln

- Aantal werkenden in de zorg ≥2010

46 | Meer patiëntgerichte zorg door vernieuwing zorgconcepten en innovatie.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Meer patiëntgerichte zorg kan op  drie verschillende manieren worden bewerkstelligd. Ten eerste is meer  patiëntgerichte zorg ‘meer handen aan het bed’. Het arbeidsmarktbeleid is  daarom gericht op het aantrekken van extra zorgverleners bovenop de groei als  gevolg van toenemend zorgvolume. Ten tweede kan door minder administratieve  druk meer tijd worden vrijgemaakt voor het daadwerkelijk verzorgen van mensen.  Tenslotte kunnen innovaties in zorgconcepten of in ICT-toepassingen bijdragen  aanhet verlichten van de werkdruk bij de zorgverleners, waardoor zij meer tijd  hebben patiëntgerichte aandacht te schenken. Hierbij speelt ook het  Electronisch Patiënten Dossier een rol.

47

47 | Betere hulp en opvang voor tienermoeders.

Te realiserenGerealiseerd
2007

- Het geven van een extra impuls aan de hulp en opvang van onbedoeld zwangere  meisjes en tienermoeders.

- TK-Brief Beschermd en weerbaar t.a.v. intensivering van de opvang en hulp

2008

- Structureel € 1 miljoen beschikbaar voor hulp en opvang onbedoeld zwangere  meisjes en  tienermoeders;

- Uitvoering amendement Kamerlid Wiegman-Van Meppelen Scheppink (€ 10  miljoen voorjaarsnota); 

- Samen met o.a. de VNG de actieverklaring Beschermd en weerbaar opsellen; 

- Gerealiseerd. Deze middelen zijn toegevoegd aan de brede stroom extra  middelen voor de 35 centrumgemeenten vrouwenopvang en opvang en hulp aan  slachtoffers bij geweld in afhankelijkheidsrelaties (van € 18 miljoen in 2008 tot ruim  € 32 miljoen in 2012);

- Gerealiseerd. Bij de bespreking van de voorjaarsnota is via een amendement van  eenmalig € 10 miljoen beschikbaar gekomen. Deze worden in 2008 / 2009 ingezet  voor:     - Projecten voor tienermoeders bij VBOK en Fiom;    - Projecten voor  Antilliaanse tienermoeders via WWI;    - Een eenmalige stimulans via de  specifieke uitkering vrouwenopvang (€ 6 miljoen). 

- Gerealiseerd in juli 2008. Deze actieverklaring wordt in 2008 uitgewerkt in een  programma met concrete acties gericht op gemeenten en op (lokale) hulp- en  opvangorganisaties. 

2009

- Uitvoering amendement Kamerlid Wiegman-Van Meppelen Scheppink (€ 10  miljoen voorjaarsnota);

- Uitvoering actieprogramma Beschermd en weerbaar;

- Uitvoering amendement Kamerlid Wiegman-Van Meppelen Schepping à €  350.000. 

2010

Afgerond

2011

47 | Betere hulp en opvang voor tienermoeders.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De financiering van opvang en hulpverlening van tienermoeders is  gedecentraliseerd via de specifieke uitkering vrouwenopvang. Hieraan is  structureel € 1 mln ter beschikking gesteld en toegevoegd aan de brede stroom  extra middelen voor de 35 centrumgemeenten vrouwenopvang en opvang aan  slachtoffers bij geweld in afhankelijkheidsrelaties (van €18 mln in 2008 tot ruim  €32 mln in 2012). 

Het aantal tienermeisjes (jonger dan 20 jaar) dat een kind heeft gekregen daalt  sinds 2001 en is in 2007 nagenoeg gelijk gebleven aan het jaar ervoor (ruim  2.500). In deze leeftijdsgroep is het Nederlandse geboortecijfer een van de  laagste ter wereld. In dezelfde periode (2001-2007) is het aantal allochtone  tienermoeders flink gedaald. De groep Antilliaanse tienermoeders behoeft  bijzondere aandacht. Desondanks ligt dit beleidsdoel op koers. 

48

48 | Verbeteren en versterken palliatieve zorg.

Te realiserenGerealiseerd
2007

- Verzending brief “Pallitieve zorg: de pioniersfase voorbij” naar de Tweede Kamer  (TK)

- Plan van aanpak is op 7 juni 2007 naar de TK verzonden

2008

- Verzending Plan van aanpak Palliatieve zorg 2008 – 2010 naar TK. 

- Installatie Platform Palliatieve zorg

- Opnemen van palliatieve zorg in de ontwikkeling van zorgstandaarden voor  chronische aandoeningen. 

- Het opnemen van palliatieve zorg in de ontwikkeling van (curatieve) richtlijnen. 

- 5 succesvolle projecten.

- Aantal zorgplaatsen ≥7000

- Het plan van aanpak is 15 april 2008 naar de TK verzonden.

- Op 18 juni 2008 is het platform geïnstalleerd. 

- Palliatieve zorg is opgenomen in de ontwikkeling van de zorgstandaarden. 

- Palliatieve zorg is opgenomen in de ontwikkeling van (curatieve) richtlijnen. 

- 5 succesvolle projecten.

- 8000 zorgplaatsen.

2009

- Basisset indicatoren voor palliatieve zorg gereed voor gebruik in de praktijk.

- 4 richtlijnen over palliatieve zorg waar wetenschappelijk bewijs voor ontwikkeld  wordt. 

- 4 goede voorbeelden worden geïnventariseerd en beschreven, met als doel de  kwaliteit van zorg te verbeteren. 

- Aantal zorgplaatsen ≥8000

2010

- Testfase ontwikkeling basisset indicatoren voor palliatieve zorg gereed. 

- 1 succesvol project per 3 thema’s van het Plan van aanpak PZ (totaal 3)

- Aantal zorgplaatsen ≥ aantal in 2009

2011

- Totaal 8 succesvolle projecten ter versterking en verbetering van de palliatieve  zorg vanuit het platform PZ. 

- Aantal zorgplaatsen ≥ aantal in 2010

- Implementatiefase basisset indicatoren 

48 | Verbeteren en versterken palliatieve zorg.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. De ambitie van het kabinet is om  de palliatieve zorg verder te optimaliseren en de best mogelijke kwaliteit van  leven te bieden voor patiënten met een levenbedreigende ziekte door: 

- het verbeteren van de palliatieve zorg door het realiseren van verschillende  projecten en het verspreiden van goede  voorbeelden via het Platform Palliatieve  Zorg;

- de kwaliteit van de zorg zichtbaar te maken;

- vroegtijdige inzet van palliatieve zorg;

- meer zorgplaatsen te ontwikkelen voor palliatieve en terminale zorg. 

49

49 | Door gerichte maatregelen bevorderen van een respectvolle omgang van mensen met elkaar en van fatsoen in het maatschappelijke verkeer.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Door gerichte maatregelen bevorderen van een respectvolle omgang van mensen  met elkaar en van fatsoen in het maatschappelijke verkeer.

Aangepast doel => Tegengaan agressie en geweld medewerkers met een  publieke taak.

% medewerkers met publieke taak dat met agressie en/of geweld wordt  geconfronteerd = 66% = nulmeting,

2008

 11 pilots met gedragscodes in de buurt en op scholen. 

 Eind 2008 moeten 100 projecten met buurbemiddeling lopen

 Onderzoek naar naleving leeftijdsgrenzen Kijkwijzer. 

 In elke politieregio moet een regionaal discriminatieoverleg (RDO) plaatsvinden. 

 Jaarlijks levert politie een globaal criminaliteitsbeeld discriminatie/homofoob  geweld. 

 5% punt daling geweld jegens medewerkers met publieke taak

 5 gedragscodeprojecten in de buurt;

 Codename Future-gedragscodes op 6 scholen. 

 Er lopen thans zo’n 110 projecten met buurtbemiddeling.

 Onderzoek leeftijdgrenzen Kijkwijzer is afgerond en reactie is naar de TK  gestuurd. 

 In alle politieregio’s vinden nu regionale discriminatieoverleggen (RDO’s) plaats. 

 De politie heeft een globaal criminaliteitsbeeld discriminatie over de eerste helft  van 2008 geleverd. 

2009

 Gedragscodes buurten: De projecten worden begin 2009 afgerond en waar  mogelijk geïntensiveerd. 

 Gedragscode op scholen: In 2009 wordt de gedragscodeaanpak op scholen  middels ruim 100 projecten verder geïmplementeerd. 

 Minimaal 20 projecten met buurtbemiddeling erbij (totaal 120)

 Het OM en de politie werken gezamenlijk verder aan de professionalisering van de  RDO’s. 

 De politie levert jaarlijs een overzicht van homofoob geweld. 

2010

 Minimaal 20 projecten met buurtbemiddeling erbij (totaal 140)

2011

 10 procten erbij: in totaal 150 projecten met buurtbemiddeling in 2011 operationeel

49 | Door gerichte maatregelen bevorderen van een respectvolle omgang van mensen met elkaar en van fatsoen in het maatschappelijke verkeer.

Aangepast doel => Tegengaan agressie en geweld medewerkers met een  publieke taak.


Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘grijs’: de beoogde voortgang is onvoldoende  uitgewerkt.


De voortgang in de uitvoering van deze doelstelling is onvoldoende uitgewerkt  om te kunnen bepalen of deze op koers ligt. Op basis van het  beleidsprogramma zet het kabinet gerichte maatregelen in op acht  subdoelstellingen. Ondanks inspanningen en diverse geboekte resultaten, zoals  de  gedragscodeprojecten in de buurt, de projecten met buurtbemiddeling en de  regionale discriminatieoverleggen, wordt de voortgang onvoldoende duidelijk in  het licht van het beoogde resultaat in 2011. Meerdere  subdoelstellingen zijn  onvoldoende geïndiceerd. Het aanpakken van agressie en geweld tegen  medewerkers met een publieke taak ligt goed op schema. 

50

50 | Een reductie van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

reductie


Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
Tussen de 6 en 20%
0% (doelstelling bereikt)
Tussen de 1 en 17,5%
Tussen de 1 en 18,5%
Tussen de 1 en 28.000
Diefstal bij detailhandel
Toename van 974.00 naar 1.1727.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport
- zakelijke dienstverlening

- horeca
0% (nog steeds 2%)
Toename van 5% naar 6%
Afname van 5% naar 4%
Verdere afname van 5% naar 4%
0% (nog steeds 9%)

Reductie van
2007
2008
Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
6%
8%
0%
0%
72.000
14,5%
20%
0%
3%
110.000
Diefstal bij detailhandel
Toename van 974.00 naar 1.1727.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport
- zakelijke dienstverlening
- horeca
0% (nog steeds 2%)
Toename van 5% naar 6%
Afname van 5% naar 4%
Verdere afname van 5% naar 4%
0% (nog steeds 9%)

2009

reductie


Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
1,8&
--
5,8%
5,2%
Van 72.000 naar 82.000
Diefstal bij detailhandel
Van 1.727.00 naar
1.375.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport

- zakelijke dienstverlening
- horeca
Tussen de 1,84% en 2%
Van 6% naar 5,75%
0% (doelstelling 5,25% was al  bereikt). 
0% (doelstelling 7% was al bereikt). 
Van 9% naar 8,5%

2010

reductie


Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
3,7%
--
11,7%
10,3%
--
Diefstal bij detailhandel
Van 1.375.00 naar
1.125.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport

- zakelijke dienstverlening
- horeca
Tussen de 2% naar 1,5%
Van 5,75% naar 5,25%
0% (doelstelling 5,25% was al  bereikt). 
0% (doelstelling 7% was al bereikt). 
Van 8,5% naar 7,5%

2011

Doelstelling bereikt

50 | Een reductie van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002.

Een reductie van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002 door:

VbbV = co-productie van Justitie en BZK

Metingen m.b.v. Veiligheidsmonitor Rijk en Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven


 Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers.


Dit beleidsdoel is gekoppeld aan het project ‘Veiligheid begint bij voorkomen’.  Beide liggen op koers, al zijn er een paar aandachtspunten (diefstal en geweld  in de detailhandel). De doelstellingen zijn met instemming van de Tweede  Kamer herijkt ten opzichte van het ijkjaar 2006. De reductie van criminaliteit is  uitgesplitst in reducties voor geweld, vermogen, fietsendiefstal, criminaliteit  detailhandel, bouw, transport, zakelijke dienstverlening en horeca. De reductie  van overlast en verloedering is weergegeven in doelstelling 52. Alle reducties zijn  gekwantificeerd en worden periodiek gemeten en gevolgd via de  veiligheidsmonitor en de monitor criminaliteit bedrijfsleven. Daarbij wordt gebruik  gemaakt van openbare door het CBS gevalideerde gegevens.

51

51 | 100.000 minder gestolen fietsen in 2010 ten opzichte van 2006.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Streefwaarde: 25.000 minder gestolen fietsen

72.000 minder fietsdiefstallen

2008

Streefwaarde 50.000 minder gestolen fietsen

110.000 minder gestolen fietsen t.o.v. 2006Landelijk fietsendiefstalregister in  gebruik. Landelijke voorlichtingscampagne gestartCentrum fietsendiefstallen  opgerichtConvenant Stuurgroep Aanpak FietsdiefstalAfspraken met gemeenten  over fietsenstallingen

2009

Streefwaarde: 75.000 minder gestolen fietsen. Ophelderingspercentage: de  ambitie van dit kabinet is dat deze kabinetsperiode het ophelderingspercentage  nog met 15% dient te stijgen t.o.v. 2006 tot 26,3%Meer mensen doen aangifte  registreren fietsendiefstal (t.o.v. 15% in 2007). Onderzoek nar technologische  vernieuwingen die fietsdiefstal kunnen helpen voorkomen (bv. Intelligente readers).  Meten effect aanpak fietsdiefstal via de Veiligheidsmonitor Rijk met gegevens over  slachtofferschap delict fietsdiefstal. Meten effect publiekscampagne a.d.h.v.  bezoekcijfers site www.fietsdiefstal.nl en aan registraties in het fietsdiefstalregister.

2010

100.000 minder gestolen fietsenInvoering verplicht framenummer

2011

N.v.t. 

51 | 100.000 minder gestolen fietsen in 2010 ten opzichte van 2006.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De doelstelling van 100.000 minder gestolen fietsen was ambitieus. In 2007 is  een reductie van 72.000 minder gestolen fietsen gerealiseerd ten opzichte van  2006. De realisatie over 2008 laat zien dat inmiddels een aantal van 110.000  minder gestolen fietsen is bereikt. Daarmee ligt de doelstelling niet alleen op  koers, maar is het beoogde resultaat voor 2010 bereikt

52

52 | Een kwart minder fysieke verloedering en ernstige sociale overlast in 2010 ten opzichte van 2002.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Overlast: tussen 1 en 17,5 te realiseren

Verloedering: tussen 1 en 18,5& te realiseren

Overlast: 0% ten opzichte van 2006.  

Verloedering: 0% ten opzichte van 2006 

2008

Idem 2007

Overlast is 0% ten opzichte van 2006. Verloedering is 3% ten opzichte 2006 (bron  veiligheidsmonitor)

BeleidsresultatenActieplan overlast en verloedering uitgebracht en gestart met  uitvoeringWetsvoorstel Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige  overlast naar de TK en nota n.a.v. veslag.RvS is advies gevraagd over mogelijkheid  voor burgemeester om dwingend opvoedings-ondersteuning op te leggen.  Kabinetsreactie onderzoek bevoegdheden burgemeester.Wettelijke verankering  regierol van gemeenten ten aanzien van (integrale) veiligheid. De RvS heeft  inmiddels een advies gegeven, welke noopt tot heroverweging van (de inhoud van)  het wetsvoorstel. Op dit moment beraadt het kabinet zich op dit advies. 

2009

BeleidsresultatenWetsvoorstel bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast  behandeld in TK en EK. Er worden wetsvoorstellen voorbereid op het gebied van  doorzettingsmacht van de burgemeester richting instellingen en gezinnen. In de  loop van 2009 zullen deze aan de TK worden aangeboden. Invoering bestuurlijke  boete.Verder uitvoering maatregelen actieplan / charters krachtwijken.Vervolg  traject wettelijke verankering regierol gemeenten t.a.v. (integrale) veiligheid. De  bedoeling is om in het voorjaar van 2009 een nieuwe voorstel aan de MR aan te  bieden. Op het gebied van rommel op straat is in 2007 door VROM het  Impulsprogramma zwerfafval gestart met 30 projecten en een aantal praktijktools  voor gemeenten. In 2009 wordt het programma verder uitgebouwd door meer  bedrijven, gemeenten, andere terreinbeheerders en betrokken organisaties bij de  projecten betrekken. Registratie graffiti ontwikkelen en mogelijkheden verkennen  voor het verhalen van schade. Beter systeem voor registratie overlastmeldingen

2010

25% minder overlast en verloedering t.o.v. 2002. Streefcijfer overlast:  25%Streefcijfer verloedering: 25%Beleidsresultaten: Vanaf 2010 krijgen alle  gemeenten de mogelijkheid om met de strafbeschikking aan de slag te gaan (Wet  bestuurlijke boete). 

2011

N.v.t. 

52 | Een kwart minder fysieke verloedering en ernstige sociale overlast in 2010 ten opzichte van 2002.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op  koers. 


De voortgang van de uitvoering van deze doelstelling, die is gekoppeld aan het  project ‘veiligheid begint bij voorkomen’ ligt niet op koers. Dit wordt veroorzaakt  door de realisatie over 2008 die achterblijft bij de beoogde reductie voor dat jaar.  Met nieuwe maatregelen ten behoeve van de uitvoering van het Actieplan  Overlast en Verloedering wordt ingezet op het bereiken van de  outcomedoelstelling eind 2010. De inspanningen zijn maximaal en er zijn  nieuwe tussenstappen geformuleerd voor de resterende duur van de  kabinetsperiode, maar het blijft onzeker of dit leidt tot de gewenste afname in %  eind 2010. Het duurt enige tijd voordat de maatregelen effect hebben. Aan de  hand van de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor wordt vinger aan de pols  gehouden en worden zonodig nieuwe (beleids)initiatieven ontplooid. 

53

53 | 500 extra wijkagenten.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Budget verstrekt voor eerste tranche. Afspraken met korpsen over aandeel  aanlevering aan politieacademie. 

Start werving en opleiding

2008

Budget verstrekt voor eerste tranche. Afspraken met korpsen over aandeel  aanlevering aan politieacademie. 

Start werving en opleiding

Realisatiecijfer: aantal extra wijkagenten: 118 (tov gemiddeld 125 per jaar)

Werving en opleiding agenten 1e tranche.

2009

Budget 2e tranche

Werving en opleiding agenten

2010

Budget 3e tranche

Werving en opleiding agenten

2011

Budget 4e tranche

500 erbij t.o.v. nulmeting 2007

53 | 500 extra wijkagenten.

Aangepast doel =>Budget verstrekt aan politiekorpsen


Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers in het licht van het beoogde  resultaat. Het budget voor de extra wijkagenten wordt in 4 gelijke tranches  (2008 – 2011) verdeeld over alle regionale korpsen. Jaarlijks geven de korpsen  aan hoeveel extra wijkagenten er in dienst zijn gekomen. Gezien de benodigde  opleiding zal het geld niet onmiddellijk vertaald kunnen worden in extra  wijkagenten, maar jaarlijks zullen wel resultaten zichtbaar zijn. Bij de jaarlijkse  monitoring wordt een streefgetal van een gemiddelde toename van 125  wijkagenten per jaar gehanteerd. In 2008 zijn er 118 extra wijkagenten  aangesteld.

54

54 | Uiterlijk in 2011 geen coffeeshops meer in de nabijheid van scholen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Formulering AHOJG-criteria

74% van de 111 gemeenten met een coffeeshop hanteert een afstandscriterium  (veelal 250 m). Het criterium wordt echter niet altijd toegepast.

2008

Ontwikkeling van een afstandscriterium en stimuleren van het gebruik ervan bij  zoveel mogelijk van de 106 gemeenten met één of meer coffeeshops

Op dit moment beschikken 85 van de 106 gemeenten met één of meer  coffeeshops over een afstandscriterium (veelal 250 m)

2009

Alle 106 gemeenten met één of meer coffeeshops dienen aan de doelstelling te  voldoen (nog 21 erbij)

2010

- (doelstelling behaald)

2011

54 | Uiterlijk in 2011 geen coffeeshops meer in de nabijheid van scholen.

Aangepast doel => Alle gemeenten hanteren en handhaven een  ‘afstandscriterium’.


Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Op dit moment beschikken 85  van de 106 gemeenten over één of meer coffeeshops over een afstandscriterium  (veelal 250 m). Het streven is om in 2010 de doelstelling te behalen. Punt van  aandacht is de toepassing van het afstandscriterium. Bij de realisatie 2009 zal  dit nadrukkelijk worden meegewogen als outcome effect.

55

55 | Aanpak overmatig alcoholgebruik door jongeren.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Start 10 pilots voor lokaal toezicht Drank- en Horecawet per 01-01-2008

Overheveling toezicht op Alcohol en Warenwet naar gemeentenLokale hokken en  keten Verlaging % alcoholgebruik jongeren. 

Start 10 pilots lokaal toezicht Drank- en Horecawet per 01-01-2008

2008

Voorbereiding wetsvoorstel wijziging Drank- en Horecawet

Op 9 juni 2008 is een brief verstuurd naar alle gemeenten waarin wordt opgeroepen  mee te werken aan de pilot hokken en keten van de Voesel- en Warenautoriteit.  Pilot Project Horeca preventieteams is (succesvol) afgerond.Pilots gestart met  regio’s (bijv. met sluitingstijden)Start pilots gemeenten met toezicht (o.m.  koppeling leeftijdsgrenzen aan toegangstijden)Voorbereiding wetsvoorstel wijziging  Drank en Horecawet.Voorbereiding handreiking Hokken en keten. 

2009

Wijziging Drank- en Horecawet in 1e helft 2009 naar TK.Vervolg pilots toezicht  gemeenten: eind 2009 evaluatie. Vervolg pilots in regio’s met aanpak  alcoholgebruik jongeren. Bar-veilig: proeftrainingen Horecapersoneel. Handreiking  hokken en keten uitrollen

2010
2011

55 | Aanpak overmatig alcoholgebruik door jongeren.

Aangepast doel => Versterking lokaal toezicht naleving Drank- en Horecawet


Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Dit beleidsdoel beperkt zich strikt genomen tot een wetgevingstraject. Het  betreft de aanpak van overmatig alcoholgebruik: zoals het tegengaan van  indrinken in hokken en keten en voorkomen dat jongeren niet te jong te veel  gaan drinken. De inzet richt zich specifiek op de versterking van bevoegdheden  van gemeenten om dit probleem lokaal aan te pakken. In 2008 is het  wetsvoorstel wijziging Drank en Horecawet voorbereid. Het is de planning om  het wijzigingsvoorstel in het voorjaar van 2009 naar de Tweede Kamer te sturen.  De voortgang van de doelstelling ligt op koers in het licht van het beoogde  resultaat om de Drank- en Horecawet in 2010 in werking te laten treden.

56

56 | Nieuw identificatiesysteem in 2010 in gebruik.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

 Wetsvoorstel Identiteitsvaststelling verdachten veroordeelden en getuigen  afronden en aan TK zenden. 

 Afronding pilots.

 Nader afspraken met de vreemdelingenketen. 

 Wetsvoorstel Identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen is aan  TK gezonden. 

 Pilots zijn afgerond overall verslag is gereed. 

 Afspraken met de vreemdelingenketen gemaakt. 

2009

 Parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Identiteitsvaststelling verdachten,  veroordeelden en getuigen. 

 Inwerkingtreding daarna

2010

 In 2010 wordt het nieuwe HAVANK operationeel. Tevens wordt in 2010 het nieuwe  systeem van vaststelling identiteit van verdachten en veroordeelden operationeel 

2011

- (doelstelling behaald)

56 | Nieuw identificatiesysteem in 2010 in gebruik.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. In 2008 is het Wetsvoorstel  Identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen aan de TK  verzonden, zijn pilots afgerond en afspraken met de vreemdelingenketen  gemaakt. Bij de uitvoering ligt de focus op de eenduidige vaststelling van de  identiteit van personen in de justitiële keten. 

57

57 | Een steviger aanpak van georganiseerde misdaad, fraude en cybercrime.

Te realiserenGerealiseerd
2007

PVAGMPresenteren programma versterking aanpak georganiseerde misdaad  (PVAGM)


FINEC

Presenteren aanpak financieel-economische criminaliteit

PVAGMProgramma versterking aanpak georganiseerde misdaad (PVAGM)  gepresenteerd (programmatische aanpak op vier thema’s: mensenhandel,  georganiseerde hennepteelt, misbruik van vastgoed en het project Emergo), drie  sporen: 1. Bestuurlijke aanpak2. Strafrechtelijke aanpak3. Internationale  samenwerking. 

FINECAanpak financieel-economische criminaliteit gepresenteerd. Maatregelen  omvatten aanpak financieel-economische criminaliteit o.h.g.v.:- aanpak witwassen  (extra capaciteit en expertise bij FIOD, politie en OM)- versterking wettelijke  bevoegdheden m.b.t. voordeelontneming. 

2008

PVAGMAlgemeenCapaciteitsuitbreiding bij politie en OM

BestuurlijkProgramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad presenteren  en begin maken met uitvoer maatregelen. 

StrafrechtelijkSpeerpunten strafrechtelijke aanpak georganiseerde criminaliteit  2009-2012 vaststellen. Taskforces mensenhandel en georganiseerde hennepteelt  instellen

FINECCapaciteitsuitbreiding bij FIOD-ECD realiseren. Opstellen wetsvoorstel  voordeelontneming

Cybercrime

Beleidskader rechtshandhaving bij cybercrime presenteren. 

PVAGMAlgemeenCapaciteitsuitbreiding OM gerealiseerd (50 fte).  Capaciteitsuitbreiding politie gerealiseerd (30 fte)

BestuurlijkProgramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad  gepresenteerd. Maatregelen o.a.: a. de organisatie van de bestuurlijke aanpak-  oprichting regionale expertisecentra: BZK heeft geld vrijgemaakt, 1 centrum  gerealiseerd.- bestuurlijke aanpak van witwaspraktijken: in uitvoeringb. het  verkrijgen en gebruiken van relevante informatie. - gebruik BIBOB: beleidsbrief  verruiming naar TK

StrafrechtelijkSpeerpunten strafrechtelijke aanpak georganiseerde criminaliteit  2009-2012 vastgesteld.Taskforces mensenhandel en georganiseerde hennepteelt  operationeel. 

FINECExtra capaciteit bij FIOD-ECD gerealiseerd. Wettelijk bevoegdheden m.b.t.  voordeelontneming concept-wetsvoorstel in consultatie. 

CybercrimeBeleidskader rechtshandhaving bij cybercrime gepresenteerd.  Maatregelen omvatten:- Uitbouwen pps bij preventie (incl. voorlichting); start  campagne Voorkom slachtofferschap: Cybercrime- Aanpak kinderporno en  extreme uitingen gedragscode Notice-and-take-down gepresenteerd. 

2009

PVAGMBestuurlijkProgramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad verder  uitvoeren, m.n. maatregelen m.b.t.:a. de organisatie van de bestuurlijke aanpak -  oprichting van meer regionale expertisecentra- bestuurlijke aanpak van  witwaspraktijken uitvoerenb. het verkrijgen en gebruiken van relevante informatie. -  gebruik BIBOB bevorderen tot 500 in 2011c. pilots operationele toepassing middel  bestuurlijke aanpak instellen. 

StrafrechtelijkSpeerpunten strafrechtelijke aanpak georganiseerde criminaliteit  2009-2012 uitvoeren. 

FINECAanpak financieel-economische criminaliteitMaatregelen omvatten aanpak  financieel-economische criminaliteit o.h.g.v.:- aanpak witwassen: extra capaciteit  en expertise bij FIOD, politie en OM realiseren- versterking wettelijke  bevoegdheden m.b.t. voordeelontneming wetsvoorstel indienen. 

CybercrimeBeleidskader rechtshandhaving bij cybercrime omvat:- uitbouwen pps  bij preventie (incl. voorlichting): voortzetten- aanpak kinderporno en extreme  uitingen: voortzetten. 

2010

PVAGMBestuurlijkProgramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad verder  uitvoeren, m.n. maatregelen m.b.t.:a. de organisatie van de bestuurlijke aanpak -  oprichting van meer regionale expertisecentra- bestuurlijke aanpak van  witwaspraktijken uitvoerenb. het verkrijgen en gebruiken van relevante informatie. -  gebruik BIBOB bevorderen tot 500 in 2011c. pilots operationele toepassing middel  bestuurlijke aanpak instellen. 

StrafrechtelijkSpeerpunten strafrechtelijke aanpak georganiseerde criminaliteit  2009-2012 uitvoeren. 

FINECAanpak financieel-economische criminaliteitMaatregelen omvatten aanpak  financieel-economische criminaliteit o.h.g.v.:- aanpak witwassen: extra capaciteit  en expertise bij FIOD, politie en OM realiseren- versterking wettelijke  bevoegdheden m.b.t. voordeelontneming wetsvoorstel indienen. 

CybercrimeBeleidskader rechtshandhaving bij cybercrime omvat:- uitbouwen pps  bij preventie (incl. voorlichting): voortzetten- aanpak kinderporno en extreme  uitingen: voortzetten. 

2011

PVAGMBestuurlijkProgramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad verder  uitvoeren, m.n. maatregelen m.b.t.:a. de organisatie van de bestuurlijke aanpak -  regionale expertisecentra opgericht.- bestuurlijke aanpak van witwaspraktijken  loopt. b. het verkrijgen en gebruiken van relevante informatie. - gebruik BIBOB: 500  aanvragenc. pilots operationele toepassing middel bestuurlijke aanpak uitgevoerd. 

StrafrechtelijkSpeerpunten strafrechtelijke aanpak georganiseerde criminaliteit  2009-2012: uitvoering op schema. 

FINECAanpak financieel-economische criminaliteitMaatregelen omvatten aanpak  financieel-economische criminaliteit o.h.g.v.:- aanpak witwassen (extra capaciteit  en expertise bij FIOD, politie en OM): extra capaciteit en expertise gerealiseerd-  versterking wettelijke bevoegdheden m.b.t. voordeelontneming: wetsvoorstel  aangenomen 

CybercrimeBeleidskader rechtshandhaving bij cybercrime omvat:- pps bij preventie  (incl. voorlichting) uitgebouwd- kinderporno en extreme uitingen aangepakt. 

57 | Een steviger aanpak van georganiseerde misdaad, fraude en cybercrime.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Deze doelstelling ligt op koers. De doelstellingen binnen het actieprogramma  financieel-economische criminaliteit (FINEC), het project verbetering aanpak van  georganiseerde misdaad (PVAGM), het actieplan bestuurlijke aanpak van  overlast en het programma aanpak cybercrime voor 2008 zijn gerealiseerd. De  voortgang van de doelstelling ligt daarmee in het licht van het beoogde resultaat  op koers. 

58

58 | Prostitutie onderwerpen aan scherper vergunningenbeleid.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Onderzoek naar strafbaarstelling klanten grotendeels afgerond

Onderzoek naar strafbaarstelling klanten

Tegengaan criminele misstanden

2008

Wetgevingstraject: opstellen wetsvoorstel regulering prostitutie Onderzoek naar  strafbaarstelling klanten uitvoeren. 


Opstellen subsidieregeling uitstapprogramma’s Instellen taskforce mensenhandel.  Mensenhandel als prioriteit aanmerken in opsporing en vervolging. Opstellen  referentiemodel mensenhandel bij politie. 

Ontwerpfase wetsvoorstel regulering prostitutie. Het wetsvoorstel regulering  prostitutie is op 5/12/2008 in consultatie gegeven. Onderzoek is afgerond en loopt  verder mee met het wetsvoorstel Subsidieregeling uitstapprogramma’s prostituees  gereed. 12/12/08 gepubliceerd. MvJ en SvJ hebben een taskforce mensenhandel  ingesteld. In de afspraken met het OM en politie is mensenhandel als prioriteit  opgenomen. Referentiemodel mensenhandel bij de politie is gereed. 

2009

Behandeling van subsidieverzoeken Subsidieregeling uitstapprogramma’s  prostituees (kunnen tot 31 december 2009 worden ingediend). Parlementaire  behandeling wetsvoorstel regulering prostitutie

2010

Inwerkingtreding Wet regulering Prostitutie

2011

(doelstelling behaald)

58 | Prostitutie onderwerpen aan scherper vergunningenbeleid.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Bij dit beleidsdoel gaat het om een wetgevingstraject. De inwerkingtreding van  de Wet regulering Prostitutie is aangepast van 2009 naar 2010. De beoogde  resultaten voor 2008 zijn gerealiseerd en ook de voortgang van de doelstelling  met het oog op de inwerkingtreding van de wet in 2010 ligt op koers. 

59

59 | Het tegengaan van radicalisering.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Actieplan ‘Polarisatie en radicalisering’ naar TK

Nulmeting radicalisering en polarisatie

Actieplan ‘Polarisatie en radicalisering’ naar TK 

2008

Operationeel Actieplan 2008 naar TK

Oprichting Kennis- en adviescentrum

Indicatie vermindering ervaren polarisatie en radicalisering voor komende jaren.

Operationeel Actieplan naar de TK (w.o. onderzoeksagenda, benchmark en  evaluatietraject)

Kennis- en Adviescentrum voor gemeenten, professionals en burgers in oktober  2008 operationeel. 

Het nieuwe Operationeel Plan 2009, de Trendanalyse en de Voortgangsrapportage  naar TK (17/10/08)

2009

Uitvoering Operationeel Actieplan (w.o. interdepartementale onderzoeksagenda,  benchmark en evaluatietraject)

Trendanalyse 2009

Voortgangsrapportage Actieplan naar TK (najaar)

Operationeel Actieplan 2010 

2010

Voortgangsrapportage  Actieplan naar TK (najaar)

Trendanalyse 2010

Operationeel Actieplan 2011

2011

Voortgangsrapportage Actieplan naar TK

Eindevaluatie

Vermindering van ervaren polarisatie en radicalisering met een nog nader te  bepalen percentage

59 | Het tegengaan van radicalisering.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De toezegging uit het Operationeel Actieplan 2008 en het beleidsprogramma  over een nulmeting van het percentage feitelijk en ervaren polarisatie en  radicalisering is ingevuld door middel van een trendanalyse. In 2008 is de eerste  rapportage van deze  trendanalyse aan de Tweede Kamer aangeboden. In het  licht van het beoogde eindresultaat ligt dit beleidsdoel op koers. 

60

60 | Versterken verdediging tegen catastrofaal terrorisme.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

Tot 2012 gecoördineerde inspanning op nationaal niveau (meerjarentraject): 

1. extra (financiële) impuls bestaand traject verhoging CBRN security (€96,8 mln,  2008-2013. Waarvan €76 mln tbv weerstandsverhoging bij risicovolle CBRN- onderzoeksinstellingen (w.o. ziekenhuizen, laboratoria en universiteiten).  Implementatie van de maatregelen bij de eerste en tweede serie objecten is  gestart. Versterking mogelijkheden voor (forensisch) onderzoek op gebied CBRN +  start implementatie versterking respons. 

2. Traject Intelligence (going concern) – confidentieel.

3. Europese beleidsvorming (going concern) – confidentieel. 

Maatregelen ter fysieke beveiliging in publieke onderzoeksinstellingen. 

Uitvoering van het programma meerjarentraject  (ad 1) verloopt conform planning. 

2009

Ad 1 t/m 3 in uitvoering

2010

Ad 1 t/m 3 in uitvoering

2011

Ad 1 t/m 3 in uitvoering (afronding projecten in 2012)

60 | Versterken verdediging tegen catastrofaal terrorisme.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Gelet op de aard van de doelstelling wordt deze gemeten aan de hand van de  genomen maatregelen. In 2008 zijn maatregelen ter fysieke beveiliging in  publieke onderzoeksinstellingen getroffen en loopt de uitvoering van het  programma meerjarentraject (versterking forensisch onderzoek naar CBRN- middelen) conform planning. De doelstelling ligt op koers

61

61 | Samenwerkingsverbanden binnen de organisatie van de veiligheid worden versterkt met betrokkenheid van de burger.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Wetsvoorstel lokale regierol gemeenten op terrein veiligheid ingediend bij  parlement

 Voorwaarden voor functioneren politie geformuleerd en vertaald in  samenwerkingsafspraken politie 2008.


2008

 Opstellen Kabinetsstandpunt toekomst politiebestel

 Kwaliteit politie - versterking capaciteit en deskundigheid politie op terrein van  cyber-crime, finec, georganiseerde misdaad (zie doelstelling 57)

Versterking justitie-keten

 Opstellen pilots Burgernet

 Kabinetsstandpunt toekomst politiebestel afgerond en naar TK gestuurd. 

 Kwaliteit politie – versterking capaciteit en deskundigheid politie op terrein van  cybercrime, finec, georganiseerde misdaad. 

 Start pilots Burgernet. 

2009

 Versterking justitieketen nog verder te realiseren. 

 Evaluatie pilots Burgernet, gevolgd door besluitvorming over landelijke uitrol

2010
2011

Landelijke uitrol burgernet begin 2011 gereed. 

61 | Samenwerkingsverbanden binnen de organisatie van de veiligheid worden versterkt met betrokkenheid van de burger.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Het kabinetsstandpunt toekomst politiebestel is afgerond en naar de Tweede  Kamer gestuurd. Daarnaast zijn de pilots Burgernet gestart. De datum waarop  de uitrol van Burgernet is voorzien is aangepast van 2008 naar 2011. De  voortgang van de doelstelling met het oog op het beoogde resultaat ligt op  koers. 

62

62 | Veiligheidshuizen in grotere steden.

Te realiserenGerealiseerd
2007

24 veiligheidshuizen operationeel

2008

 Afspraken maken met VNG (en OM en politie) over deelname in  Veiligheidshuizen. 

 Stimuleren van het instellen en in gebruik nemen van Veiligheidshuizen.  

 Opstelling van model-privacy-convenant voor veiligheidshuizen. 

 Ontwikkeling van handreiking, website en kenniskring. 

 Ontwikkelen gezamenlijke visie op de ketenaansluiting. 

 Afspraak in Bestuursakkoord Rijk-gemeenten dat gemeenten in 2009 participeren  in veiligheidshuizen, van waaruit de persoonsgerichte aanpak van  probleemjongeren wordt vormgegeven. 

 Per 1 september 2008 zijn er 26 Veiligheidshuizen operationeel. 

 Model-privacy-convenant voor Veiligheidshuizen. 

 Ter ondersteuning van Veiligheidshuizen zijn een handreiking, een landelijke  website en een kenniskring ontwikkeld en in nov 2008 gepresenteerd. 

 Gezamenlijke visie op de aansluiting tussen ZAT’s, CJG’s en Veiligheidshuizen

2009

 Realisatie van landelijk dekkend systeem van Veiligheidshuizen (ong. 40  Veiligheidshuizen in totaal) 

 Opening van 7 veiligheidshuizen

 Nog 2 veiligheidshuizen starten met ontwikkeling PvA. 

 Aansluiting tussen ZAT’s, CJG’s en Veiligheidshuizen. 

 Medio 2009 komen resultaten van een lokaal onderoek naar ketensamenwerking  beschikbaar

2010
2011

62 | Veiligheidshuizen in grotere steden.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Deze doelstelling ligt op koers. In het bestuursakkoord Rijk-gemeenten is  afgesproken dat gemeenten in 2009 participeren in veiligheidshuizen, van  waaruit de persoonsgerichte aanpak van probleemjongeren wordt vormgegeven.  Eind 2008 telt Nederland 28 veiligheidshuizen en is een model- privacy  convenant voor Veiligheidshuizen opgesteld. Ter ondersteuning van  Veiligheidshuizen zijn een handreiking, een landelijke website en een  kenniskring ontwikkeld en is een gezamenlijke visie op de aansluiting tussen  ZAT’s, CJG’s en Veiligheidshuizen ontwikkeld. 

63

63 | Veiligheidsregio’s zijn georganiseerd en de rampenbestrijding voldoet eind 2009 aan de basisvereisten.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Wetsvoorstel veiligheidsregio’s naar TK

Met 2 regio’s convenanten gesloten

2008

Wet veiligheidsregio’s naar TK

Convenanten met 18 veiligheidsregio’s afgesloten

Nota n.a.v. verslag en nota n.a.v. nader verslag naar TK. 

Met 17 regio’s convenanten afgesloten; totaal 19 regio’s

2009

19 veiligheidsregio’s voldoen eind 2009 aan de basisvereisten crisismanagement  en hebben het besluit genomen tot volledige regionalisering van de brandweer. 

De rampenbestrijding is eind 2009 op orde. 

Toetsing door Inspectie OCWDoorlichtingsARrangement (Radar): in mei 2008 –  december 2009 zijn alle 25 veiligheidsregio’s doorgelicht op de  rampenbestrijdingstaken. IOOV toetst in 2009 in hoeverre de organisatie van de  rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio’s voldoet aan de basisvereisten. 

Eind 2009 rapportage IOOV. 

2010

Wet in werking 1 januari 2010. In 19 veiligheidsregio’s is de regionalisering van de  brandweer ingevoerd. 

25 regio’s voldoen aan basisvereisten. 

2011

63 | Veiligheidsregio’s zijn georganiseerd en de rampenbestrijding voldoet eind 2009 aan de basisvereisten.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. De wet veiligheidsregio’s is  beoogd in werking te treden op 1 januari 2010. De wet is in 2007 naar de  Tweede Kamer gezonden en in april 2009 behandeld en aangenomen. Ook de  doelstelling om met 18 veiligheidsregio’s convenanten af te sluiten is in 2008  gerealiseerd. De voortgang van de doelstelling in het licht van het beoogde  resultaat ligt daarmee op koers.

64

64 | Het realiseren van een overheid die beter werk levert met minder mensen.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Programma Vernieuwing Rijksdienst (a. een kleinere overheid en b. een betere  overheid)

 TK ontvangt 2x per jaar rapportage over voortgang programma, 1x over voortgang  taakstelling en verbetering, 1x over kwalitatieve werking.   A. Doel omvangen  kleinere overheid: -12.800 fte

 Nota Vernieuwing Rijksdienst naar TK. 

 DGOBR van start gegaan. 

 SG Vernieuwing Rijksdienst aangesteld. 

 Nulmeting en taakstelling per departement bepaald. 

 Invoering Single Information, Single Audit (SISA)

2008

A. Streefcijfer kleinere overheid: 1/8 reductie fte (= 1600), 1/8 reductie budget (te  corrigeren voor toegestane intensiveringen en seperate monitor voor politie, om +  ondersteuning en defensie). 

B. Betere overheid

A. Realisatiecijfer kleinere overheid 2137 fte  – wordt gerapporteerd in 3e  voortgangsrapportage mei 2009. B. Betere overheid: TNS NIPO Onderzoek naar  kwaliteit van de Overheidsdienstverlening;2e voortgangsrapportage naar TK met  o.a. inzicht in kwaliteitsontwikkeling op 7 componenten. 

2009

A. Streefcijfer kleinere overheid: ¼ reductie fte (= 3200) ¼ reductie budget.

B. Betere overheid: 3e voortgangsrapportage uitbrengen op verantwoordingsdag  met realisatie personele krimp (1/8) 20084e voortgangsrapportage uitbrengen in  najaar 2009. 

2010

A. Streefcijfer kleinere overheid: ½ reductie fte (= 6400) ½ reductie budget. 

B. Betere overheid

2011

A. Streefcijfer kleinere overheid: reductie fte (=12800), reductie budget

B. Betere overheid. 

64 | Het realiseren van een overheid die beter werk levert met minder mensen.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘grijs’: de beoogde voortgang is onvoldoende  uitgewerkt. 


De voortgang in de uitvoering van deze doelstelling is onvoldoende uitgewerkt  om te kunnen bepalen of deze op koers ligt. In de voortgangsrapportage van de  minister van BZK aan de TK (brief 19 december 2008) wordt aangegeven dat het  programma VRD op stoom ligt, maar dat het een worsteling is om greep te  krijgen op het begrip ‘kwaliteit’. Dit wordt toch geprobeerd door een benadering  bestaande uit 7 componenten (verbetertrajecten, benchmarks,  tevredenheidspeilingen, inventarisatie klachten ed.). De beschikbare informatie  geeft, zoals in de brief van 19 december 2008 is uiteengezet, op dit moment  nog onvoldoende materiaal om een overall oordeel te kunnen geven over de  kwaliteitsontwikkeling van de overheid. Het kwantitatieve deel van de doelstelling  ligt op koers. In de derde voortgangsrapportage van mei 2009 is onderscheid  gemaakt in de monitor van Rijk, Politie, OM + ondersteuning en Defensie. De  taakstelling van 12.800 fte heeft betrekking op 175.000 ambtenaren. Hiervan zijn  er 25.000 werkzaam bij Politie, OM, Defensie. De hierop betrekking hebbende  taakstelling bedraagt 800 fte. De beoogde 1/8 reductie van 12.000 fte bedraagt  1.500 fte in 2008. Gerealiseerd is 2.137 fte in 2008. Het ligt in de lijn der  verwachting dat bij een nadere uitwerking van het kwalitatieve deel van de  doelstelling het oordeel potentieel “groen” is. 

65

65 | De Rijksoverheid heeft in 2011 een divers samengesteld personeelsbestand met een aandeel vrouwen in ABD van tenminste 25%.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 50% meer medewerkers van allochtone herkomst t.o.v. 2007 – realisatie 10%. 

 25% vrouwen in ABD-functies t.ov. 2007 – realisatie 16,1%

2008

 50% meer medewerkers van allochtone herkomst t.ov. 2007 – streefcijfer 11,1%

 25% vrouwen in ADB-functies (≥ s 17) t.ov. 2007 – streefcijfer 18,3%

 50% meer medewerkers van allochtoe herkomst t.o.v. 2007 – realisatie (10% SJV  2007, realisatie 2008 8,2%)

 25% vrouwen in ABD-functies t.o.v. 2007 – realisatie (PM 19,1% rapportage ABD  1 dec 2008)

2009

 50% meer medewerkers van allochtone herkomst t.ov. 2007 – streefcijfer 12,1%

 25% vrouwen in ADB-functies (≥ s 17) t.ov. 2007 – streefcijfer 20,6%

2010

 50% meer medewerkers van allochtone herkomst t.ov. 2007 – streefcijfer 13,2%

 25% vrouwen in ADB-functies (≥ s 17) t.ov. 2007 – streefcijfer 22,8%

2011

 50% meer medewerkers van allochtone herkomst t.ov. 2007 – streefcijfer 14,2%

 25% vrouwen in ADB-functies (≥ s 17) t.ov. 2007 – streefcijfer 25%

65 | De Rijksoverheid heeft in 2011 een divers samengesteld personeelsbestand met een aandeel vrouwen in ABD van tenminste 25%.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op  koers. 


Het aantal vrouwen in de algemene bestuursdienst was eind 2008 20%, dus het  bereiken van deze doelstelling in 2011 ligt in het verschiet. Gezien de toelichting  in het beleidsprogramma omvat het beleidsdoel méér dan het aandeel vrouwen  in de ABD. Ook het percentage allochtonen maakt hier onderdeel van uit. Deze  twee indicatoren zijn bepalend voor de voortgang van de doelstelling. De  Trendnota Arbeidszaken Overheid geeft jaarlijks een uitgebreider beeld van de  ontwikkeling van het diversiteitsbeleid. Gelet op de voorlopige cijfers over de  behaalde resultaten in 2008 en in het licht van de beoogde uitkomst aan het  einde van de kabinetsperiode, ligt de voortgang van het beleidsdoel met  betrekking tot het aandeel allochtonen niet op koers. Het sociaal Jaarverslag  Rijk 2008 meldt dat het aandeel allochtonen in 2008 8,2% is. Het beoogde  percentage van 11,1% is daarmee niet gehaald. De ontwikkeling van het  aandeel allochtonen bij het Rijk, maar ook in de overige overheidssectoren,  vraagt de komende periode daarom extra aandacht. Over de aanvullende  maatregelen wordt de Tweede Kamer binnenkort geïnformeerd. 

66

66 | Het voor 2011 introduceren van een wettelijk kader voor de maatschappelijke onderneming.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Discussiestuk op hoofdlijnen en beslispuntennotitie gereed t.b.v. kabinetsbesluit 

Voorbereidingen presentaties, oa. bij opening Centrum Bestuur Maatschappelijke  Onderneming

Voorontwerp in consultatie

Symposium ter afsluiting van consultatie

2008

Opstellen wetsvoorstel maatschappelijke ondernemingen

Wetsvoorstel en toelichting met wettelijk kader voor de maatschappelijke  onderneming opgesteld en aan RvS gezonden. 

2009

Wetsvoorstel en toelichting met wettelijk kader voor de maatschappelijke  onderneming opgesteld en aan RvS gezonden. 

2010

Indiening Wetsvoorstel maatschappelijke onderneming bij EK; 

Inwerkingtreding wetsvoorstel

2011

66 | Het voor 2011 introduceren van een wettelijk kader voor de maatschappelijke onderneming.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


In 2008 is het wetsvoorstel maatschappelijke onderneming aan de Raad van  State verzonden. De planning is dat het wetsvoorstel in 2010 in werking zal  treden. Daarmee ligt de doelstelling op koers. 

67

67 | Het versterken van burgerschapsvorming en van de Grondwet.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

Handvest Burgerschapsvorming naar TK

Scholieren-activiteiten 08/09 start.

Staatscommissie Grondwet ingesteld

Activiteiten om bekendheid met Grondwet te verhogen

Handvest Verantwoordelijk Burgerschap opgesteld. 

Plan van aanpak Huis voor democratie en rechtsstaat vastgesteld. Stuurgroep  opgericht. 

Staatscommissie op korte termijn ingesteld.

Veel activiteiten om bekendheid te verhogen (207: 94% kent inhoud niet)

2009

Advies Staatscommissie Grondwet

Kabinetsstandpunt op advies

Huis voor democratie en rechtsstaat: Locatiekeuze en uitwerking ontwerp fysieke  locatie; oprichting en Fusie Huis met bestaande organisaties (IPP en SBB);  verdere uitbouw proeftuinen voor inhoudelijke programma’s 

Handvest Verantwoordelijk Burgerschap opgesteld, intermediairren en overheid  benaderen. 

2010

Uitvoeren kabinetsstandpunt

Huis voor democratie en rechsstaat: start nieuwe organisatie Huis en opschalen  proeftuinen. Start bouwvoorbereiding. 

2011

Slotdag en evaluatie Handvestimpuls. 

67 | Het versterken van burgerschapsvorming en van de Grondwet.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  niet op koers. 


De beoogde voortgang van dit beleidsdoel ligt niet op koers. In 2008 was beoogd  het Handvest burgerschapsvorming naar de Tweede Kamer te zenden en de  Staatscommissie in te stellen. Deze resultaten zijn niet gerealiseerd in 2008,  maar realisatie volgt op korte termijn.  

68

68 | Het realiseren van meer beleidsvrijheid voor mede overheden.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Sluiten bestuursakkoorden Rijk-gemeenten, Rijk-provincies

 Daling van het aantal specifieke uitkeringen in deze kabinetsperiode met 50%

 Bestuursakkoord Rijk-gemeenten gesloten (4 juni)

 Financieel akkoord met provincies (t.b.v. 2008)

 Daling aantal specifieke uitkeringen met 2 (nu 134)

2008

 Bestuursakkoord Rijk-provincies

 Vermindering specifieke uitekeringen met 56

 Advies commissie Lodders en advies commissie d’Hondt gereed en van  kabinetsstandpunt voorzien. 

 Bestuursakkoord Rijk-provincies (juni)

 Het aantal specifieke uitkeringen is met 32 gedaald (nu 134)  - Herziening  Finaciële-verhoudingswet (invoering decentralisatie-uitkering en verzameluitkering)  - Wetgeving participatiebudget (geïntegreerd budget reïntegratie, educatie en  inburgering)

2009

 Uitvoering bestuursakkoorden Rijk-gemeenten en Rijk-provincies  - Hierin  opgenomen Decentralisatieagenda is leidend voor overdragen van taken,  bevoegdheden en financiën (ca 200 afspraken)

 Vermindering specifieke uitkeringen met 20

 Uitvoering van het kabinetsstandpunt Oosting (vermindering toezicht)

2010

 Uitvoering bestuursakkoorden Rijk-gemeenten en Rijk-provincies  - Hierin  opgenomen Decentralisatieagenda is leidend voor overdragen van taken,  bevoegdheden en financiën (ca 200 afspraken)

 Vermindering specifieke uitkeringen met 20

2011

 Bestuursakkoorden Rijk-gemeenten en Rijk-provincies uitgevoerd

 Vermindering specifieke uitkeringen naar 45

68 | Het realiseren van meer beleidsvrijheid voor mede overheden.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers.  Deze doelstelling uit het  coalitieakkoord is ingevuld met de afspraak om met de gemeenten en de  provincies twee bestuursakkoorden te sluiten. Het bestuursakkoord met de  gemeente is gesloten in juni 2007 en dat met de provincies in juni 2008. Voor  de provincies ook een apart financieel akkoord gesloten. Beide  bestuursakkoorden bevatten een uitgebreide decentralisatieagenda waarbij  taken, bevoegdheden en financiën naar provincies en/of gemeenten worden  overgedragen. Ook het toezicht van het rijk zal verminderen met de  implementatie van het kabinetsstandpunt Oosting. Het gaat in totaal om bijna  200 afspraken.

69

69 | Het oplossen van de 10 meest gevoelde knelpunten bij administratieve lasten voor burgers.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Regeldrukprogramma voor burgers, professionals en medeoverheden.  - Top 10  knelpunten burgers  - 4 domeinen professionals (onderwijs, soc zekerheid,  veiligheid, zorg)  - Reductie -35% AL medeoverheden. 

 Top 10 knelpunten burgers opnemen in Bestuursakkoord Rijk-gemeenten. 

 Aansluiting 25% vermindering administratieve lasten burgers t.o.v. 2002. 

 Bestuursakkoord Rijk-gemeenten (juni)

 Afronden taakstelling van -25% administratieve lasten burgers landelijk en lokaal  (zie beleidsdoel 16)

 10 knelpunten bekend, gewenste acties in beeld. 

2008

 Plan van aanpak top 10 knelpunten

 Bestrijden administratieve lasten

 Bestrijden 10 knelpunten - Pilots op knelpunten ingesteld  - Dienstverlening = 7

 Voortgangsrapportage

 Plan van Aanpak vastgesteld (jan)

 AL burgers verminderd tot 21,7% in tijd en 20,9% in kosten.

 Actie op alle 10 knelpunten in gang gezet en opgenomen in voortgangsrapportage  AL aan TK (zie toelichting)  - Reeks aan pilots en proeven uitgevoerd (m.n. door  gemeenten)   - Dienstverlening = 7 (overheidsdienstverlening), 6,7 (op ketenniveau)

2009

 Uitvoering Plan van Aanpak: in dialoog met burger wordt vastgesteld of knelpunt is  opgelost (top 10 is dynamisch)

 Bestrijden administratieve lasten

 Bestrijden top 10 knelpunten   - Dienstverlening = 7

 Voortgangsrapportage

2010

 Bestrijden administratieve lasten. 

 Bestrijden top 10 knelpunten  - Dienstverlening = 7

 Voortgangsrapportage

2011

 Bestrijden administratieve lasten (8 procentpunt AL reductie in tijd, 4% AL  reductie in kosten)

 Top 10 knelpunten evaluatie proces en resultaten. 

69 | Het oplossen van de 10 meest gevoelde knelpunten bij administratieve lasten voor burgers.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Dit beleidsdoel focust op vermindering van regeldruk en administratieve lasten  (AL) voor burgers en hangt samen met beleidsdoel 16 (vermindering  administratieve lasten bedrijfsleven). In deze doelstelling staan twee elementen  centraal: de bestrijding van de omvang van administratieve lasten met 25% en  het bestrijden van 10 grootste knelpunten die burgers ervaren. De  voortgangsrapportage AL is de indicator waarmee de voortgang van het  beleidsdoel wordt gemeten. De AL voor burgers is verminderd tot 21,75% in tijd  en 20,9% in geld. Daarmee ligt het beleidsdoel op koers voor afname van 25%  op beide fronten. Daarnaast is een plan van aanpak voor de bestrijding van de  10 knelpunten vastgesteld en zijn acties op alle 10 knelpunten in gang gezet.

70

70 | Het verbeteren en versnellen van de asielprocedure.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

Ontwerpfase herziening asielprocedure afronden en de beleidsbrief naar de  Tweede Kamer sturen. 

Beleidsbrief herziening asielprocedure is afgerond en aan TK gestuurd. 

2009

 Indiening voor MR-behandeling

 Benodigde wetgeving in consultatie 

 (Voorbereiding op) uitvoering maatregelen uit ontwerpfase herziening  asielprocedure. 

 Voorbereiding op benodigde wijzigingen in wetgeving/hogere regelgeving. 

 Parlementaire behandeling van de wetgeving in TK. 

2010

 Parlementaire behandeling van de wetgeving in EK. 

 Inwerkingtreding wetsvoorstellen. 

2011

(Doelstelling behaald)

70 | Het verbeteren en versnellen van de asielprocedure.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De focus van dit beleidsdoel ligt op het versnellen van de besluitvorming en het  terugdringen van oneigenlijk gebruik van herhaalde aanvragen. In 2008 is de  beleidsbrief herziening asielprocedure afgerond en aan de Tweede Kamer  gestuurd. De voortgang van de doelstelling in het licht van het beoogde  resultaten, te weten de inwerkingtreding van de benodigde wetsvoorstellen ligt  op koers. 

71

71 | Het daadwerkelijk doen terugkeren van vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf hebben.

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

Opstellen van IllegalenbriefOpstellen van een Asiel- en TerugkeerbriefRapporteren  over de kwantitatieve effecten in de Rapportage Vreemdelingenketen

Organiseren pilot PGA  tussen politie (SBG-v) en DT&V resulterend in een top-100  (criminele veelplegers); 

Illegalenbrief naar de Tweede Kamer

Asiel- en Terugkeerbrief naar Tweede Kamer

De kwantitatieve resultaten zijn weergegeven in de Rapportage  Vreemdelingenketen

De pilot PGA is afgerond. Dit is een PGA werkwijze geworden. 

2009

Gedurende deze kabinetsperiode treft het kabinet een reeks van terugkeer  maatregelen (23), waaronder: 

- Verzorgen van een nadere onderbouwing van de financiële aspecten van het t.b.v.  de uitvoering van de maatregelen uit het Kaderdocument Grenstoezicht. Aan de  hand van de informatie op basis van de Voorjaarsnota zal na april 2009 kan de  Tweede Kamer worden geïnformeerd. 

- In Samenwerking met het Ministerie van BZ wordt bezien met welke partijen kan  worden samen gewerkt in het kader van het bieden van herintegratie in natura en  herintegratie maatregelen voor bijzondere groepen, en hoe een en ander  gefinancierd zal kunnen worden. 

- Toelatingsprocedure Vreemdelingenwet 2000 wordt versneld en verbeterd-  Indiening voor MR-behandeling- Uitvoering maatregelen effectievere asielprocedure  en terugkeerbeleid- Uitbreiding doelgroep herintegratieondersteuning- Stimulering  zelfstandige terugkeer; - Uitvoering maatregelen tegen criminele vreemdelingen; -  Uitontwikkelen Dienst Terugkeer en Vertrek om daarna te komen tot prestatie- indicatoren

2010

Uitontwikkelen Dienst Terugkeer en Vertrek om daarna te komen tot prestatie- indicatoren. 

2011

Vergroting effectiviteit terugkeerbeleid en gecontroleerd vertrek. 

71 | Het daadwerkelijk doen terugkeren van vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf hebben.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


De realisatie van dit beleidsdoel ligt, halverwege de kabinetsperiode, op koers.  Het beeld over 2008 is reeds geschetst in de Rapportage Vreemdelingenketen  die op 13 maart 2009 aan de Tweede Kamer is gezonden (TK 2008-2009, 19  637, nr. 1257). Er is een toename van het aantal personen dat aantoonbaar uit  Nederland vertrekt via de vertrekprocedure van de DT&V. Ook is een stijging  waarneembaar van het aantal migranten dat met ondersteuning van de  Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zelfstandig uit Nederland is  vertrokken. Ook vindt onder de afvallers van de Regeling ter afwikkeling van de  nalatenschap van de oude vreemdelingenwet terugkeer plaats. Vanuit  vreemdelingenbewaring vertrekt ruim de helft van de vreemdelingen  gecontroleerd. De hoge prioriteit die het kabinet geeft aan het vertrek van  vreemdelingen met een criminele achtergrond, heeft resultaat: van de  vreemdelingen in de strafrechtsketen (VRIS) is – door tussenkomst van de  DT&V – ongeveer 70% aantoonbaar vertrokken uit Nederland. Ook worden  steeds meer vreemdelingen uitgezet op wie artikel 1F van het  Vluchtelingenverdrag van toepassing is. Het aantal vreemdelingen dat vrijwillig is  vertrokken uit Nederland met ondersteuning van IOM, is in 2008 met bijna 14%  gestegen ten opzichte van 2007. De geschetste ontwikkelingen zetten in het  eerste kwartaal van 2009 in versterkte mate door. 

72

72 | Verbeterde werking van de Vreemdelingenwet en het uitvoeren van de pardonregeling.

Te realiserenGerealiseerd
2007

Pardonregeling

2008

- Verdere uitvoering pardonregeling 

- Sluiting van de Regeling is per 1 januari 2009. 

- Verdere uitvoering pardonregeling in 2007 en 2008 zijn;  - 25.980 vergunningen  verleend (totaal voorzien: 27.500).  - ca. 5.800 personen die tot de doelgroep  behoorden niet in    aanmerking gekomen voor vergunning.   - Tot voorjaar 2009 ca.  3.100 vreemdelingen vertrokken (300 zelfstandig vertrek, 200 gedwongen, 2.600  met onbekende bestemming).   - circa 13.300 vreemdelingen die behoren tot de  doelgroep uit de opvang vertrokken.   - Eind juni ongeveer 21.000 procedures  ingetrokken. 

- De Regeling is per 1 januari 2009 gesloten. 

2009

- Behandeling van de nog openstaande aanmeldingen voor de Regeling die voor 1  januari 2009 via de burgemeesters zijn binnengekomen. - De DT&V zal blijven  werken aan het vertrek van de afvallers van de Regeling. Eind januari 2009 volgt  een rapportage aan de Tweede Kamer. - Afhandeling openstaande procedures en  terugkeer afvallers van de Regeling. Naar aanleiding van vaststelling beleid met  betrekking tot artikel 1F van het Vluchtelingen-verdrag zal een groep gezinsleden  van 1F-ers alsnog onder de Regeling komen te vallen. Dit heeft nog enige tijd  verdere vergunning-verlening tot gevolg. - Taskforce rapporteert (eind 2009 over  voortgang van huisvesting

2010
2011

72 | Verbeterde werking van de Vreemdelingenwet en het uitvoeren van de pardonregeling.

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘groen': de realisatie van  dit beleidsdoel ligt op koers. 


De voortgang van dit beleidsdoel ligt op koers. Het beleidsdoel  kent twee subdoelstellingen. De eerste betreft de verbeterde  werking van de Vreemdelingenwet. Dit deel moet in  samenhang worden bezien met de beleidsdoelen 13, 70 en  71, waarin de herziening van de asielprocedure en de  ontwikkeling van het modern migratiebeleid  en de  verbeteringen op het terugkeerbeleid nader zijn uitgewerkt.  Op deze plaats volstaat een verwijzing naar deze  doelstellingen,die eveneens op koers liggen.

De tweede subdoelstelling betreft de uitvoering van de  pardonregeling. De doelgroep van de regeling (te weten  asielzoekers die de eerste aanvraag vóór de inwerkingtreding  van de Vreemdelingenwet 2000 hebben ingediend) omvat  afgerond 36.000 personen. De omvang van de groep die een  pardonvergunning heeft gekregen is afgerond 27.000 personen, waarmee  geheel is voldaan aan het richtgetal bij de aankondiging van de regeling.

In het Bestuursakkoord Rijk-VNG zijn afspraken gemaakt over het  meewerken aan de uitvoering van de regeling en heeft de VNG zich  verbonden aan het beëindigen van de zgn. noodopvang. De gemeenten  voldoen aan hun huisvestingstaak t.a.v. de uitstroom van vreemdelingen uit  de COA-opvang. Dit wordt gemonitord door de Taskforce Nijpels. Als gevolg  van de verlening van verblijfsvergunningen op basis van de pardonregeling zijn  ca. 21.000 procedures ingetrokken en is thans de werkvoorraad asiel en  regulier fors lager dan bij de implementatie van de pardonregeling het geval  was.

T.a.v. niet-gepardonneerden kan gemeld worden dat ca 5.800 personen geen  vergunning hebben gekregen, 3.100 van hen zijn vertrokken (zelfstandig,  gedwongen danwel met onbekende bestemming). Resteert een aantal van  ca. 2.700 niet-gepardonneerden/niet-vertrokkenen: hiervan hebben er 650  alsnog een vergunning gekregen. Van de laatste groep van 2.050 niet- gepardonneerden/niet-vertrokkenen zijn er nog ca. 1.600 personen in  procedure en ca. 450 actueel in behandeling bij de DT&V. Halverwege de  kabinetsperiode is dus nog slechts ca. 1/3 van de groep niet- gepardonneerden/niet-vertrokkenen op enigerlei wijze in  behandeling/procedure.

73

73 | Alle jongeren tot 18 jaar raken actief of passief vertrouwd met cultuur en kunstvormen en met de Nederlandse geschiedenis.

Te realiserenGerealiseerd
2007

0% van de rechten, (financiële waarde) die de cultuurkaart geeft, wordt verzilverd. 

0% van de rechten, (financiële waarde) die de cultuurkaart geeft, wordt verzilverd. 

2008

Nulmeting aantal bezoeken aan (voormalig Rijks)musea van kinderen in de leeftijd  tot en met 12 jaar

3.200.000 bezoeken

2009

70% van de rechten, (financiële waarde) die de cultuurkaart geeft, wordt verzilverd.

2010
2011

 80% van de rechten, (financiële waarde) die de cultuurkaart geeft, wordt verzilverd.   

 aantal bezoeken +10% t.o.v. nulmeting (uit onderzoek blijkt dat toename +30%  niet realistisch is)

73 | Alle jongeren tot 18 jaar raken actief of passief vertrouwd met cultuur en kunstvormen en met de Nederlandse geschiedenis.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Dit beleidsdoel ligt op koers. In 2008 zijn diverse resultaten behaald, zoals de  voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van het nieuwe Fonds  Cultuurparticipatie (het fonds is vanaf 1 januari 2009 operationeel), de introductie  van de cultuurkaart met ingang van het schooljaar 2008-2009 in het voortgezet  onderwijs en het starten van het programma leesbevordering Kunst van lezen.  Op 1 februari 2008 werd de Stuurgroep Nationaal Historisch Museum opgericht.  Voorts zijn in 2008 de resultaten opgeleverd van het actieprogramma Ruimte en  Cultuur (2005-2008) en is door een interactief beleidsproces de visie  modernisering monumentenzorg tot stand gekomen. Ook zal Nederland zijn  meest excellente kunstenaars eren met een jaarlijkse Vermeerprijs. Deze prijs  wordt in 2009 voor het eerst uitgereikt.

74

74 | Het aanbod van de publieke omroep is kwalitatief hoogwaardig en crossmediaal en richt zich op een breed en divers publiek.

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Kabinet presenteert plannen voor toekomst publieke omroep. 

 Prestatieovereenkomst PO 2008-2010.

 Tijdelijke wet mediaconcentratie treedt in werking. 

 Kabinet presenteert plannen voor toekomst publieke omroep. 

 Prestatieovereenkomst publieke omroep 2008-2010. 

 Tijdelijke wet mediaconcentratie treedt in werking. 

2008

 Start Mediawijsheid Expertisecentrum.

 Multimediawet treedt in werking.

 Start Mediawijsheid Expertisecetrum.

 Multimediawet treedt in werking 

2009

 Erkenningswet treedt in werking.

 Visitatie Landelijke publieke omroep en Wereldomroep.

 Start dienstverlening Mediawijsheid.

 Expertisecentrum via fysieke loketten

2010

 Verlening erkenningen landelijke publieke omroep.

 Implementatie Richtlijn Audiovisuele mediadiensten.

2011

Er is een breed netwerk op het terrein van media educatie. 

74 | Het aanbod van de publieke omroep is kwalitatief hoogwaardig en crossmediaal en richt zich op een breed en divers publiek.

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


Op 1 januari 2009 is de Mediawet 2008 in werking getreden. De erkenningenwet  ligt voor behandeling in de Tweede Kamer. Voor de periode 2008-2010 zijn  prestatieafspraken gemaakt met de landelijke publieke omroep. Voor het herstel  van de programmering en het aanvullen van tekorten is in 2008 de rijksbijdrage  aan de publieke omroep met € 50 miljoen verhoogd. Voorts is het  expertisecentrum voor mediawijsheid van start gegaan. Inmiddels hebben ruim  60 organisaties zich bij het centrum aangesloten en is de digitale  dienstverlening gestart. Er lopen pilots en onderzoeken naar de invulling van de  fysieke loketfunctie bij Beeld en Geluid en de Bibliotheken. De voortgang van de  doelstelling is voldoende uitgewerkt. Het beleidsdoel ligt op koers. 

I

I | Actieve internationale en Europese rol

Bij het realiseren van de beleidsdoelen in pijler 1 is een forse inhaalslag  gemaakt ten opzichte van 2007. Uit de aard van de onderwerpen vloeit voort dat  bij nagenoeg alle beleidsdoelen de inzet van de maatregelen bepalend is voor de  beoordeling van de voortgang. De Nederlandse bijdragen en prestaties moeten  immers nadrukkelijk worden geplaatst in een brede internationale context. 

Gedurende het gehele jaar is bijvoorbeeld door meerdere bewindslieden intensief  gewerkt aan het Europese energie- en klimaatpakket. Dit heeft in december  2008 geresulteerd in een ambitieus akkoord, waarmee Europa het voortouw  neemt in de wereldwijde klimaatdiscussie. De Europese Raad (voorafgegaan  door een topbijeenkomst van de Eurolanden) speelde eveneens een  doorslaggevende rol bij het vormgeven van een gemeenschappelijke aanpak van  de financiële crisis en bereikte overeenstemming over een reeks maatregelen  voor de reële economie. Andere belangrijke onderwerpen waren het conflict  tussen Rusland en Georgië (extra Europese Raad van 1 september 2008) en de  ratificatie door Nederland van het Verdrag van Lissabon. 

In 2008 zijn belangrijke stappen gezet in de modernisering van  ontwikkelingssamenwerking om de effectiviteit ervan te vergroten. Ook de  inspanningen van Nederland voor de mensenrechten en bij conflictsituaties en  vredesmissies in het buitenland mogen binnen deze pijler niet onbenoemd  blijven. Er is internationaal met name veel waardering voor de Nederlandse inzet  in Afghanistan. Deze waardering is onder meer tot uiting gekomen tijdens de  recente Afghanistan-top in Den Haag op 31 maart 2009, waarbij de Nederlandse  3D-aanpak (Ontwikkelingssamenwerking, Diplomatie en Defensie) geprezen  werd. Ten slotte speelt Nederland in G20-verband een actieve rol in de  internationale discussie over hervorming van het wereldwijde financiële systeem.  Daarbij is bijzondere aandacht voor de gevolgen van de financiële crisis voor  ontwikkelingslanden. 

II

II | Innovatieve en ondernemende economie

De stand van zaken bij de realisatie van de doelstellingen van  pijler 2 is op verschillende onderdelen verbeterd ten opzichte  van 2007. De inzet van maatregelen wordt vooral vermeld en  minder de nadruk op geboekte resultaten. De wijze waarop  het beoogde effect zou moeten worden gerealiseerd is op  onderdelen voor verbetering vatbaar. Dat kan bijvoorbeeld  door een betere verbinding tussen de gekozen indicatoren en  de beoogde tussendoelen. Dit is vooral zichtbaar rond de  thematiek ‘onderwijs, kenniseconomie en innovatie’. 

Het beleidsdoel over vermindering van regeldruk heeft in de loop  van 2008 extra aandacht gekregen, met resultaat.  Onverminderde aandacht en inzet blijft echter noodzakelijk  (mede in relatie tot beleidsdoel 69 regeldruk burgers). In het  verlengde hiervan speelt de discussie over de verbetering van  de bereikbaarheid over weg en water. Snelle afronding van de  wetgevingstrajecten (wegverbreding) is niet alleen  noodzakelijk om op koers te komen, maar kan ook een  stimulerende bijdrage leveren aan de inzakkende economie.  De Eerste Kamer heeft recent ingestemd met het wetsvoorstel  wijziging spoedwet wegverbreding en tracéwet dat hiertoe  strekt. Daarnaast vraagt de doelstelling groeiambitie van 5% per jaar voor het  openbaar vervoer per spoor extra aandacht. 

Bij de beleidsdoelen die betrekking hebben op kenniseconomie, innovatie en  ondernemerschap (zoals hoger onderwijs, R&D-investeringen/WBSO,  innovatievouchers, Pieken in de Delta) is in 2008 de nodige voortgang  geboekt. Zo blijkt uit de Competitiveness Index 2008-2009 van het World  Economic Forum dat de concurrentiepositie van Nederland is verbeterd. Het  is echter te verwachten dat de haalbaarheid van de beleidsdoelen negatief zal  worden beïnvloed door de recessie. Deze raakt immers het hart van de reële  economie en heeft naar verwachting ook een specifieke doorwerking op  sommige regio’s en sectoren in Nederland. De maatregelen die in het  aanvullend beleidsakkoord zijn opgenomen, zijn er op gericht de impact van  de recessie zoveel mogelijk op te vangen. Voor behoud van het innovatief  vermogen van het Nederlandse bedrijfsleven zijn er extra middelen  beschikbaar gesteld voor subsidies in het kader van de Wet Bevordering  Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO), voor strategische high tech projecten  ter versterking van kennisinfrastructuur en voor tijdelijke inzet van private  onderzoekers bij publieke instellingen. Om ervoor te zorgen dat bedrijven over  voldoende financieringsmogelijkheden beschikken, heeft het kabinet eerder al  de werking van de BBMKB uitgebreid en de Garantieregeling  Ondernemingsfinanciering (GO) geïntroduceerd. Deze maatregelen steunen  bedrijven bij het op peil houden van hun investeringen.

III

III | Duurzaamheid

Nr.BeleidsdoelMinisteries20072008200920102011
21 De overheid wil uiterlijk in 2010 duurzaamheid als zwaarwegend criterium meenemen in al haar aankopen.VROM
22 Het stimuleren van duurzame consumptie en productie. VROM
23 Het bevorderen van een tijdig en op de vraag afgestemd aanbod van ruimte voor kwalitatief goed ingepaste bedrijfslocaties en 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen per jaar. VROM WWI
24 In 2011 moeten Nederlanders meer tevreden zijn over het landschap, zijn groene gebieden gerealiseerd, is het platteland vitaler en dynamischer en wordt geïnvesteerd in natuurgebieden.LNV
25 In 2011 worden productiedieren en gezelschapsdieren beter behandeld en moet 5% van de stallen integraal duurzaam en diervriendelijk zijn, waarbij voldaan wordt aan dierenwelzijnseisen die verder gaan dan de huidige wettelijke eisen. LNV
26 Klimaatbestendige inrichting van Nederland waarbij water een meer bepalende factor is bij ruimtelijke afwegingen, inclusief locatiekeuzes. Meer ruimte voor herstel van natuurlijke processen (bodem, water & natuur).VROM
27 Duurzaam waterbeleid als schakel tussen ecologie en economie. Nederland (weer) aan de internationale top van innovatieve deltatechnologie.VenW
28 Versnelling kustverdediging en versnelde aanpak van de versterking van de bij de tweede wettelijke toetsing afgekeurde primaire waterkeringen. Vernieuwd denken over water veiligheid een plaats geven in het systeem voor bescherming tegen overstromingen.VenW
29 Het realiseren van een beperkt aantal complexe, samenhangende ruimtelijke opgaven van nationale betekenis.VROM
P-4 Schoon en ZuinigVROM

III | Duurzaamheid

De klimaatbestendige inrichting van Nederland (vooral het waterdeel) heeft een  impuls gekregen met het advies van de Deltacommissie onder leiding van de  heer Veerman en de instelling van de Ministeriële Stuurgroep Deltacommissie.  De stuurgroep heeft zich ten doel gesteld om in 2009 met een ontwerp van een  Deltawet te komen. Positief is ook de inzet om te komen tot een Europees  energie- en klimaatpakket en het bereiken van een mondiaal klimaatakkoord in  Kopenhagen in december 2009. De aandachtspunten ultimo 2008 betreffen  vooral het Project Schoon en Zuinig, dat een hoog ambitieniveau kent, en de  doelstellingen duurzaam inkopen door het Rijk en de realisatie groene gebieden.  De in 2008 ontstane vertraging bij duurzaam inkopen door het Rijk is inmiddels  in het eerste kwartaal van 2009 geheel ingelopen. 

Pijler 3 zal in 2009 mogelijk negatief worden beïnvloed door de recessie. Dit zal  tot uitdrukking kunnen komen in bijvoorbeeld de woningproductie, de  beschikbaarheid van bedrijfslocaties en grote ruimtelijke opgaven. Kansen zijn  er ook. Die liggen vooral op het gebied van energiebesparing in de gebouwde  omgeving, in de bevordering van duurzame energie en duurzame innovatie en in  de aanleg van infrastructuur ten behoeve van duurzame energie, waaronder het  zgn. ‘stopcontact op zee’. Ook zijn in het aanvullend beleidsakkoord afspraken  gemaakt over het stimuleren van duurzaamheid. 

IV

IV | Sociale Samenhang

Nr.BeleidsdoelMinisteries20072008200920102011
30 In 2011 worden jeugdigen en hun ouders snel en goed ondersteund. J&G
31 De wachttijden voor de geïndiceerde jeugdzorg blijven beperkt tot maximaal negen weken na indicatiestelling en kinderbeschermingsmaatregelen kunnen snellre worden ingezet.J&G
32 Bestrijding van kindermishandeling door versterking van preventie, signalering en ingrijpen.J&G
33 Het kabinet wil een substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie. Van 70% nu moet deze toe groeien naar 80% in 2016. In deze kabinetsperiode zal een belangrijke stap in die richting worden gezet.J&G
34 200.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zullen deze kabinetsperiode extra aan de slag geholpen worden.SZW
35 Substantiële uitbreiding van het aantal vrijwilligers en van het aantal mantelzorgers in 2011.VWS
36 Het kabinet geeft een nieuwe impuls aan het emancipatiebeleid en aan het homo-emancipatiebeleid.OCW
37 Verhogen van de kwaliteit van onderwijs onder meer door basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs naadloos op elkaar en op het hoger onderwijs aan te laten sluiten.OCW
38 Voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel, nu en in de toekomst.OCW
39 Het realiseren van een sluitend systeem voor kinderopvang voor 0-4-jarigen.OCW
40 Het fors uitbreiden van het aantal brede scholen.OCW
41 Een maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs.OCW
42 Het geleidelijk invoeren van gratis schoolboeken in het voortgezet onderwijs met ingang van schooljaar 2008/2009, en volledig per schooljaar 2009/2010.OCW
43 Meer ruimte voor gemeenten voor gericht armoedebeleid. SZW
44 Het tot een minimum beperken van de wachtlijsten voor schuldhulpverlening in 2011. SZW
45 Kwaliteit van de zorg zichtbaar verhogen in 2011 ten opzichte van 2006.VWS
46 Meer patiëntgerichte zorg door vernieuwing zorgconcepten en innovatie.VWS
47 Betere hulp en opvang voor tienermoeders.VWS
48 Verbeteren en versterken palliatieve zorg.VWS
P-5 Kansen voor KinderenJ&G
P-6 Project: Iedereen doet meeSZW
P-7 Deltaplan InburgeringWWI
P-8 Aanval op de uitval (Voortijdig Schoolverlaten)OCW
P-9 Actieplan KrachtwijkenWWI

IV | Sociale Samenhang

Vijf van de tien prioritaire projecten zijn onderdeel van deze pijler (Kansen voor  kinderen, Iedereen doet mee, de Wijkaanpak, Aanval op de uitval en het  Deltaplan Inburgering). De projecten springen er, op één na (Deltaplan  Inburgering), gunstig uit. Positief is onder meer de lagere schooluitval. De  ambities van het Deltaplan Inburgering zijn begin dit jaar neerwaarts bijgesteld. 

Vanaf 2009 zal door de economische recessie de situatie op de arbeidsmarkt  waarschijnlijk sterk verslechteren. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de  doelstelling voor arbeidsparticipatie en het extra aan het werk helpen van  200.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. 

Op het gebied van onderwijs vraagt vooral de kwaliteit extra aandacht. De  invloed van de economische ontwikkeling biedt hier mogelijk kansen als het  gaat om de relatie tussen arbeidsaanbod en openstaande vacatures in het  onderwijs. Dit geldt overigens evenzeer voor werkgelegenheid in de zorg. Een  goed voorbeeld hiervan vormen de nieuwe regionale mobiliteitscentra die  bestaande beleidsdoelen ondersteunen. In de volgende jaren wordt bij een  aantal doelen de omslag gemaakt van sturen op de inzet van maatregelen naar  sturen op resultaat. De eerste mogelijkheden doen zich voor bij de beleidsdoel  van Jeugd en Gezin en VWS. Zo moet de oprichting van de Centra voor Jeugd  en Gezin zich gaan vertalen in concrete resultaten voor de ondersteuning van  kinderen en hun ouders. 

Er worden al resultaten geboekt bij het verhogen van de kwaliteit van de zorg. Zo  is er meer aandact voor de rechten van patiënten. Ook kunnen patiënten beter  de kwaliteit van ziekenhuizen beoordelen via kiesbeter.nl 

V

V | Veiligheid

De realisatie binnen deze pijler is in 2008 duidelijk positief verbeterd ten  opzichte van 2007. Uit de Integrale Veiligheidsmonitor van het CBS blijkt dat de  veelvoorkomende criminaliteit verder is gedaald. Het aantal gewelds- en  vermogensdelicten is in 2008 verder afgenomen en de doelstelling voor het  terugdringen van fietsendiefstal is niet alleen gerealiseerd, maar zelfs overtroffen  (110.000 minder gestolen fietsen).

Bij een enkele doelstelling in deze pijler wordt te weinig voortgang geboekt, of is  de uitwerking onvoldoende waardoor het kabinet nagenoeg geen mogelijkheden  heeft tot bijsturing. Dit komt omdat er onvoldoende zicht is op tussendoelen (of  de daartoe benodigde indicatoren) die moeten leiden naar het beoogde  eindresultaat. Dit is het geval bij verloedering en overlast (beleidsdoel 52), waar  de beoogde reductie over 2008 is achtergebleven. Voorts speelt dit bij respect  (beleidsdoel 49), waarvan de voorgang niet goed meetbaar is; de voor die doel  coördinerend minister van Justitie heeft voor 2009 verbetering in gang gezet. 

VI

VI | Overheid en publieke dienstverlening

Pijler 6 vertoont een gevarieerd beeld. Goede voortgang wordt geboekt bij het  terugdringen van de regeldruk en administratieve lasten voor burgers en de  decentralisatie van bevoegdheden naar gemeenten en provincies. De  aandachtspunten hebben vooral betrekking op de doelstelling over een kleinere  en betere overheid (niet voor wat betreft de kwantitatieve taakstelling maar voor  wat betreft de kwalitatieve verbetering waarvan de meetbaarheid lastig is), het  beleidsdoel ten aanzien van het aantal allochtone medewerkers dat werkzaam  is binnen de Rijksdienst en de doelstelling met betrekking tot het versterken van  burgerschapsvorming en van de Grondwet (waarbij sprake is van vertraging in de  tijd). 

Ministeries

BuZa

Buitenlandse Zaken

BZ is verantwoordelijk voor 8 van de 10 beleidsdoelstellingen van pijler 1 (met uitzondering van  doelstelling 4 en 8 waar respectievelijk Defensie en VROM penvoerend zijn). De voortgang op de  BZ beleidsdoelstellingen is op output niveau weergegeven om zo concreet mogelijk de resultaten  van het ministerie te benoemen.


Voor prestaties zijn alleen indicatoren beschikbaar voor de effectiviteit van de hulp en consulaire  dienstverlening (doelstelling 9).


Voor de meeste prestaties is het niet zinvol en haalbaar gebleken om prestatie-indicatoren op te  nemen. Bijvoorbeeld op het gebied van gendergelijkheid geldt dat prestaties het ene jaar kunnen  bestaan uit het afleveren van een actieplan, het andere jaar uit het ijveren voor aanname van VN- resolutie etc.


Op het niveau van effecten (outcome) beschikt BZ over meer indicatoren. Effectindicatoren  zeggen echter niet direct iets over de voortgang in de Nederlandse inzet omdat veel andere  factoren van invloed zijn op de uiteindelijke ‘outcome’.


In de relatie tussen Nederlandse inzet en beoogde effecten is dan ook geen sprake van een  causaal verband, maar hoogstens van plausibiliteit. BZ rapporteert daarom zoveel mogelijk over  de concrete (te realiseren) resultaten die bijdragen aan de beleidsdoelstellingen. 

Fin

Financiën

De staatssecretarissen van EZ en Financiën zijn systeemverantwoordelijk voor het  kabinetsprogramma om de regeldruk voor bedrijven merkbaar te verminderen. Bij de invulling  van deze verantwoordelijkheid, kunnen zij bouwen op een infrastructuur die onder meer bestaat  uit:

- Coördinatiefunctie bij de Regiegroep Regeldruk;

- Actal als onafhankelijke waakhond;

- Ministeriële Stuurgroep Regeldruk (met MP als voorzitter);

- Periodieke, schriftelijke voortgangsrapportages aan de TK;


De begrotingsinfrastructuur van de minister van Financiën (o.a. bilateralen met  bewindspersonen).


In het kabinet zijn alle vakministers resultaatverantwoordelijk voor de vermindering van  regeldruk op hun eigen beleidsterrein. In principe geldt voor alle ministeries dat zij zelf 25%  reductie behalen op hun eigen terrein. Begin september worden door alle ministeries de  plannen opgeleverd die concreet inzage moeten geven welke reductiemaatregelen door de  ministeries worden ingevoerd in deze kabinetsperiode (inclusief fasering voor de jaren 2008- 2011). Op dat moment kan bepaald worden of ieder departement haar eigen aandeel in de  25% doelstelling ook daadwerkelijk levert. In de Najaarsrapportage (voorzien 31 oktober in  Ministerraad) zullen de Staatssecretarissen van EZ en Financiën dit actuele beeld  presenteren. 

J&G

Jeugd en Gezin

Programmaminister J&G is met een project (Kansen voor kinderen) en drie beleidsdoelstellingen  ruim verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleidsprogramma.


Het project vormt de paraplu voor de drie afzonderlijke doelstellingen. De ambities ten opzichte  van het beleidsprogramma zijn neerwaarts bijgesteld (wachttijden jeugdzorg en goede  ondersteuning voor ouders en jeugdigen).

In de uitwerking van de beleidsdoelen zijn duidelijke indicatoren en tussenstappen gedefinieerd.  De beleidsdoelen zijn in hoge mate gericht op outcome (maatschappelijk effect), de feitelijke  aanpak zal in het verloop van de kabinetsperiode dat effect ook daadwerkelijk binnen bereik  moeten brengen.

Jus

Justitie

Justitie ligt redelijk op koers.


Het beeld per beleidsdoelstelling is echter divers en op onderdelen is extra aandacht vereist. Wat  opvalt is nog steeds de veelheid aan beleidsnotities, actieprogramma's en wetsvoorstellen  tegenover het geringe gehalte aan concrete, aansprekende en voor de burger zichtbare activiteiten.


Een en ander is belangrijk tegen de achtergrond van enquêtes en belevingsonderzoeken.  Verschillende studies (laatstelijk SCP-rapport) tonen aan dat misdaad en gebrek aan respect in  de openbare ruimte hoog scoren in de negatieve beleving van burgers.


De activiteiten van de departementen inzake de bevordering van respect moeten zichtbaarder  worden. Een gevaar wat het kabinet in deze samenhang ook bedreigt is dat de Haagse  werkelijkheid uiteenloopt met de maatschappelijke werkelijkheid.


Als de streefcijfers misdaadreductie worden behaald met betrekkelijk "gemakkelijke" scores op  het terrein van vermogenscriminaliteit, terwijl de grote aantallen incidenten in de sfeer van geweld  en overvallen niet of veel minder worden teruggedrongen, is er in beleving van de burger niet veel  gebeurd. Extra inzet op dit terrein lijkt aangewezen.


Tenslotte verdient de politiesamenwerking nog alle aandacht. Hierover zal eind 2008 worden  besloten.

Projecten

P-1

P-1 | De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij

Te realiserenGerealiseerd
2007

De beleidsprioriteiten voor Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, zoals  gepresenteerd in de brief ‘Een zaak van iedereen: investeren in ontwikkeling in een  veranderende wereld’ zijn aangescherpt m.h.o.o. MDG-bereiking. In 2007 heeft  Nederland zijn financiële inspanningen t.b.v. armoedebestrijding met kracht  voorgezet door 0,81% van het BNP. De werkwijze in ontwikkelingssamenwerking  is in ‘een zaak van iedereen’ aangepast t.b.v. een grotere relevantie en  resultaatbereiking door verscherpte aandacht voor lokale accountability en door  introductie van 3 programmaprofielen voor resp. traditionele OS-landen, fragiele  staten, en verbredingslanden;

In het kader van ‘Het akkoord van Schokland’ werden 36 akkoorden getekend.  Bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, particulieren en  ministers ondertekenden ieder of gezamenlijk akkoord. 

2008

Nederland op nr. 1 op “Commitment to Development Index” van het Center for  Global Development. 

Uitvoering van de vastgestelde additionele beschikbare middelen (500 miljoen) voor  duurzame energie. 

Bevordering van gelijke rechten en kansen voor vrouwen en meisjes door het  opzetten van een MDG3-fonds [PROJECT 2015]

Pilot groei&verdeling in drie landen om landenspecifieke finetuning van  macrobeleid te bevorderen ter stimulering van groei die armen meer ten goede  komt. 

Opnieuw realiseren van uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking van 0,8% van  het BNP;

Verder concrete invulling geven aan activiteiten binnen het Schokland-fonds. Voor  2008/2011 is 50 mln beschikbaar [PROECT 2015]

Nederland staat nog steeds nr. 1 op de Commitment tot Development Index van  het Center for Global Development. 

Planning voor uitvoering van de vastgestelde additionele beschikbare middelen voor  duurzame energie is gemaakt e uitvoering daarvan is van start gegaan. 

MDG-3 fonds gerealiseerd. Aan 45 projecten subsidie toegekend. 70 mln is  beschikbaar voor projecten. 

Pilot Groei&Verdeling is van start gegaan in drie landen;

Uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking 0,8% van het BNP. 

Voortvloeiend uit de Schokland akkoorden is er een valutafonds voor  ontwikkelingslanden opgericht – The Currency Exchange Fund (TCX) – waarmee  de risico’s voor bank, ondernemer en nutsbedrijven worden gereduceerd  [PROJECT 2015]

2009

Moderniseringsagenda is verder uitgewerkt wat betreft: 1. Maximale effectiviteit:  Resultaten-rapportage 2007-2008 is aangeboden aan TK. 2. Hulp als hefboom voor  internationale samenwerking: concrete afspraken zijn gemaakt. 3. Inzetten op  groei en verdeling: Groei&Verdeling pilot is uitgebreid naar meerdere landen. 4.  Langdurige investeringen worden gedaan in de strijd tegen corruptie.MFS: -  beleidsnotitie en subsidiekader voor het particuliere kanaal in de Nederlandse  ontwikkelingssamenwerking zijn afgerond. Uitvoering van de vastgestelde  meerjarige beschikbare middelen voor duurzame energie. 

2010

Implementatie van het nieuwe MFS-kader in volle gang;

2011

Terugtrekking uit transitielanden voltooid: Bosnië-Herzegovina, Eritrea, Sri Lanka,  Albanië, Armenië, Kaap Verdië en Macedonië.

P-1 | De Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij

Op het Big Board is dit project ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers. 


Op 1 januari 2009 is de Mediawet 2008 in werking getreden. De erkenningenwet  ligt voor behandeling in de Tweede Kamer. Voor de periode 2008-2010 zijn  prestatieafspraken gemaakt met de landelijke publieke omroep. Voor het herstel  van de programmering en het aanvullen van tekorten is in 2008 de rijksbijdrage  aan de publieke omroep met € 50 miljoen verhoogd. Voorts is het  expertisecentrum voor mediawijsheid van start gegaan. Inmiddels hebben ruim  60 organisaties zich bij het centrum aangesloten en is de digitale  dienstverlening gestart. Er lopen pilots en onderzoeken naar de invulling van de  fysieke loketfunctie bij Beeld en Geluid en de Bibliotheken. De voortgang van de  doelstelling is voldoende uitgewerkt. Het beleidsdoel ligt op koers. 

P-2

P-2 | Nederland Ondernemend Innovatieland

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Werkprogramma programmadirectie NOI aan TK aangeboden

Achtergrondanalyses voor de maatschappelijke innovatieagenda’s zorg, water,  veiligheid en energie opgesteld. Hierbij samengewerkt met het Innovatieplatform. 

 10 gestarte projecten in het kader van M&ICT. 

2008

 Vier maatschappelijk innovatieagenda’s opgesteld op het gebied van energie,  gezondheid, veiligheid en water. 

 Visie verankering SBIR opgesteld. Taskforce Technologie, Onderwijs,  Arbeidsmarkt gestart om tekorten aan technici en technologen op te lossen. Plan  van aanpak launching customer opgesteld. 

 21 gestarte projecten in het kader van M&ICT.  

 Vier maatschappelijke innovatieagenda’s opgesteld op het gebied van energie,  gezondheid, veiligheid en water. 

 Visie verankering SBIR opgesteld. Taskforce Technologie, Onderwijs,  Arbeidsmarkt gestart om tekorten aan technici en technologen op te lossen. Plan  van aanpak launching customer opgesteld. 

 21 gestarte projecten in het kader van M&ICT. 

2009

 Drie nieuwe maatschappelijke innovatieagenda’s onderwijs, duurzame agro- productie en duurzame mobiliteit opgesteld. 

 Vier innovatieagenda’s gestart op gebied van gezondheid, energie, veiligheid en  water. 

 Verankering SBIR in maatschappelijk innovatieagenda’s en via verkenning van  overige beleids/onderzoeksbudgetten. Expertisenetwerk launching customer  gestart en categoriemanagement ingevoerd. Plan van aanpak regionale TOA’s in  Rotterdam, Zuid-Limburg, Twente en Eindhoven opgesteld. 

 4 prijsvragen gestart en gesloten in het kader van M&ICT, waaronder 1 met het  thema energiebesparing & ICT. 

 Sluiting M&ICT prijsvraag Leefbare Wijken & ICT (ism WWI)

 Minimaal 2 rondes t.b.v. de Investeringsimpuls Maatschappelijk Domeinen.

2010

 Drie innovatieprogramma’s gestart op gebied van onderwijs, duurzame  agroproductie en duurzame mobiliteit. 

 Mid-term review maatschappelijke innovatieagenda’s zorg, energie, water en  veiligheid afgerond: vrijmaken 2e tranche middelen gereserveerd op Aanvullende  Post op Rijksbegroting. 

2011

 Zeven maatschappelijke innovatieprogramma’s zijn uitgevoerd op het gebied van:  gezondheid, energie, water, veiligheid, duurzame agroproductie, onderwijs en  duurzame mobiliteit. Deze programma’s dragen ook bij aan het richten van R&D- investeringen (doelstelling 14) op maatschappelijke issues.

 Er is een expertisecentrum launching customer, en 3% van budgetten van de  maatschappelijke innovatieprogramma’s in ingezet via SBIR methode om er het  MKB bij te betrekken. Er zijn oplossingen via Taskforce Technologie,  Arbeidsmarkt en Onderwijs in vier regio’s: Rotterdam, Zuid-Limburg, Twente en  Eindhoven

 Er is een interdepartementaal programma maatschappelijke sectoren & ICT  gerealiseerd en tevens een investeringsimpuls van € 54 mln tbv ICT-projecten in de  maatschappelijke domeinen zorg, onderwijs & cultuur, veiligheid, energie & milieu,  mobiliteit  en werk & inkomen. 

P-2 | Nederland Ondernemend Innovatieland

Op het Big Board is dit project ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers.


De voortgang van het project ligt op koers. De betere benutting van innovatie om  maatschappelijke vraagstukken op te lossen staat centraal in het project en  wordt in 2011 bereikt door:

- uitvoering van 7 maatschappelijke innovatie-agenda's op het gebied van  gezondheid, energie, water, veiligheid, duurzame agroproductie, onderwijs en  duurzame mobiliteit. Deze agenda's dragen ook bij aan beleidsdoel 14 door het  richten van R&D-investeringen op maatschappelijke issues.

- Er is een expertisecentrum Launching Customer en 3% van de budgetten voor  maatschappelijke innovatieprogramma's is ingezet via de SBIR-methode om het  MKB erbij te betrekken. Er zijn oplossingen gevonden voor  arbeidsmarkttekorten van technici en technologen via de Taskforce Technologie  Arbeidsmarkt en Onderwijs en vier regio's.

- Er is een interdepartementaal programma maatschappelijke sectoren & ICT  gerealiseerd en tevens een investeringsimpuls van €54 mln ten behoeve van ICT- projecten in de domeinen zorg, onderwijs en cultuur, veiligheid, energie en  milieu, mobiliteit en werk en inkomen.

P-3

P-3 | Programma Randstad Urgent

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Het programma Randstad Urgent bestaat uit 35 projecten.

 Ongeveer 75% van de afspraken op programmaniveau is op schema of gehaald. 

 Op de 25% die nog niet op schema lag of niet was gehaald is interventie  gepleegd, waardoor het project op koers ligt. 

2008

 Het programma Randstad Urgent bestaat uit 35 projecten. 

 100% van de mijlpalen is uiteindelijk gehaald. 

 Ongeveer 50% van de projecten kampte met tussentijdse vertraging; na  interventie lagen alle projecten weer op schema.

 Jaarverslag aan Tweede Kamer verstuurd. 

2009

 Maandelijkse meting voor interne sturing. 

 Jaarlijkse brief aan Tweede Kamer met de stand van zaken.

 33 projecten op schema (6 projecten afgerond, 4 nieuwe projecten toegevoegd)

2010

 Maandelijkse meting voor interne sturing. 

 Jaarlijkse brief aan Tweede Kamer met de stand van zaken. 

 33 projecten op schema

2011

 Maandelijkse meting voor interne sturing.

 Jaarlijkse brief aan Tweede Kamer met de stand van zaken.

 33 projecten op schema.  

P-3 | Programma Randstad Urgent

Op het Big Board is dit project ‘groen’: de realisatie van dit project ligt op koers.


De voortgang van het project ligt op koers. Het kabinetsprogramma Randstad  Urgent omvat thans 33 projecten, die alle bijdragen aan de hoofddoelstelling van  het programma. Het hele programma wordt strak gemonitord en de aansturing  gebeurt in nadrukkelijke samenwerking tussen duopartners van Rijk en regio.  Deze vernieuwende aanpak heeft positief effect op het gezamenlijk behalen van  gestelde mijlpalen.

P-4

P-4 | Schoon en Zuinig

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Werkprogramma Schoon & Zuinig

 Klimaatakkoord met VNG

 Duurzaamheidsakkoord

 Werkprogramma Schoon & Zuinig

 Klimaatakkoord met VNG

 Duurzaamheidsakkoord

Energiebesparing

 Energielabels voor woningen bij verkoop

 Sectorakkoord ‘Meer met minder’

2008

 Sectorakkoord gebouwde omgeving Bouw.

 Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE)

 Verplicht aandeel biobrandstoffen van 2% doorgevoerd

 Nieuwe fase ETS

 Derde fase Nieuwe Rijden (gedragsverandering personenvervoer).

 Lachgasemissie onder ETS

Uitstoot broeikasgassen

 Sectorakkoord Gebouwde omgevingDuurzame energie (Akkoord met IPO  gesloten in januari 2009)

 Nieuwe subsidieregeling SDE (energieproductie)  van start.

 Subsidieregeling SDW (warmte) van sept. Van start voor hernieuwbare  energieproductie in gebouwde omgeving

Energiebesparing (- 2% reductie = 35-40 Pjoule per jaar)

 Publiekscampagne Nederland gaat voor een beter klimaat van start. 

 Ruim 10.000 (merendeels corporatie) woningen zijn 2008 30% energetisch  verbeterd. 

 Het energielabel voor gebouwen is vanaf 1/1/08 verplicht bij verkoop en verhuur. 

 De mogelijkheden van de Energie-investeringsaftrek (EIA) zijn (verder) uitgebreid  per 1/1/08 en per 1/1/09

 Voor opschaling van innovatieve technieken bij nieuwbouw is de  tender ‘Naar  energieneutrale woningbouw’ geopend. Totaal beschikt bedrag is M€7,5

2009

Energiebesparing bestaande bouw

 Aanpak van 70.000 woningen 20 tot 30% energiezuiniger, met  de volgende  instrumenten:   - Energiebesparingsfonds voor laagrentende leningen voor  energiebesparende investeringen in bestaande bouw  - Stimuleringsregeling  betreffende het maatwerkadvies   - Aanpassing woningwaarderingsstelsel om  verhuurders te stimuleren tot  investeren energiebesparende maatregelen. 

Energiebesparing Nieuwbouw

 Aanwijzing eerste ronde ‘excellente gebieden’ uit het Lente-Akkoord Nieuwbouw  (als voorloper van de aanscherping energieprestatie-eis)

 Energiebesparing – 2% per jaar = 29-62Pjoule per jaar. 

2010

Energiebesparing bestaande bouw

 Aanpak van 200.000 woningen 20 tot 30% energiezuiniger 

 Energiebesparing – 2% per jaar = 29-62Pjoule per jaar. 

2011

Energiebesparing bestaande bouw

 220.000 woningen zijn 20-30% energiezuiniger gemaakt. 

 SDE en subsidieregeling particulieren heeft 49 PJ bijgedragen (100.000 woningen  zijn voorzien van hernieuwbare energievoorzieningen, ca 70% van totaaldoelstelling  2011)

Energiebesparing nieuwbouw

 Aanscherping energieprestatie-eis met 25% t.o.v. 2007

 Aanwijzing tweede ronde excellente gebieden uit het Lente-Akkoord Nieuwbouw. 

 Energiebesparing – 2% per jaar = 29-62Pjoule per jaar. 

P-4 | Schoon en Zuinig

Op het Big Board is dit project ‘rood’: de beoogde voortgang ligt niet op koers.


In het jaar 2008 (en de eerste helft van 2009) is substantiële voortgang geboekt  (zoals op het gebied van uitstoot broeikasgassen, duurzame energie en  energiebesparing) en is een goede basis gelegd om de doelen voor 2011 te  halen, zo blijkt ook uit de Monitor en Verkenning Schoon en Zuinig die op 29  april jl. aan de Tweede Kamer is gezonden. Toch waren enkele van de beoogde  tussendoelen die het kabinet zich had voorgenomen voor ultimo 2008 (nog) niet  op alle onderdelen gerealiseerd (w.o. convenant met IPO en het aandeel  biobrandstoffen in het wegverkeer). De kleur rood wordt louter door deze  onderdel bepaald. 

De voortgang voor de periode tot 2011 en daarna (2020) zal jaarlijks worden  gemonitord door ECN, het planbureau voor de leefomgeving en SenterNovem.  Belangrijk aandachtspunt is daarbij de vraag of de economische ontwikkelingen  (met verslechterd investeringsklimaat en verminderde innovatiekracht van invloed  zijn op de uitvoering van de sectorakkoorden. Om tegenwicht te bieden aan het  verslechterde economische klimaat heeft het kabinet het thema duurzaamheid  (met name klimaat en energie) nadrukkelijk onderdeel gemaakt van het  stimuleringspakket van het aanvullende beleidsakkoord ‘Werken aan de  toekomst’. Vooral duurzame energie en energiebesparing in de gebouwde  omgeving (inclusief scholen en zorginstellingen) krijgen door dit pakket een  belangrijke impuls.

P-5

P-5 | Kansen voor Kinderen

Te realiserenGerealiseerd
2007

Beleidsbrief vormgeving CJG’s naar de Kamer.

Beleidsbrief vormgeving CJG’s naar de Kamer.

2008

 Wettelijk kader voor CJG’s in voorbereiding (met eisen voor toets CJG)

 Verwachting aantal gemeenten dat een CJG heeft: 50.


 Wettelijk kader voor CJG’s in voorbereiding, wetsvoorstel is eind 2008 voor advies  naar Raad van State verzonden. 

 Ten minste 71 gemeenten met een inlooppunt en samenwerkingsverband in lijn  met het basismodel CJG.

2009

125 gemeenten met een CJG

2010

300 gemeenten met een CJG

2011

Alle gemeenten hebben een CJG

P-5 | Kansen voor Kinderen

Op het Big Board is dit project ‘groen’: de realisatie van dit project ligt op koers.


De voortgang van dit project ligt goed op koers. In de uitvoering bestaat een  nauwe relatie met doelstelling 30 (ondersteuning van jeugdigen en hun ouders).  De realisatie van de Centra voor Jeugd en Gezin ligt op schema. In het  resterende deel van de kabinetsperiode is het van belang de focus te gaan  verleggen van output naar outcome opdat duidelijker wordt in hoeverre het  openstellen van voldoende centra ook effectief bijdraagt aan kwalitatief goede  ondersteuning.

P-6

P-6 | Project: Iedereen doet mee

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Participatiegraad 75% CEP 2009

 3 mln mantelzorgers en 44% van de Nederlanders is vrijwilliger


2008

 Participatiegraad 75% CEP 2009 (beleidsdoel 33)

 Uitkeringsvolume 1121 (daling van 72.000 t.o.v. 2007) (beleidsdoel 34)

Trendmeting POLS gericht op aantal vrijwilligers ≥42% - aantal mantelzorgers ≥2,4  mln (beleidsdoel 35)

2009

 CPB raming participatiegraad 76% (beleidsdoel 33)

 Raming uitkeringsvolume 1160 (daling van 33.000 t.o.v. 2007) (beleidsdoel 34)

 POLS onderzoeksresultaten gericht op aantal vrijwilligers ≥42% - aantal  mantelzorgers ≥2,4 mln (beleidsdoel 35)

2010

 CPB raming participatiegraad 75% (beleidsdoel 33)

 Raming uitkeringsvolume 1300 (stijging van 107.000 t.o.v. 2007) (beleidsdoel 34)

 Aantal vrijwilligers ≥42% - aantal mantelzorgers ≥2,4 mln  (beleidsdoel 35)


2011

Participatiegraad 76% (Verwachte structurele ontwikkeling arbeidsparticipatie  versus doel van 80% in 2016)

 Raming uitkeringsvolume 1327 (stijging van 134.000 uitkeringsjaren t.o.v. 2007

 Behoud van het aantal mantelzorgers (≥ 2,4 mln) en vrijwilligers (≥42%)

P-6 | Project: Iedereen doet mee

X 1000


Op het Big Board is dit project ‘groen’: de beoogde voortgang ligt op koers.


De voortgang van dit project ligt op koers. Het project is samengesteld uit drie  doelstellingen, nl 33, 34 en 35 uit het beleidsprogramma. In verband met de  beperkte toegevoegde waarde van het project in de huidige vorm, wordt een  herdefiniëring nader bezien. De individuele doelstellingen hebben vooral  betrekking op de resultaten en maatregelen op het gebied van  arbeidsparticipatie. Bij herdefiniëring gaat het vooral om focus van het project op  de samenhang van Wajong, AWBZ en speciaal onderwijs. 

P-7

P-7 | Deltaplan Inburgering

Te realiserenGerealiseerd
2007

Deltaplan inburgering vaststellen

Deltaplan inburgering vastgesteld

1. Start 8.750 inburgeringstrajecten

2. –

3. 492 inburgeraars geslaagd voor examen


2008

1. Start 54.000 inburgeringstrajecten 

2. 20% daarvan zijn duale trajecten

3. 4.000 inburgeraars geslaagd voor examen (50%)


1. 32.700 inburrgeringstrajecten gestart en 5.500 trajecten voor gepardonneerden

2. 33% daarvan waren duale trajecten

3. 6.626 inburgeraars geslaagd voor examen

2009

1. Start min 47.000 inburgeringstrajecten + 6.000 gepardonneerden

2. 40% daarvan zijn duale trajecten

3. 14.000 inburgeraars geslaagd voor examen (55%)

2010

1. Start 60.000 inburegeringstrajecten

2. 60% daarvan zijn duale trajecten

3. 33.000 inburgeraars geslaagd voor examen (60%)


2011

1. Start 60.000 inburgeringstrajecten

2. 80% daarvan zijn duale trajecten

3. 41.000 inburgeraars geslaagd voor examen (65%)


P-7 | Deltaplan Inburgering

Op het Big Board is dit beleidsdoel ‘rood’: de realisatie ligt van dit beleidsdoel  ligt niet op koers.


De beoogde voortgang van dit beleidsdoel ligt niet op koers. Dit wordt  veroorzaakt door de stagnatie die is opgelopen bij de implementatie van de Wet  inburgering. Als gevolg hiervan heeft het kabinet de ambities ten aanzien van de  in de kabinetsperiode te starten inburgeringstrajecten neerwaarts bijgesteld.  Deze aanpassing van het ambitieniveau is bij brief van 30 januari 2009 bekend  gemaakt bij de Tweede Kamer. Het ligt in de lijn der verwachting dat dit  beleidsdoel bij de volgende meting, op basis van bijgestelde cijfers, “groen” zal  zijn.

P-8

P-8 | Aanval op de uitval (Voortijdig Schoolverlaten)

Te realiserenGerealiseerd
2007

53.100

52.715 

2008

48.600

48.800

2009

44.100

2010

39.600

2011

35.000

Reductie sinds 2002: 36.000

P-8 | Aanval op de uitval (Voortijdig Schoolverlaten)

Op het Big Board is dit project 'groen': de realisatie van het project ligt op koers.


De voortgang in de uitvoering van dit projet ligt goed op koers. Doel is om te  komen tot een halvering van de schooluitval in de periode 2002 (71.000 voortijdig  schoolverlaters)-2012 (max 35.000 voortijdig schoolverlaters). Het afgelopen jaar  heeft het kabinet de inspanningen geïntensiveerd in samenwerking met diverse  partners (gemeenten, ouders, scholen, bedrijfsleven, maatschappelijk werk,  jeugdzorg en politie). Tot die extra inspanningen behoren o.a. de convenanten  met scholen en RMC-regio's, beschikbaarheid van extra FES-middelen voor  maatwerktrajecten en de uitbreiding van ZAT's. In 2008 is voor het eerst sinds  enige jaren een reductie gerealiseerd die boven de streefwaarde lag. Die  streefwaarde was fors omdat vanaf 2008 een gemiddelde reductie per jaar ten  opzichte van het voorgaande jaar nodig is van ca 4.500 voortijdig  schoolverlaters. Over 2008 was dit aantal 3.915. 

P-9

P-9 | Actieplan Krachtwijken

Te realiserenGerealiseerd
2007

 Selectie 40 aandachtswijken

 Actieplan Krachtwijken vastgesteld door TK

 Landelijke alliantie ingesteld

 Consortium van kenniscentra dat wijkenaanpak ondersteunt


2008

 Outputindicatoren nader definiëren (nieuwe planning zomer 2009)

 Gemeentelijke wijkactieplannen gereed

 Charters Rijk-18 gemeenten (met 40 wijken) afgesloten

 Financiële middelen verzekerd (woco’s €250 mln voor 10 jaar, rijksbijdrage €300  mln, preventiebudget afglijdende wijken)

 Outcomemonitor ontwikkeld, nulmeting in juli 2008 opgeleverd.

 Start longitudiaal onderzoek CPB, SCP naar effectiviteit en uitvoering wijkaanpak. 

 Lancering leefbarometer gemeenten.

 Werkbezoeken minister (40-wijkentour)

 Voortgangsrapportage wijkaanpak naar TK november 2008 (30 995, nr. 60)

2009

 1e vervolgmeting outcomemonitor.

 Voorbereiding externe visitatie

 Werkbezoeken minister (40-wijkentour)

 Continuering longitudiaal onderzoek CPB, SCP

 Nadere “definiëring outputindicatoren

 Start onderzoek ‘waterbedeffect’ nav Leefbarometer

 Resultaten van 6 wijkexperimenten beschikbaar

 Voortgangsrapportage Wijkaanpak aan TK

2010

 Werkbezoeken minister (40-wijkentour)

 Rijksafspraken uit Charters gereed

 Vervolgmeting outcomemonitor

 Voortgangsrapportage Wijkaanpak naar TK

2011

 3e vervolgmeting outcomemonitor

 Presentatie eerste, voorlopige resultaten sociaal-economische ontwikkeling van  wijkbewoners en merkbare verbeteringen mbt wonen, werken, leren en opgroeien,  integratie en veiligheid (doorlooptijd 2015-2017)

 Voortgangsrapportage Wijkaanpak naar TK

P-9 | Actieplan Krachtwijken

Op het Big Board is dit beleidsdoel 'groen': de realisatie van dit beleidsdoel ligt  op koers.


De voortgang van dit project ligt na een moeizaam aanvangsjaar inmiddels goed  op koers. De randvoorwaarden voor de wijkaanpak, financieel, organisatorisch  en inhoudelijk, zijn geschapen. Het komt nu aan op uitvoering. Daarbij is het van  belang te realiseren dat dit project een doorlooptijd tot 2015-2017 nodig heeft en  dat de maatschappelijke effecten pas over enkele jaren duidelijk kunnen  worden. Voor de zichtbaarheid daarvan is een outcomemonitor ontwikkeld(met 2- jaarlijkse publicatie). Daarnaast vindt er langetermijnonderzoek plaats naar de  ontwikkeling van bewoners, waarin oa waterbedeffecten gesignaleerd kunnen  worden. Op de korte termijn tenslotte is er oa de outputmonitor die, op basis  van de monitors van de gemeenten, de inzet van en resultaten in de gemeenten  in beeld brengt. Het gaat dus om een mix van instrumenten voor de korte en de  langere termijn om de resultaten van de wijkaanpak te volgen.

P-10

P-10 | Veiligheid begint bij voorkomen

Te realiserenGerealiseerd
2007
2008

reductie


Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
Tussen de 6 en 20%
0% (doelstelling bereikt)
Tussen de 1 en 17,5%
Tussen de 1 en 18,5%
Tussen de 1 en 28.000
Diefstal bij detailhandel
Toename van 974.00 naar 1.1727.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport
- zakelijke dienstverlening

- horeca
0% (nog steeds 2%)
Toename van 5% naar 6%
Afname van 5% naar 4%
Verdere afname van 5% naar 4%
0% (nog steeds 9%)

Reductie van
2007
2009
Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
6%
8%
0%
0%
72.000
14,5%
20%
0%
3%
110.000
Diefstal bij detailhandel
Toename van 974.00 naar 1.1727.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport
- zakelijke dienstverlening
- horeca
0% (nog steeds 2%)
Toename van 5% naar 6%
Afname van 5% naar 4%
Verdere afname van 5% naar 4%
0% (nog steeds 9%)

2009

Reductie

Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
1,8%
--
5,8%
5,2%
--
Diefstal bij detailhandel
Van 1.727.00 naar
1.375.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport

- zakelijke dienstverlening
- horeca
Tussen de 1,84% en 2%
Van 6% naar 5,75%
0% (doelstelling 5,25% was al bereikt). 

0% (doelstelling 7% was al bereikt). 
Van 9% naar 8,5%

2010

Reductie

Geweld
Vermogen
Overlast
Verloedering
Fietsdiefstal
3,7%
--
11,7%
10,3%
--
Diefstal bij detailhandel
Van 1.375.00 naar
1.125.000
Geweld bij het bedrijfsleven
(% bedrijven slachtoffer):
- bouw
- detailhandel
- transport

- zakelijke dienstverlening
- horeca
Tussen de 2% naar 1,5%
Van 5,75% naar 5,25%
0% (doelstelling 5,25% was al bereikt). 
0% (doelstelling 7% was al bereikt). 

Van 8,5% naar 7,5%


2011

Doelstelling bereikt

P-10 | Veiligheid begint bij voorkomen

Een reductie van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002  door:

VbbV = co-productie van Justitie en BZK

Metingen m.b.v. Veiligheidsmonitor Rijk en Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven


Op het Big Board is dit project ‘grijs': de beoogde voortgang is onvoldoende  uitgewerkt. 


Dit project is gekoppeld aan beleidsdoel 50 (reductie van criminaliteit met - 25%). Beide liggen op koers, al zijn er een paar aandachtspunten (diefstal en  geweld in de detailhandel). De doelstellingen zijn met instemming van de  Tweede Kamer herijkt ten opzichte van het ijkjaar 2006. De reductie van  criminaliteit is uitgesplitst in reducties voor geweld, vermogen, fietsendiefstal,  criminaliteit detailhandel, bouw, transport, zakelijke dienstverlening en horeca.  De reductie van overlast en verloedering is weergegeven in doelstelling 52. Alle  reducties zijn gekwantificeerd en worden periodiek gemeten en gevolgd via de  veiligheidsmonitor en de monitor criminaliteit bedrijfsleven. Daarbij wordt gebruik  gemaakt van openbare door het CBS gevalideerde gegevens.

Sleuteldoelen

Sleuteldoelen

Nr.BeleidsdoelMinisteries20072008200920102011
4 Een moderne krijgsmacht die wereldwijd maatwerk kan leveren in grotere en kleinere crisisbeheersingsoperaties en bij het opbouwen van veiligheidsorganisaties in landen die we daarin willen ondersteunen.Def
7 Een evenwichtig en uitgesproken inzet voor mensenrechten overal ter wereld.BuZa
16 Minder regels, minder instrumenten, minder loketten.EZ Fin
18 Stapsgewijze invoering van een gedifferentieerde kilometerprijs naar tijd, plaats en milieukenmerken.VenW
20 Groeiambitie van 5% per jaar voor het openbaar vervoer per spoor.VenW
23 Het bevorderen van een tijdig en op de vraag afgestemd aanbod van ruimte voor kwalitatief goed ingepaste bedrijfslocaties en 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen per jaar. VROM WWI
24 In 2011 moeten Nederlanders meer tevreden zijn over het landschap, zijn groene gebieden gerealiseerd, is het platteland vitaler en dynamischer en wordt geïnvesteerd in natuurgebieden.LNV
28 Versnelling kustverdediging en versnelde aanpak van de versterking van de bij de tweede wettelijke toetsing afgekeurde primaire waterkeringen. Vernieuwd denken over water veiligheid een plaats geven in het systeem voor bescherming tegen overstromingen.VenW
31 De wachttijden voor de geïndiceerde jeugdzorg blijven beperkt tot maximaal negen weken na indicatiestelling en kinderbeschermingsmaatregelen kunnen snellre worden ingezet.J&G
32 Bestrijding van kindermishandeling door versterking van preventie, signalering en ingrijpen.J&G
33 Het kabinet wil een substantiële verhoging van de arbeidsparticipatie. Van 70% nu moet deze toe groeien naar 80% in 2016. In deze kabinetsperiode zal een belangrijke stap in die richting worden gezet.J&G
37 Verhogen van de kwaliteit van onderwijs onder meer door basis-, voortgezet- en beroepsonderwijs naadloos op elkaar en op het hoger onderwijs aan te laten sluiten.OCW
38 Voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel, nu en in de toekomst.OCW
45 Kwaliteit van de zorg zichtbaar verhogen in 2011 ten opzichte van 2006.VWS
49 Door gerichte maatregelen bevorderen van een respectvolle omgang van mensen met elkaar en van fatsoen in het maatschappelijke verkeer.Jus
50 Een reductie van de criminaliteit met 25% in 2010 ten opzichte van 2002.BZK Jus
52 Een kwart minder fysieke verloedering en ernstige sociale overlast in 2010 ten opzichte van 2002.BZK
53 500 extra wijkagenten.BZK
55 Aanpak overmatig alcoholgebruik door jongeren. BZK
72 Verbeterde werking van de Vreemdelingenwet en het uitvoeren van de pardonregeling.Jus

Sleuteldoelen

In het voorjaar van 2008 heeft de MR ten aanzien van 19 doelstellingen in het  beleidsprogramma aangegeven dat zij een 'sleutelpositie' hebben in de  uitvoering van het beleidsprogramma.


De top-19 sleuteldoelen is beoordeeld naar mate van -op voorhand- in te  schatten moeilijkheid bij de realisatie en maatschappelijke betekenis  (belangrijkheid).


Voor ongeveer de helft van het aantal doelstellingen in de top-19 sleuteldoelen  ligt het kabinet op koers (9 oranje, 9 groen, 2 rood).